In de opbergruimte onder het
deksel van de armsteun.
In de opbergruimte aan de achter-
kant van de middenconsole, indien
aanwezig.
De elektrische aansluitingen krijgen
stroom wanneer de auto in de stand
ON/RUN/START (aan/bedrijf/start) of
ACC/ACCESSORY (accessoires) staat,
of totdat het bestuurdersportier wordt
geopend, binnen 10 minuten na
uitschakeling van de motor.
Til de klep op om bij de 12V-aanslui-
ting te komen.
Zie Voedingsaansluitingen 0 115.
Zonnedak
Als de auto een elektrisch bediend
zonnedak heeft, werkt dit alleen als
het contactslot in de stand ON/RUN
(aan/bedrijf) of ACC/ACCESSORY
(accessoires) staat, of wanneer de
permanente accessoirevoeding (RAP)
actief is. Zie RAP 0 213.
Met de schakelaar (1) aan de bestuur-
derszijde bedient u het zonnedak.
~
Ventileren : Druk op
los om het zonnedak open te kantelen.
Het zonnescherm opent automatisch
zo'n 38 cm (15 inch). Houd
ingedrukt om het zonnedak te sluiten.
Snel openen/snel sluiten : Houd met
het zonnedak in de ventilatiestand
~
(1) nogmaals ingedrukt om het
zonnedak snel te openen. Druk op
(1) om het zonnedak snel te
sluiten. Druk nogmaals op de schake-
laar om het zonnedak halverwege te
stoppen.
KORT EN BONDIG
Met de schakelaar
passagierszijde bedient u het zonne-
scherm. Druk kort op
zonnescherm snel te openen of te
sluiten. Druk nogmaals op de schake-
laar om het zonnescherm halverwege
te stoppen.
Zie Zonnedak 0 55.
(1) en laat
(1)
25
(2) aan de
(2) om het