66
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Indien aanwezig, bevinden de knoppen
zich bij de bedieningsorganen voor de
klimaatregeling op de middenconsole.
Het contact moet zijn ingeschakeld,
anders werkt deze functie niet.
J
z
Druk op
of
om de zitting en
rugleuning van de bestuurders- of
passagiersstoel te verwarmen.
{
Druk op
of
om de ventilatie van
de bestuurders- of passagiersstoel in
te schakelen.
Druk eenmaal op de knop voor de
hoogste stand. Met elke druk op de
knop wordt de stoelverwarming of
-koeling één stand lager gezet en ten
slotte uitgeschakeld. De controle-
lampjes naast de knoppen gaan
branden een verlichten een drie bij de
hoogste stand en een één bij de
laagste stand. Als de verwarming van
de voorstoelen in de hoogste stand
staan, is het mogelijk dat de verwar-
ming na ca. 30 minuten automatisch
lager wordt gezet.
Na uitschakeling van deze functie zijn
de symbolen voor de stoelverwarming
en -ventilatie op de knoppen wit. Een
stoel met ventilatiefunctie is voorzien
van een ventilator die lucht door de
stoel zuigt of perst. De lucht wordt
niet gekoeld. Wanneer de stoelverwar-
ming wordt ingeschakeld, brandt het
symbool met een rode kleur. Wanneer
de stoelventilatie wordt ingeschakeld,
wordt het symbool blauw.
Het verwarmen van de passagiersstoel
kan langer duren.
Automatische stoelverwarming en
-ventilatie
Wanneer de auto ingeschakeld is,
activeert deze functie de stoelverwar-
ming of -ventilatie automatisch tot
een niveau afhankelijk van de tempe-
ratuur in de auto.
Het actieve stoelverwarmings- of
-ventilatieniveau (hoog, medium, laag
of uit) wordt aangegeven door de
knoppen voor de handmatige stoelver-
warming of -ventilatie op de midden-
console. Gebruik de knoppen voor de
handmatige stoelverwarming of -venti-
latie op de middenconsole om de
automatische stoelverwarming of
-ventilatie uit te zetten. Als de passa-
giersstoel niet bezet is, activeert de
automatische stoelverwarmings- of
-ventilatiefunctie die stoel niet. De
automatische stoelverwarmings- of
ventilatiefunctie kan worden gepro-
grammeerd om altijd geactiveerd te
zijn wanneer de auto ingeschakeld is.
Zie Personalisering voertuig 0 157.
Stoelverwarming en -ventilatie bij
starten op afstand
De stoelverwarming of -ventilatie
(indien aanwezig) kan automatisch
worden ingeschakeld als het voertuig
op afstand wordt gestart. Wanneer het
buiten koud is wordt de stoelverwar-
ming ingeschakeld, en als het buiten
warm is, wordt de stoelventilatie
ingeschakeld. Wanneer het contact
wordt ingeschakeld, gaat de stoelver-