Waarschuwing
(Vervolg)
roest of vuil van plaatsen waar het
wiel contact maakt met de auto. In
geval van nood kunt u hiervoor een
lap of papieren doek gebruiken;
gebruik echter op een later moment
een schraper of staalborstel om alle
roest en vuil te verwijderen.
Vet het midden van de wielnaaf in
met een wiellagervet nadat een
band vervangen of geroteerd is om
corrosie of roestvorming te
voorkomen. Vermijd vet op het
platte wielbevestigingsoppervlak
of op de wielmoeren of -bouten.
Wanneer nieuwe banden
nodig zijn
De snelheid waarmee de banden
slijten is afhankelijk van factoren als
onderhoud, temperatuur, rijsnelheid,
voertuigbelasting en wegomstandig-
heden.
De slijtage-indicatoren vormen één
manier om aan te geven wanneer de
banden moeten worden vervangen. De
slijtage-indicatoren verschijnen als er
nog 1,6 mm (1/16 in) of minder van
het bandenprofiel over is. Zie Banden
controleren 0 313 en Banden verwis-
selen 0 313.
Het rubber in de banden veroudert na
verloop van tijd. Dat geldt ook voor de
reserveband (als de auto er een heeft),
zelfs als deze nooit is gebruikt. Bij de
snelheid van de veroudering spelen
diverse factoren een rol, waaronder
temperatuur, beladingstoestand en
bandenspanning. GM adviseert dat u
de banden en ook de eventuele reser-
veband na zes jaar vervangt, ongeacht
VERZORGING VAN DE AUTO
het nog aanwezige profiel. De produc-
tiedatum van de band herkent u aan
de laatste vier cijfers van het
DOT-nummer, dat in reliëf op de
zijkant van de band staat. De eerste
twee cijfers geven de week aan (01-52)
en de laatste twee het jaar. De 3e week
van 2010 wordt bijvoorbeeld aange-
geven door de viercijferige
DOT-datum 0310.
Voertuigopslag
Banden verouderen wanneer ze
gemonteerd onder een auto worden
opgeslagen. Parkeer een auto die
minimaal gedurende een maand wordt
gestald in een koele, droge ruimte, uit
direct zonlicht om het verouderen te
vertragen. In dit gebied mogen geen
vet, benzine of andere substanties
aanwezig zijn die het rubber kunnen
aantasten.
Parkeren gedurende een langere
periode kan platte vlakken op de
banden veroorzaken die trillingen
kunnen veroorzaken tijdens het rijden.
Wanneer een auto minimaal een
maand wordt gestald, verwijdert u de
banden of bokt u de auto op om de
banden te ontlasten.
315