18
KORT EN BONDIG
Leeslampen
De leeslampen voor en achter zitten in
de dakconsole en boven de portieren
van de achterpassagiers. Deze lampen
gaan branden, wanneer een portier
wordt geopend.
Leeslampen handbediend in- of
uitschakelen:
Druk naast de desbetreffende leeslamp
op de dakconsole op
of
Druk op de lampglazen boven de
achterportieren.
Voor meer informatie over de binnen-
verlichting, zie Instrumentenpaneelver-
lichting, regeling 0 171.
Verlichting aan buitenzijde
.
Er zijn vier standen:
: Schakelt de rijverlichting uit. Na
het loslaten gaat de knop terug naar
de stand AUTO. Draai deze weer op
om de stand AUTO weer te activeren.
AUTO : Schakelt de buitenverlichting
automatisch in of uit, afhankelijk van
de lichtomstandigheden buiten.
: Schakelt de parkeerverlichting
en alle lampen in, behalve de
koplampen.
: Schakelt de koplampen in, samen
met de parkeerverlichting en de
instrumentenverlichting.
Zie Verlichting buitenzijde, schakelaars
0 166 en Verlichting overdag
(DRL) 0 168.
Ruitenwisser/sproeier