Movie-opnamen
Voor het maken van movie-opnamen kan de ISO-snelheid niet worden
o
uitgebreid naar L (gelijk aan ISO 50).
Wanneer u overschakelt van foto's naar filmopname, moet u de camera-
o
instellingen controleren voordat u filmopname gaat maken.
Tijdens movie-opnamen kunt u de sluitertijd of het diafragma beter niet
o
aanpassen. Als u dit wel doet, kan de veranderde belichting zichtbaar
zijn in de opname of tot meer ruis leiden bij hoge ISO-snelheden.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een
o
sluitertijd van circa 1/25 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe
korter de sluitertijd, hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp
eruit zal zien.
Als u de sluitertijd verandert terwijl u opnamen maakt bij TL- of
o
ledverlichting, kan er een flikkerend beeld worden opgenomen.
Met ISO auto kan belichtingscorrectie worden ingesteld in een bereik
o
van ±3 stops.
Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop < A > drukken om de
o
ISO-snelheid te vergrendelen. Als u de ISO-snelheid hebt vergrendeld
tijdens de movie-opname, kunt u dit annuleren door op de knop < S >
te drukken. (De ISO-snelheid blijft vergrendeld tot u op de knop < S >
drukt.)
Wanneer u op de knop < A > drukt en vervolgens een nieuwe
o
beeldcompositie maakt, kunt u op de belichtingsniveau-indicator het
verschil in het belichtingsniveau zien in vergelijking met de eerste keer
dat u op de knop < A > drukte.
Als de camera klaar is om opnamen te maken in de modus [ M ], kunt
o
u het histogram weergeven door op de knop < B > te drukken.
U kunt de ISO-snelheid aanpassen tijdens het opnemen van een
o
movie door op de knop < B > te drukken en het instelwiel < 6 > te
gebruiken.
214