174
VERLICHTING
het stationair motortoerental voor
meer vermogen verhogen. Het kan de
energievraag van sommige accessoires
tijdelijk terugbrengen.
Gewoonlijk gebeurt dit in stappen of
standen en ongemerkt. In zeldzame
gevallen bij aanzienlijke correcties kan
de bestuurder iets ervan merken. In
dat geval wordt mogelijk een melding
op het DIC weergegeven. Als het DIC
een accumelding weergeeft, wordt de
bestuurder geadviseerd de stroomaf-
name zoveel mogelijk te beperken. Zie
Bestuurdersinformatiecentrum
(DIC) 0 138.
Accuvoeding, beveiliging
De accubeschermingsfunctie is
ontwikkeld om de accu van de auto te
beschermen.
Als sommige lampen in de auto aan
blijven en het contact is uitgezet,
schakelt het beveiligingssysteem van
de accu de lamp na enige tijd automa-
tisch uit.
Accuspaarstand buitenver-
lichting
Als de parkeerlichten of de koplampen
handmatig aan zijn gelaten, wordt de
buitenverlichting ongeveer 10 minuten
nadat het contact uitgeschakeld is,
uitgeschakeld. Zo wordt het ontladen
van de accu voorkomen. Om de timer
van 10 minuten opnieuw te starten,
draait u de lichtschakelaar naar de
uit-stand en dan terug naar de
parkeerlicht- of koplampstand.
Om de lichten langer dan 10 minuten
aan te houden, moet het contact in de
stand ACC/ACCESSORY (accessoires)
of ON/RUN/START (aan/bedrijf/start)
staan.