166
Parameterlijst – verkorte vorm
Index
Naam/Keuze
8403
PAUZE SEQ PROG
8404
RESET SEQ PROG
8405
FORC SEQ STATE
8406
LOG WAARDE 1 SEQ
8407
LOG BEWERK 1 SEQ
8408
LOG WAARDE 2 SEQ
8409
LOG BEWERK 2 SEQ
8410
LOG WAARDE 3 SEQ
8411
HO WAARDE 1 SEQ
8412
LA WAARDE 1 SEQ
8413
HO WAARDE 2 SEQ
8414
LA WAARDE 2 SEQ
8415
PL CYCL TELLER
8416
RST CYCL TELLER
8420
KEUZE ST1 REF
8421
ST1 ST/STP/RICH
8422
ST1 HELLING
8423
ST1 UITG BESTUR
8424
VERTR ST1 WYZ
8425
ST1 TRIG IN ST 2
8426
ST1 TRIG IN ST N
8427
ST1 STAND N
8430
KEUZE ST2 REF
...
8497
ST8 STAND N
98
OPTIES
9802
KEUZE COMM PROT
99
OPSTARTGEGEVENS Taalkeuze. Definitie van de motor set-up gegevens.
9901
TAAL
9902
APPLICATIEMACRO
9904
MOTOR CTRL MODE
9905
MOT NOM SPANNING Bepaalt de nominale motorspanning.
9906
MOT NOM STROOM
9907
MOT NOM FREQ
Actuele signalen en parameters
Beschrijving
Kiest de bron voor het pauzesignaal van sequentieel
programmeren.
Kiest de bron voor het resetsignaal van sequentieel
programmeren.
Dwingt het sequentieel programma naar een gekozen toestand.
Bepaalt de bron voor logische waarde 1.
Kiest de bewerking tussen logische waarde 1 en 2.
Zie parameter 8406 LOG WAARDE 1 SEQ.
Kiest de bewerking tussen logische waarde 3 en het resultaat
van de eerste logische bewerking gedefinieerd door parameter
8407 LOG BEWERK 1 SEQ .
Zie parameter 8406 LOG WAARDE 1 SEQ.
Bepaalt de hoge limiet voor de toestandverandering wanneer
parameter 8425 ST1 TRIG IN ST 2 ingesteld is op bijv. AI1
HOOG 1.
Bepaalt de lage limiet voor de toestandverandering wanneer
parameter 8425 ST1 TRIG IN ST 2 ingesteld is op bijv. AI1
LAAG 1.
Bepaalt de hoge limiet voor de toestandverandering wanneer
parameter 8425 ST1 TRIG IN ST 2 ingesteld is op bijv. AI2
HOOG 1.
Bepaalt de lage limiet voor de toestandverandering wanneer
parameter 8425 ST1 TRIG IN ST2 ingesteld is op bijv. AI2 LAAG
2.
Activeert de cyclusteller voor sequentieel programmeren.
Kiest de bron voor het resetsignaal van de cyclusteller (0171
SEQ CYCL TELLER).
Kiest de bron voor de referentie van toestand 1 van het
sequentieel programma.
Kiest de start, stop en richting voor toestand 1.
Kiest de acceleratie-/deceleratiehellingtijd voor toestand 1 van
het sequentieel programma, d.w.z. bepaalt de snelheid van de
referentieverandering.
Kiest de relais-, transistor- en analoge uitgangsturing voor
toestand 1 van het sequentieel programma.
Bepaalt de vertragingstijd voor toestand 1.
Kiest de bron voor het triggersignaal, dat de toestand wijzigt van
toestand 1 in toestand 2.
Kiest de bron voor het triggersignaal, dat de toestand wijzigt van
toestand 1 in toestand N.
Bepaalt toestand N. Zie parameter 8426 ST1 TRIG IN ST N.
Zie parameters 8420...8427.
Activatie van externe seriële communicatie.
Activeert de externe seriële communicatie.
Kiest de taal van het display.
Kiest de applicatiemacro.
Kiest de motorbesturingsmodus.
Bepaalt de nominale motorstroom.
Bepaalt de nominale motorfrequentie.
Custom
Def
NIET GESELEC
NIET GESELEC
TOESTAND 1
NIET GESELEC
NIET GESELEC
NIET GESELEC
NIET GESELEC
NIET GESELEC
0
0
0
0
NIET GESELEC
NIET GESELEC
0
OMV STOP
0
AO=0
0
NIET GESELEC
NIET GESELEC
TOESTAND 1
NIET GESELEC
ENGELS
ABB
STANDAARD
SCALAR
230, 400 of 460
I2N
Eur: 50 / VS: 60