294
CODE
FOUT
0009
M OVERTEMP
(4310)
0305
bit 8
(programmeerbare
fout-functie
3005...3009
/ 3504)
0010
PANEEL FOUT
(5300)
0305
bit 9
(programmeerbare
fout-functie 3002)
0011
ID RUN FOUT
(FF84)
0305
bit 10
0012
M GEBLOKK
(7121)
0305
bit 11
(programmeerbare
fout-functie
3010...3012)
0014
EXT FOUT 1
(9000)
0305
bit 13
(programmeerbare
fout-functie 3003)
0015
EXT FOUT 2
(9001)
0305
bit 14
(programmeerbare
fout-functie 3004)
Foutopsporing
OORZAAK
Motortemperatuur is te hoog (of
lijkt te hoog) vanwege te hoge
belasting, onvoldoende
motorvermogen, ongeschikte
koeling of onjuiste
opstartgegevens.
Gemeten motortemperatuur
heeft de foutlimiet ingesteld
door parameter
3504
FOUT
LIMIET overschreden.
Bedieningspaneel gekozen als
actieve besturingslocatie voor
de omvormer, communiceert
niet meer.
De motoridentificatierun is niet
met succes uitgevoerd.
Motor werkt in het
blokkeergebied vanwege
bijvoorbeeld overmatige
belasting of onvoldoende
motorvermogen.
Externe fout 1
Externe fout 2
OPLOSSING
Controleer nominale waarden, belasting en koeling
van de motor.
Controleer opstartgegevens.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer de waarde van de foutlimiet.
Controleer of het werkelijke aantal sensoren
correspondeert met de waarde ingesteld door
parameter
(3501
SENSOR TYPE).
Laat de motor afkoelen. Zorg voor goede
motorkoeling: controleer koelventilator, maak de
koeloppervlakken schoon, etc.
Controleer paneelaansluiting.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer connector van bedieningspaneel.
Zet bedieningspaneel terug op montageplaat.
Als de omvormer in externe bedieningsmodus is
(REM) en ingesteld is om start-/stop- en
richtingopdrachten of referenties van het paneel te
aanvaarden:
Controleer de instellingen van groep
STOP/DRAAIR
en
11 REFERENTIE
Controleer motoraansluiting.
Controleer opstartgegevens (groep
OPSTARTGEGEVENS).
Controleer maximum toerental (parameter 2002). Dit
moet ten minste 80% van het nominale
motortoerental (parameter 9908) zijn.
Zorg er voor dat de identificatierun uitgevoerd is
volgens de instructies in de sectie
ID-run
op pagina 56.
Controleer de motorbelasting en de nominale
waarden van de omvormer.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer externe apparaten op fouten.
Controleer de instelling van parameter
EXTERNE FOUT 1.
Controleer externe apparaten op fouten.
Controleer de instelling van parameter
EXTERNE FOUT 2.
10 START/
KEUZE.
99
Uitvoeren van de
3003
3004