100
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
wanneer de gebruiksaanwijzing van
het kinderzitje vermeldt dat u de
bovenste bevestigingsband moet
vastzetten.
Als het kinderzitje of de voertuigstoel
geen ISOFIX-systeem heeft, dan
gebruikt u de veiligheidsgordel om het
kinderzitje te bevestigen. Volg te allen
tijde de gebruiksaanwijzing van het
kinderzitje.
Zorg dat u Waar wordt het kinderzitje
geplaatst 0 95 leest als u meer dan één
kinderzitje achterin wilt monteren.
1. Zet het kinderzitje op de stoel.
2. Pak de gesp vast laat de heup- en
schoudergordel van de veilig-
heidsgordel door of rond het zitje
lopen. De gebruiksaanwijzing van
het zitje laat zien hoe dat gaat.
3. Duw de gesp zo ver in het gordel-
slot dat deze vastklikt. Als de
gesp niet geheel in het slot valt,
controleer dan of het juiste slot
gebruikt is.
Positioneer de ontgrendelknop
van het gordelslot zodanig uit de
buurt van het kinderveiligheids-
systeem dat u de gordel zo nodig
snel kunt losmaken.
4. Trek de gordel strak door het
kinderzitje omlaag te duwen, trek
aan de schoudergordel om de
heupgordel strak te trekken en
laat de schoudergordel terug-
lopen in de oprolautomaat.
Wanneer u een voorwaarts
gericht kinderzitje monteert, kan
het helpen dat u dit met uw knie
omlaag duwt terwijl u de gordel
aanhaalt.
Als het kinderzitje een vergren-
delmechanisme heeft, zet de
veiligheidsgordel dan hierin vast.
5. Heeft het kinderzitje een
bovenste bevestigingsband (Top
Tether), volg dan de gebruiksaan-