Een beeldstijl vastleggen
Als al een beeldstijl is vastgelegd onder [Gebruiker *], worden de
o
parameterinstellingen van de eerder vastgelegde beeldstijl die door de
gebruiker is aangepast gewist wanneer u de basisbeeldstijl in stap 4
wijzigt.
Als u [ 5 6: Wis alle camera-instellingen] (pag. 419) uitvoert, worden
o
alle instellingen voor [Gebruiker *] hersteld.
Om opnamen te maken met een vastgelegde beeldstijl, selecteert u de
o
geregistreerde [Gebruiker *] en vervolgens maakt u de opname.
Raadpleeg de instructiehandleiding van EOS Utility voor de procedure
o
voor het registreren van een beeldstijlbestand op de camera.
96
5
Selecteer een item.
Selecteer een item (zoals [Sterkte]
z
in [Scherpte]) en druk vervolgens op
< 0 >.
6
Pas de optie aan.
Pas het effectniveau aan en druk
z
vervolgens op < 0 >.
Zie "Een beeldstijl aanpassen"
z
(pag. 92) voor meer informatie.
Druk op de knop < M > om
z
de aangepaste instellingen op te
slaan en terug te keren naar het
keuzescherm Beeldstijl.
De basisbeeldstijl wordt rechts van
g
[Gebruiker *] weergegeven.
Blauwe stijlnamen geven aan dat u de
g
standaardwaarden van instellingen
hebt gewijzigd.