48
Schakel de voedingsspanning in en wacht een ogenblik.
Verifieer dat de rode LED niet brandt en de groene LED wel brandt, maar niet knippert.
Beperkt opstarten
Voor het beperkt opstarten kunt u gebruik maken van het Basis-bedieningspaneel of
het Assistent-bedieningspaneel. De instructies hieronder gelden voor beide
bedieningspanelen, maar de getoonde displays zijn van het Basis-
bedieningspaneel, tenzij de instructie alleen van toepassing is voor het Assistent-
bedieningspaneel.
Zorg dat u, voordat u begint, de motorplaatgegevens bij de hand heeft.
Het opstarten mag uitsluitend uitgevoerd worden door een gekwalificeerd elektricien.
Tijdens de opstartprocedure moeten de instructies uit het hoofdstuk
gevolgd.
De omvormer zal automatisch opstarten als er een extern startcommando actief is.
Controleer de installatie. Zie de checklist in het hoofdstuk Installatie-checklist.
Controleer of het starten van de motor geen gevaar oplevert.
Ontkoppel de aangedreven machine als:
• er een risico van schade bestaat bij een eventueel verkeerde draairichting of
• een standaard identificatierun moet worden uitgevoerd tijdens het opstarten. De ID-run is
alleen nodig voor toepassingen waarbij zeer nauwkeurige motorbesturing vereist is.
Schakel de voedingsspanning in.
Het Basis-bedieningspaneel start op in de OUTPUT modus.
Het Assistent-bedieningspaneel vraagt of u de Opstart-
assistent wilt gebruiken. Als u op
assistent niet gebruikt worden en kunt u verdergaan met het
handmatig opstarten op vergelijkbare manier als hieronder
beschreven voor het Basis-bedieningspaneel.
Opstarten en besturing via de I/O en ID Run
SPANNING INSCHAKELEN
De omvormer is nu gereed voor gebruik.
VEILIGHEID
SPANNING INSCHAKELEN
EXIT
drukt, zal de Opstart-
Veiligheid
worden
00
REM
.
OUTPUT
FWD
REM
KEUZE
Wilt u gebruik maken
van de start-up
assistant?
Ja
Neen
EXIT
00:00
Hz
OK