Inhoudsopgave
Advertenties
228
RIJDEN EN BEDIENEN
Sneeuw/ijs - Bij het optrekken
vanuit stilstand gebruikt de
versnellingsbak de 2e (tweede) in
plaats van de 1e (eerste) versnel-
ling. Onderweg schakelt de auto
normaal op. De transmissie
schakelt bovendien anders voor
het behoud van de tractie.
Besturing (Assist Effort)
Overschakelen van minder stuurgevoel
in de Tour-modus op minder bekrach-
tiging in de Sport- en Track-modus
voor meer stuurgevoel.
Magnetic Ride Control (indien
aanwezig)
Stugheid van schokdempers aanpassen
van een comfortabele afstemming in
de Tour-modus naar een afstemming
met een optimale respons in Sport en
Track.
Launch Control
Alleen beschikbaar in de Track-modus
voor maximale "off-the-line" accele-
ratie in de modus Competitive Drive
of PTM.
Stabiliteitsregeling
De Competitive-modus laat minder
computersturing toe om enigszins
te kunnen sliden en driften en is
te selecteren met de knop (alleen
beschikbaar in Track-modus).
StabiliTrak is uit te schakelen door
de knop in te drukken en vijf
seconden ingedrukt te houden.
PTM (Performance Traction
Management) (indien aanwezig)
Beschikbaar in de Track-modus.
Er zijn vijf selecteerbare instel-
lingen.
Persoonlijke aanpassing
rijmodus
De modi voor motorgeluidregeling,
stuurinrichting en ophanging zijn naar
wens aan te passen. Zie Rijmodus
onder Personaliseringsmenu's in
Personalisering voertuig 0 157.
De gemaakte keuzes in het menu
Driving Mode (rijmodus) komen in de
plaats voor de gekozen algemene
automodus via de knoppen of de
schakelaar op de middenconsole. Om
persoonlijke aanpassingen te
verrichten en deze te hanteren kiest u
een van de drie instellingen op het
infotainmentdisplay door erop te
tikken.
Kies in het personaliseringsscherm
voor het desbetreffende systeem op
een van de vier opties:
Auto (afhankelijk van de modus-
schakelaar)
Motorgeluidregeling
Stuurinrichting
Ophanging
Standaard worden de instellingen
gehanteerd voor de actuele stand van
de modusschakelaar, maar de gekozen
modus van het desbetreffende systeem
is aan te passen middels dit menu. De
in dit menu verrichte instellingen
bepalen het rijgedrag in alle rijmodi
en blijven ook tijdens navolgende
rijcycli actief. De instellingen hoeven
een eventuele volgende start niet
opnieuw te worden verricht.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
