Inhoudsopgave
Advertenties
226
RIJDEN EN BEDIENEN
teert de gewenste modus met de
z
of
op de schakelaar MODE op de
middenconsole. Bij de eerste druk op
de schakelaar ziet u de huidige modus.
Bij steeds indrukken bladert u door de
beschikbare modi. De Tour- en Sport--
modi zullen op een egaal wegdek
hetzelfde aanvoelen. Selecteer een
nieuwe instelling wanneer de rijom-
standigheden veranderen.
Tour-modus
Gebruikt in normaal stads- en
snelwegverkeer voor een soepele,
zachte rijstijl.
Sportmodus
Te gebruiken waar wegomstandig-
heden of persoonlijke voorkeuren een
meer beheerste reactie vereisen.
Bij deze optie licht het lampje Sport-
modus op het Driver Information
Center (DIC) op.
Competitive Driving Mode is bereik-
baar via deze modus.
Sneeuw/ijs-modus
Gebruiken als er bij een glad wegdek
meer tractie nodig is.
«
Bij deze optie licht het lampje
Sneeuw/ijs-modus op het DIC op.
Deze functie moet niet worden
gebruikt wanneer de auto in zand,
modder, ijs, sneeuw of kiezel is vastge-
raakt. Als de auto vastraakt, zie Als de
auto vast is komen te zitten 0 203.
Modus Track (alleen V-Series)
Gebruik deze modus in situaties waar
een optimale wegligging vereist is.
Bij deze optie licht het lampje
Racemodus op het DIC op.
In de racemodus (track) werken de
automatische versnellingsbak en de
stuurinrichting zoals in de sport-
modus. Het gaspedaal wordt
afgestemd voor maximale controle bij
extreem sportief rijden. De Magnetic
Ride Control wordt ingesteld op het
optimale niveau voor alert rijgedrag.
Competitive Driving Mode of PTM is
bereikbaar via deze modus.
Er zijn zeven eigenschappen die per
modus variëren, zoals hieronder
aangegeven. Niet alle auto's
beschikken over alle functies (afhan-
kelijk van de opties).
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
