190
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Verstel de schuifknop (2) om de
richting van de luchtstroom te
wijzigen.
U treft extra luchtroosters aan onder
de voorruit en de ruiten van het
bestuurders- en passagiersportier.
Deze zijn vast en kunnen niet worden
versteld.
Tips voor een goede werking
Maak de inlaatopeningen onder de
voorruit vrij van ijs, sneeuw of
bladeren die de luchtstroom naar
de auto kunnen blokkeren.
Houd de luchtdoorlaat onder de
voorstoelen vrij van voorwerpen
om de lucht in de auto effectiever
te laten circuleren.
Het gebruik van motorkapspoilers
die niet door GM zijn goedgekeurd,
kan de prestaties van het systeem
negatief beïnvloeden. Raadpleeg
uw dealer voordat u voorzieningen
aan de buitenkant van de auto
aanbrengt.
Bevestig geen apparaten op de
plaatjes van de luchtroosters. De
luchtstroom wordt hierdoor belem-
merd en de luchtroosters kunnen
dan beschadigd raken.
Onderhoud
Luchtfilter passagiers-
ruimte
Het filter zorgt dat minder stof, pollen
en andere irriterende stoffen in de
buitenlucht naar binnen worden
aangezogen. Het filter moet worden
vervangen tijdens het periodiek onder-
houd. Zie Vervangingsonderdelen onder-
houd 0 349.
Raadpleeg uw dealer voor het
vervangen van het filter.
Onderhoud
Bij alle auto's zit in de motorruimte
een etiket met het type koudemiddel
dat in de auto wordt gebruikt. Laat
het koudemiddelsysteem alleen onder-
houden door getrainde en gecertifi-
ceerde monteurs. Repareer de
verdamper van de airconditioning niet
en vervang deze evenmin door een
tweedehands exemplaar. Voor een
goede en veilige werking mag de
verdamper alleen worden vervangen
door een nieuw exemplaar.