Voorzichtig
(Vervolg)
GM goedgekeurde bandenafdicht-
ingsmiddel dat door uw dealer
wordt geleverd of in het voertuig
aanwezig is.
In de fabriek gemonteerde bandenre-
paratiesets zijn voorzien van een door
GM goedgekeurd vloeibaar bandaf-
dichtmiddel. Bij gebruik van niet-goed-
gekeurde bandafdichtmiddelen
kunnen de TPMS-sensoren beschadigd
raken. Zie Bandenreparatieset met
compressor 0 321 voor meer informatie
over de materialen van de bandenre-
paratieset en instructies.
Selectie bandenspanning, indien
aanwezig
Pas de bandenspanningswaarden van
de auto aan conform het draagver-
mogen op het label met informatie
over banden en draagvermogen. Zie
Belastingslimieten auto 0 204.
Selecteer de gewenste instelling voor
Bandenspanning. Zie Dashboard 0 120.
Als de bandenspanningswaarden en
het draagvermogen van de banden
niet overeenkomen, kan het banden-
spanningslampje duiden op een lege
band. Zie Bandenspanning 0 307.
TPMS-storingslampje en -bericht
Indien een of meerdere TPMS-sen-
soren ontbreken of buiten werking
zijn, zal het TPMS niet goed functio-
neren. Als het systeem een storing
detecteert, zal het waarschuwings-
lampje voor lage bandenspanning
ongeveer één minuut knipperen en
daarna blijven branden tot het einde
van de ontstekingscyclus. Ook
verschijnt er een waarschuwingsbe-
richt op het DIC. Het storingslampje
voor lage bandenspanning en het
DIC-waarschuwingsbericht zullen bij
elke contactcyclus opkomen, totdat
het probleem is verholpen. Enkele
storingen die tot deze indicaties
kunnen leiden, zijn:
Een van de wielen is vervangen
door het reservewiel. Het reserve-
wiel beschikt niet over een
TPMS-sensor. Het waarschuwings-
lampje en DIC-bericht moeten
uitgaan/verdwijnen als de band is
VERZORGING VAN DE AUTO
vervangen en als het afstemmings-
proces van de sensor succesvol is
uitgevoerd. Zie Afstemmings-
proces TPMS-sensor , verderop in
dit hoofdstuk.
Het afstemmingsproces van de
TPMS-sensor is niet uitgevoerd of
niet succesvol voltooid na het
rouleren van de wielen. Het
storingslampje moet doven en het
DIC-bericht moet verdwijnen als
het afstemmingsproces voor de
sensor is geslaagd. Zie Afstem-
mingsproces TPMS-sensor ,
verderop in dit hoofdstuk.
Een of meerdere TPMS-sensoren
ontbreken of zijn beschadigd. Het
storingslampje moet doven en het
DIC-bericht moet verdwijnen
wanneer de TPMS-sensoren zijn
geplaatst en het afstemmings-
proces van de sensoren is
geslaagd. Raadpleeg hiervoor uw
dealer.
Vervangende velgen of banden
komen niet overeen met de origi-
nele banden of velgen. Banden en
velgen die afwijken van de aanbe-
volen exemplaren, kunnen ertoe
311