contact wordt uitgeschakeld, of boven
een vooraf ingestelde snelheid
achteruit wordt gereden.
U kunt deze functie in- of uitscha-
kelen in de persoonlijke instellingen.
Zie Personalisering voertuig 0 157.
Binnenspiegels
Stel de binnenspiegel in voor een goed
zicht op het gebied achter uw auto.
Spuit geen glasreiniger rechtstreeks op
de spiegel. Gebruik een zachte, licht
vochtige doek.
Automatisch ontspiege-
lende achteruitkijkspiegel
De binnenspiegel dimt automatisch
om de hinder door het licht van
autokoplampen achter u te beperken.
Deze dimfunctie wordt ingeschakeld
zodra de auto wordt gestart.
Spiegel camera achter
Indien aanwezig, biedt de automatisch
dimmende spiegel een groothoekca-
merabeeld van het gebied achter
de auto.
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
Trek de nok naar achteren om het
display in te schakelen. Druk de nok
naar voren om het uit te schakelen.
Na uitschakelen dimt de spiegel
automatisch. Stel de spiegel zo af dat
u goed zicht op het gebied achter de
auto hebt, wanneer het display
uitstaat.
49