Opnamen met meervoudige belichting samenvoegen met een
opname die al op de kaart is opgeslagen
U kunt een RAW-opname die is vastgelegd op de kaart selecteren als de eerste afzonderlijke
opname. De opnamegegevens van de geselecteerde RAW-opname blijven intact.
Alleen 1 of F beelden kunnen gebruikt worden. JPEG-opnamen kunnen
niet worden geselecteerd. Welke beelden u kunt opgeven is tevens afhankelijk van
het bevestigde objectief. Zie de onderstaande tabel voor meer informatie.
Opnamen die u kunt selecteren
z
Bevestigd
objectief
RF/
EF-objectief
EF-S objectief
Deze beelden kunnen niet worden geselecteerd als de eerste afzonderlijke
o
opname: opnamen gemaakt met [ z 3: Lichte tonen prioriteit] ingesteld
op [Inschakelen] of [Vergroot], of opnamen waarvoor [ z 1: z Bijsnijden/
beeldverhouding] niet is ingesteld op [Volledig] of [1,6x (bijsnijden)].
[Uitschakelen] wordt toegepast voor [ z 2: Lensafwijkingscorrectie] en [ z 3:
o
Auto Lighting Optimizer/ z 3: Auto optimalisatie helderheid], ongeacht de
instellingen van de opname die als eerste afzonderlijke opname is geselecteerd.
1
Selecteer [Select. bld voor meerdere opn.].
2
Selecteer de eerste opname.
Druk op de toetsen < Y > en < Z > om de opname
z
te selecteren die als eerste afzonderlijke opname
moet wordt gebruikt en druk vervolgens op < 0 >.
Selecteer [OK].
z
Het bestandsnummer van de geselecteerde op-
g
name wordt onder in het scherm weergegeven.
3
Maak de opname.
Wanneer u de eerste opname
z
selecteert, wordt het aantal
resterende opnamen zoals ingesteld
bij [Aantal opnames] met 1 verlaagd.
Bijgesneden
opname
Uit
RAW-opnamen vastgelegd op volle grootte.
Aan
RAW-opnamen van bijgesneden opnamen
of genomen met een EF-S objectief
–
Meervoudige belichting
Selecteerbare beelden
171