Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgebreide gebruikershandleiding
NL
CEL-SY8WA280
© CANON INC. 2022

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon EOS R10

  • Pagina 1 Uitgebreide gebruikershandleiding CEL-SY8WA280 © CANON INC. 2022...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding..........10 Inhoud van de verpakking.
  • Pagina 3 Modus Egale huid..........Groepsfotomodus.
  • Pagina 4 Handmatige belichtingscorrectie........206 Belichtingsvergrendeling (AE-vergrendeling)......208 Instellingen ISO-snelheid voor foto's.
  • Pagina 5 Meettimer........... . 323 Weergavesimulatie.
  • Pagina 6 Kenmerken Servo AF......... . . 488 AF-functies aanpassen.
  • Pagina 7 Hervatten vanaf vorige weergave....... . . Bladeren door beelden met het hoofdinstelwiel..... . . 637 Het afspeelinformatiescherm aanpassen.
  • Pagina 8 Netwerkinstellingen controleren........777 Status draadloze verbinding........778 Instellen.
  • Pagina 9 Persoonlijke voorkeuze/My Menu......Tabbladmenu's: Persoonlijke voorkeuze......838 Aangepaste functie-instellingen.
  • Pagina 10: Inleiding

    Bekijk de beelden nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en beelden niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden overgedragen, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
  • Pagina 11: Inhoud Van De Verpakking

    ), interfacekabel of HDMI-kabel geleverd. Als u een lenzenset hebt gekocht, dient u te controleren of de lenzen zijn meegeleverd. Bewaar bovengenoemde items zorgvuldig. Er is geen cd-rom met software inbegrepen. U kunt software ( ) downloaden van de Canon-website.
  • Pagina 12 Waarschuwing Wanneer u lensinstructiehandleidingen nodig hebt, downloadt u deze van de website van Canon ( Lensinstructiehandleidingen (PDF-bestanden) zijn voor lenzen die afzonderlijk worden verkocht. Indien u een lenzenset koopt, komen sommige accessoires die met de lens zijn meegeleverd, mogelijk niet overeen met de accessoires die in de...
  • Pagina 13: Aanvullende Informatie

    Aanvullende informatie Raadpleeg de volgende website voor informatie over lenzen die compatibel zijn met de camerafuncties en voor aanvullende informatie over de camera. https://cam.start.canon/H001/...
  • Pagina 14: Compatibele Accessoires

    Compatibele accessoires Controleer de volgende website voor details over compatibele accessoires. https://cam.start.canon/H002/...
  • Pagina 15: Instructiehandleidingen

    De bijgevoegde instructiehandleiding bevat basisinstructies over de camera. Uitgebreide gebruikershandleiding Volledige instructies vindt u in deze Uitgebreide gebruikershandleiding. Raadpleeg voor de nieuwste Uitgebreide gebruikershandleiding de volgende website. https://cam.start.canon/C006/ Objectief-/software-instructiehandleiding Download vanaf de volgende website en lees de aanvullende informatie. https://cam.start.canon/ Opmerking Selecteer [ : Handleiding/software URL] om de QR-code op het camerascherm...
  • Pagina 16: Verkorte Handleiding

    Verkorte handleiding Plaats de accu ( Laad na aankoop de accu op om deze te kunnen gebruiken ( Plaats de kaart ( Plaats de kaart met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht totdat deze vastklikt.
  • Pagina 17: Stel De Scherpstelmodus In Op

    Bevestig de lens ( Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de camera zich op één lijn bevinden als u de lens wilt bevestigen. Stel de scherpstelmodus in op < > ( Zet de aan-/uitschakelaar op < >...
  • Pagina 18: Stel Scherp Op Het Onderwerp

    Klap het scherm uit ( Datum/tijd/zone wanneer het instelscherm voor datum/tijd/zone wordt weergegeven. Stel scherp op het onderwerp ( Op elk gedetecteerd gezicht verschijnt een trackingkader [ ] voor AF. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
  • Pagina 19 Bekijk de opname. Het gemaakte beeld wordt circa 2 seconden op het scherm weergegeven. Druk op de knop < > om het beeld nogmaals weer te geven (...
  • Pagina 20: Over Deze Handleiding

    Over deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en voorbeeldfoto's Pictogrammen in deze handleiding Geeft het hoofdinstelwiel aan. < > Geeft het snelinstelwiel aan. < > De multicontroller. < > < > < > < > Geeft aan in welke richting u op de pijltjestoetsen (< >) moet drukken.
  • Pagina 21: Uitgangspunten Voor Bedieningsinstructies En Voorbeeldfoto's

    Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en voorbeeldfoto's Voordat u de instructies volgt, de aan aan-/uitschakelaar instellen op < > ( ) en de multifunctievergrendeling uitschakelen ( Aangenomen wordt dat alle menu-instellingen en persoonlijke voorkeuzen op de standaardinstellingen zijn ingesteld. Als voorbeeld is er in de illustraties in deze handleiding een RF-S18-45mm F4.5-6.3 IS STM-lens op de camera bevestigd.
  • Pagina 22: Compatibele Geheugenkaarten

    Compatibele geheugenkaarten De volgende kaarten kunnen met de camera worden gebruikt, ongeacht de capaciteit. Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren ( SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten Compatibel met UHS-II- en UHS-I-kaarten Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Gebruik voor video-opnamen van video's een kaart met voldoende prestaties (lees-/...
  • Pagina 23: Veiligheidsmaatregelen

    Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen. WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
  • Pagina 24 Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u in de winkel verkrijgbare batterijen of bijgeleverde accu's gebruikt. • Gebruik batterijen/accu's alleen voor het product waarvoor ze bedoeld zijn. • Verwarm batterijen/accu's niet en stel ze niet bloot aan vuur. • Laad batterijen/accu's alleen op met goedgekeurde acculaders. •...
  • Pagina 25 WAARSCHUWING: Neem de onderstaande aandachtspunten in acht. Anders bestaat het risico op lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. Gebruik de flitser niet in de buurt van de ogen. Dit kan pijn doen aan de ogen. Kijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker. Dit kan symptomen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met wagenziekte.
  • Pagina 26 Raak het schermopslagcompartiment (A) niet aan. Het compartiment kan heet worden door gedurende een langere tijd continue opnames of door video's op te nemen. Dit kan brandwonden veroorzaken.
  • Pagina 27: Tips En Waarschuwingen Voor Het Gebruik

    De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem onmiddellijk contact op met een Canon Service Center als de camera nat wordt. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een schone, licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
  • Pagina 28 De camera kan warm worden na herhaalde malen continue opname of fotograferen/ video-opnamen gedurende een langere periode. Dit is geen defect. Een felle lichtbron binnen of buiten het beeldgebied kan reflecties veroorzaken. Indien u met achtergrondbelichting opneemt, houd de zon dan voldoende weg van de beeldhoek.
  • Pagina 29: Scherm En Zoeker

    Scherm en zoeker Het volgende heeft geen invloed op de beelden die door de camera worden opgenomen. Hoewel het scherm en de zoeker zijn gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels hebben, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen en kunnen er ook zwarte, rode of andere gekleurde vlekken voorkomen.
  • Pagina 30 Lens Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, plaatst u de lens met de achterkant naar boven en bevestigt u de achterste lensdop om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contacten te voorkomen (1).
  • Pagina 31: Vegen Op De Beeldsensor

    Als er vegen zichtbaar zijn op het beeld, raden wij u aan de sensor te laten reinigen door een Canon Service Center bij u in de buurt.
  • Pagina 32: Namen Van Onderdelen

    Namen van onderdelen De draagriem bevestigen...
  • Pagina 33 Programmakeuzewiel < > Multifunctie-vergrendelknop < > Hoofdinstelwiel < > Multifunctieknop Ontspanknop Video-opnameknop AF-hulplicht/Lampje voor rode-ogen-reductie/zelfontspanner/afstandsbediening Greep Knop voor scherptedieptecontrole (10) Scherpstelmodusknop (11) Contacten (12) Lensvatting (13) Ingebouwde flitser (14) Microfoon (15) Luidspreker (16) < > Scherpstelvlakmarkering (17) Bevestigingspunt draagriem (18) Markering RF lensvatting (19) Beeldsensor...
  • Pagina 34 (10) (11) (17) (18) (12) (13) (19) (14) (20) (21) (15) (22) (16)
  • Pagina 35 Contacten voor flitssynchronisatie Multifunctieschoen Zoekeroculair < > Menuknop Scherm < > Snelinstelwiel < > aan-/uitschakelaar < > AF-startknop < > Multicontroller (kan ook recht worden ingedrukt) (10) Zoekersensor (11) DC-snoeruitsparing (12) < > Infoknop (13) < > Snel instellen-/instelknop (14) <...
  • Pagina 36 Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel bevat de Basismodi en Creatieve modi. (1) Basismodi U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp of de scène. : Automatisch/scène ( : Speciale scène ( Zelfportret Pannen...
  • Pagina 37: Aangepaste Opnamemodi

    (2) Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen naar wens vast te leggen. Fv: AE met flexibele prioriteit P: AE-programma Tv: AE met sluitertijdvoorkeuze Av: AE met diafragmavoorkeuze M: Handmatige belichting B: Lange belichtingstijden (bulb) (3) Aangepaste opnamemodi U kunt ook <...
  • Pagina 38 Acculader LC-E17 Lader voor accu LP-E17 ( Stekker Laadlampje Lampje “volledig opgeladen” Accusleuven Acculader LC-E17E Lader voor accu LP-E17 ( Netsnoeraansluiting Laadlampje Lampje “volledig opgeladen” Accucompartiment Netsnoer...
  • Pagina 39: De Draagriem Bevestigen

    De draagriem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door het bevestigingspunt van de draagriem en steek het vervolgens door de gesp van de riem zoals afgebeeld. Trek de draagriem strak en zorg ervoor dat deze goed vastzit in de gesp.
  • Pagina 40: Software

    Software Informatie over de software Het downloaden en installeren van EOS-software of andere speciale software Software-instructiehandleidingen Informatie over de software In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van de software die met EOS-camera's wordt gebruikt. Houd er rekening mee dat u voor het downloaden en installeren van de software een internetverbinding nodig hebt.
  • Pagina 41: Het Downloaden En Installeren Van Eos-Software Of Andere Speciale Software

    Het downloaden en installeren van EOS-software of andere speciale software Installeer altijd de laatste versie van de software. Werk eerder geïnstalleerde softwareversies bij door deze te overschrijven met de nieuwste versie. Waarschuwing Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. Anders zal de software niet op de juiste manier worden geïnstalleerd.
  • Pagina 42 Download de software. Maak vanaf een computer verbinding met internet en ga naar de volgende Canon-website. https://cam.start.canon/ Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download de software. Afhankelijk van de software moet u mogelijk het serienummer van de camera invoeren.
  • Pagina 43 Software-instructiehandleidingen Bekijk de volgende website voor software-instructiehandleidingen. https://cam.start.canon/...
  • Pagina 44: Voorbereiding En Basisbediening

    Voorbereiding en basisbediening In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen voor het maken van opnamen en de basiswerkingen van de camera beschreven. • De accu opladen • De accu en kaart invoeren/verwijderen • Het scherm gebruiken • De camera inschakelen •...
  • Pagina 45: De Accu Opladen

    De accu opladen Verwijder het beschermdeksel van de accu. Plaats de accu volledig in de lader. Doe het tegenovergestelde om de accu te verwijderen.
  • Pagina 46 Laad de accu op. LC-E17 Klap de contactpunten van de acculader naar buiten en steek de acculader in het stopcontact. LC-E17E Sluit het netsnoer aan op de lader en steek de stekker in het stopcontact. Het opladen begint automatisch en het laadlampje (1) wordt oranje. Als de accu volledig is opgeladen, wordt het lampje “volledig opgeladen”...
  • Pagina 47 Het verdient aanbeveling om de accu op te laden op de dag dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor. Opgeladen accu's verliezen geleidelijk hun lading, zelfs als ze niet worden gebruikt. Verwijder de accu na het opladen en verwijder de acculader uit het stopcontact. Verwijder de accu wanneer u de camera niet gebruikt.
  • Pagina 48: De Accu En Kaart Invoeren/Verwijderen

    De accu en kaart invoeren/verwijderen Plaatsen De kaart formatteren Verwijderen Plaats een volledig opgeladen accu LP-E17 en kaart in de camera. De vastgelegde beelden worden opgeslagen op de kaart. Plaatsen Schuif de vergrendeling van het kaart-/accucompartimentklepje en open het klepje. Plaats de accu.
  • Pagina 49 Plaats de kaart. Plaats de kaart met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht totdat deze vastklikt. Waarschuwing Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje (1) van de kaart omhoog staat, zodat schrijven en wissen mogelijk is. Sluit het klepje. Druk op het klepje totdat het dichtklikt.
  • Pagina 50: De Kaart Formatteren

    De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren (...
  • Pagina 51: Verwijderen

    Verwijderen Schuif de vergrendeling van het kaart-/accucompartimentklepje en open het klepje. Zet de aan-/uitschakelaar op < >. Controleer of de lees-/schrijfindicator (1) uit is en open vervolgens het kaart-/accucompartimentklepje. Sluit de klep als [Opslaan...] op het scherm wordt weergegeven. De accu verwijderen. Druk de accuvergrendelingshendel in de richting van de pijl en verwijder de accu.
  • Pagina 52 Verwijder de kaart. Druk de kaart voorzichtig in de camera en laat de kaart vervolgens los om deze uit te werpen. Trek de kaart recht uit de camera en sluit het klepje. Waarschuwing Verwijder de kaarten niet onmiddellijk na de weergave van een rood [ pictogram terwijl u opneemt.
  • Pagina 53 Waarschuwing Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat beelden op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgedragen. Maak het kaart-/accucompartimentklepje niet open. Verricht nooit een van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, om beschadiging van beeldgegevens, kaarten of de camera te voorkomen.
  • Pagina 54: Het Scherm Gebruiken

    Het scherm gebruiken U kunt de richting en hoek van het scherm wijzigen. Klap het scherm uit. Draai het scherm. Als het scherm is uitgeklapt, kunt u het naar boven of naar beneden kantelen of het roteren zodat het naar het onderwerp toe is gericht. De weergegeven hoeken zijn slechts bij benadering.
  • Pagina 55 Waarschuwing Probeer het scherm niet met kracht in de juiste positie te plaatsen terwijl u het roteert. Hierdoor wordt te veel druk op de scharnieren gelegd. Als een kabel is aangesloten op de camera, is het bereik van de rotatiehoek van het uitgeklapte scherm beperkt.
  • Pagina 56: De Camera Inschakelen

    De camera inschakelen De datum, tijd en tijdzone instellen De interfacetaal wijzigen Automatische sensorreiniging Indicator accuniveau < > De camera wordt ingeschakeld. U kunt nu foto's maken en video's opnemen. < > De camera is uitgeschakeld en werkt niet. Zet de aan-/uitschakelaar op deze positie wanneer u de camera niet gebruikt.
  • Pagina 57: De Interfacetaal Wijzigen

    De interfacetaal wijzigen Taal voor het wijzigen van de interfacetaal.
  • Pagina 58: Automatische Sensorreiniging

    Automatische sensorreiniging Wanneer de aan-/uitschakelaar wordt ingesteld op < >, wordt de sensor automatisch gereinigd (wat een zacht geluid kan maken). Tijdens de sensorreiniging wordt [ ] op het scherm weergegeven. Om ook automatische sensorreiniging in te schakelen als de aan-/uitschakelaar op < >...
  • Pagina 59 Indicator accuniveau Wanneer de aan-/uitschakelaar is ingesteld op < >, wordt het accuniveau aangegeven. De accu is vol. Het accuniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. De accu is bijna leeg (knippert). Laad de accu op. Opmerking De accu raakt sneller leeg wanneer u een van de volgende handelingen verricht: •...
  • Pagina 60: Rf/Rf-S-Objectieven Bevestigen En Verwijderen

    RF/RF-S-objectieven bevestigen en verwijderen Een lens bevestigen Een lens verwijderen Waarschuwing Kijk niet rechtstreeks naar de zon door een lens. Dit kan het gezichtsvermogen beschadigen. Stel de aan-/uitschakelaar van de camera in op < > wanneer u een lens bevestigt of verwijdert. Als het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het automatisch scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan niet aan.
  • Pagina 61: Een Lens Bevestigen

    Een lens bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop (1) en cameradop (2) door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven. Bevestig de lens. Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de camera zich op gelijke hoogte bevinden en draai de lens in de richting van de pijl totdat deze vastklikt.
  • Pagina 62 Stel de scherpstelmodus in op (< >). < > staat voor Auto Focus, oftewel automatische scherpstelling. < > staat voor Manual Focus, oftewel handmatige scherpstelling. Automatische scherpstelling is uitgeschakeld. Voor RF-lenzen zonder scherpstelmodusknop • Met [ :  • -schakel. (AF/MF)] ingesteld op [Inschakelen] ( ) zet u de scherpstelmodusknop op de voorkant van de camera op <...
  • Pagina 63 Voor RF-lenzen met scherpstelmodusknop Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op < >. De instelling op de lens krijgt voorrang en de scherpstelmodusknop van de camera en de instelling [ :  -schakel. (AF/MF)] heeft geen effect. Verwijder de voorste lensdop.
  • Pagina 64: Een Lens Verwijderen

    Een lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de lens in de richting van de pijl. Draai de lens totdat deze niet meer verder kan en koppel de lens los. Bevestig de achterste lensdop op de lens die u hebt verwijderd.
  • Pagina 65: Ef/Ef-S-Objectieven Bevestigen En Verwijderen

    EF/EF-S-objectieven bevestigen en verwijderen Een lens bevestigen Een lens verwijderen U kunt alle EF- en EF-S-lenzen gebruiken door de optionele vattingadapter EF-EOS R te bevestigen. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-lenzen. Een lens bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop (1) en cameradop (2) door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
  • Pagina 66 Bevestig de lens aan de adapter. Zorg ervoor dat de rode of witte bevestigingsmarkering op de lens zich op gelijke hoogte bevindt met die op de voedingsadapter en draai de lens in de richting van de pijl totdat deze vastklikt. (3) Rode markering (4) Witte markering Bevestig de adapter op de camera.
  • Pagina 67 Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op < >. < > staat voor Auto Focus, oftewel automatische scherpstelling. < > staat voor Manual Focus, oftewel handmatige scherpstelling. Automatische scherpstelling werkt dan niet. Verwijder de voorste lensdop.
  • Pagina 68 Een lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de adapter in de richting van de pijl. Draai de lens totdat dit niet meer verder kan en koppel de lens los. De lens van de adapter ontkoppelen. Houd de ontgrendelknop op de adapter ingedrukt en draai de lens linksom.
  • Pagina 69: Multifunctieschoen

    Multifunctieschoen De multifunctieschoen gebruiken De multifunctieschoen is een flitsschoen die spanning aan accessoires levert en geavanceerde communicatiefuncties biedt. De multifunctieschoen gebruiken Het schoenkapje verwijderen Verwijder het schoenkapje (1) door met uw vinger op het onderdeel met label (A) te drukken zoals weergegeven in de afbeelding. Bewaar het schoenkapje na verwijdering op een geschikte plek om verlies te vermijden.
  • Pagina 70: Het Schoenkapje Bevestigen

    Elektronische zoeker EVF-DC2/EVF-DC1 kan niet aan de multifunctieschoen worden bevestigd. Proberen om de accessoires met kracht te bevestigen kan de accessoires of de multifunctieschoen beschadigen. Het schoenkapje bevestigen Nadat u accessoires van de multifunctieschoen hebt verwijderd, bevestigt u het schoenkapje om de contacten tegen stof en water te beschermen. Schuif het schoenkapje volledig naar binnen door te drukken op het onderdeel met label (B) zoals weergegeven op de afbeelding.
  • Pagina 71: De Zoeker Gebruiken

    De zoeker gebruiken Dioptrische aanpassing Kijk door de zoeker om deze te activeren. U kunt ook de weergave beperken tot het scherm of de zoeker ( Dioptrische aanpassing Schuif de knop voor dioptrische aanpassing. Schuif de knop naar links of rechts zodat de zoekerweergave scherp is. Waarschuwing De zoeker en het scherm kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.
  • Pagina 72: Basisbediening

    Basisbediening De camera vasthouden Ontspanknop < > Hoofdinstelwiel < > Snelinstelwiel < > Multicontroller < > Multifunctieknop < > AF-startknop < > Multifunctie-vergrendelknop < > Bedieningsring < > Infoknop...
  • Pagina 73: De Camera Vasthouden

    De camera vasthouden Het scherm tijdens het opnemen bekijken Terwijl u een opname maakt, kunt u het scherm kantelen om het in te stellen. Zie scherm gebruiken voor meer informatie. (1) Normale hoek (2) Lage hoek (3) Hoge hoek Opnemen door de zoeker Voor scherpe beelden houdt u de camera stil om cameratrilling te minimaliseren.
  • Pagina 74: Ontspanknop

    Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en de diafragmawaarde instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragmawaarde) wordt gedurende circa 8 seconden op het scherm of de zoeker weergegeven (meettimer/ Helemaal indrukken De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt.
  • Pagina 75 Opmerking De camera zal nog steeds pauzeren voordat u een opname maakt als u de ontspanknop volledig indrukt zonder deze eerst tot de helft in te drukken, of als u de ontspanknop tot de helft indrukt en onmiddellijk volledig indrukt. Zelfs bij menuweergave of het afspelen van beelden kunt u direct teruggaan naar de opnamestand door de ontspanknop half in te drukken.
  • Pagina 76: Draai Na Het Indrukken Van Een Knop Aan Het Instelwiel

    < > Hoofdinstelwiel (1) Draai na het indrukken van een knop aan het instelwiel < >. Druk op een knop zoals < > of < > en draai aan het instelwiel < >. Als u de ontspanknop half indrukt, gaat de camera terug naar de stand-bymodus voor opname.
  • Pagina 77 < > Snelinstelwiel (1) Draai na het indrukken van een knop aan het instelwiel < >. Druk op een knop zoals < > of < > en draai aan het instelwiel < >. Als u de ontspanknop half indrukt, gaat de camera terug naar de stand-bymodus voor opname.
  • Pagina 78 < > Multicontroller < > is een toets met acht richtingen en een middenknop. Druk er licht op met de punt van uw duim. Voorbeelden van gebruik van de Multicontroller • Beweging van AF-punt/vergroot kader bij foto's maken of video-opname •...
  • Pagina 79 < > Multifunctieknop Door op de knop < > te drukken en het instelwiel < > te draaien kunt u de ISO- snelheid ( ), de transportmodus ( ), de AF-bediening ( ), witbalans ( ) en flitsbelichtingscorrectie ( ) instellen. Als u het AF-gebied wilt selecteren drukt u op de knop <...
  • Pagina 80 < > AF-startknop Gelijk aan het half indrukken van de ontspanknop (behalve in creatieve modi).
  • Pagina 81: Multifunctie-Vergrendelknop

    < > Multifunctie-vergrendelknop Als u [ : Multifunctievergrendeling] ( ) configureert en op de knop < > drukt, voorkomt u dat instellingen worden gewijzigd door onbedoelde aanraking van het hoofdinstelwiel, het snelinstelwiel, de multicontroller, de bedieningsring of het touchscreenpaneel. Druk nogmaals op de knop < >...
  • Pagina 82: Bedieningsring

    < > Bedieningsring Standaard kunt u belichtingscorrectie instellen door aan de bedieningsring van RF-lenzen of vattingadapters te draaien terwijl u de ontspanknop half indrukt in de modus < >, < >, < >, < > of < >. U kunt ook een andere functie toewijzen aan de bedieningsring door de bediening aan te passen in [ : Wielen aanpassen] (...
  • Pagina 83 < > Infoknop Met elke druk op de knop < > verandert de weergegeven informatie. De volgende voorbeeldschermen zijn voor foto's. * In de basismodi wordt het scherm bij (1) niet weergegeven.
  • Pagina 84: Menubewerkingen En -Instellingen

    Menubewerkingen en -instellingen Menuscherm basismodi Menuscherm creatieve modi Instelprocedure voor het menu Gedimde menu-items < > Multicontroller < >-knop < >-knop Scherm < >-knop < > Snelinstelwiel < > Hoofdinstelwiel...
  • Pagina 85 Menuscherm basismodi * In de basismodi worden sommige tabbladen en menu-items niet weergegeven.
  • Pagina 86 Menuscherm creatieve modi Hoofdtabbladen Secundaire tabbladen Menu-items : Opnamen maken : Automatische scherpstelling : Afspelen : Draadloze functies : Instellen : Persoonlijke voorkeuze (10) : My Menu (11) Menu-instellingen...
  • Pagina 87: Instelprocedure Voor Het Menu

    Instelprocedure voor het menu Geef het menuscherm weer. Druk op de knop < > om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de knop < > om te schakelen tussen de hoofdtabbladen (groepen functies). Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 88 Selecteer een optie. Draai aan het instelwiel < > om een optie te selecteren. De huidige instelling wordt blauw weergegeven. Stel een optie in. Druk op de knop < > om hem in te stellen. Verlaat de instelling. Druk op de knop < >...
  • Pagina 89: Gedimde Menu-Items

    Gedimde menu-items Voorbeeld: Wanneer ingesteld op enkelbeeld transportmodus Gedimde menu-items kunnen niet worden ingesteld. Menu-items worden gedimd weergegeven als een andere functie-instelling voorrang heeft. U kunt de overschrijffunctie weergeven door het gedimde menu-item te selecteren en op de knop < >...
  • Pagina 90: Snel Instellen

    Snel instellen U kunt de weergegeven instellingen direct en intuïtief selecteren en instellen. Druk op de knop < > (...
  • Pagina 91 Selecteer een instelitem en stel uw voorkeursoptie in. Selecteer een item door middel van de toetsen < > < > of door < > omhoog of omlaag te drukken. Pas de instelling aan door aan het instelwiel < > te draaien, door middel van de toetsen <...
  • Pagina 92: Bediening Via Het Touchscreen

    Bediening via het touchscreen Tikken Slepen Tikken Voorbeeldscherm (Snel instellen) Tik met uw vinger op het scherm (kort aanraken en dan weer loslaten). Als u bijvoorbeeld op [ ] tikt, verschijnt het scherm Snel instellen. Door op [ ] te tikken keert u terug naar het vorige scherm.
  • Pagina 93 Slepen Voorbeeldscherm (Menuscherm) Sleep uw vinger over het scherm.
  • Pagina 94: Basismodi

    Basismodi In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in. •...
  • Pagina 95: A+: Volautomatisch Opnamen Maken (Scene Intelligent Auto)

    A+: Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) Opnamen maken van bewegende onderwerpen Scènepictogrammen Instellingen aanpassen Opnamen met toegepaste effecten (Creatieve hulp) < > is een volledig automatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan op het niet-bewegende of bewegende onderwerp door de beweging van het onderwerp te detecteren ( Stel het programmakeuzewiel in op <...
  • Pagina 96 Richt de camera op wat u wilt opnemen (het onderwerp). Onder bepaalde opnameomstandigheden kan op het onderwerp een AF-punt (1) verschijnen. Als op het scherm een AF-punt wordt weergegeven, richt u dat op het onderwerp. Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
  • Pagina 97 Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. Het gemaakte beeld wordt circa 2 seconden op het scherm weergegeven. Als u de interne flitser wilt inklappen, duwt u de flitser met uw vingers naar beneden. Waarschuwing Bewegingen van het onderwerp (of het onderwerp nu stilstaat of beweegt) worden mogelijk niet goed gedetecteerd voor sommige onderwerpen of...
  • Pagina 98: Veelgestelde Vragen

    Veelgestelde vragen Scherpstellen is niet mogelijk (aangegeven door een oranje AF-punt). Richt het AF-punt op een gedeelte met goed contrast en druk de ontspanknop vervolgens half in ( ). Als u te dicht bij het onderwerp bent, gaat u iets achteruit en maakt u een nieuwe opname.
  • Pagina 99: Opnamen Maken Van Bewegende Onderwerpen

    Opnamen maken van bewegende onderwerpen Als u de ontspanknop half indrukt, worden bewegende onderwerpen gevolgd om ze scherp te houden. Houd het onderwerp op het scherm terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, en druk op het beslissende moment de ontspanknop helemaal in.
  • Pagina 100 Scènepictogrammen De camera detecteert het scènetype en alles wordt automatisch ingesteld. Een pictogram van de gedetecteerde scène verschijnt linksboven in het scherm ( ) bij foto's maken, of als u op de video-opnameknop drukt om een video op te nemen met het programmakeuzewiel ingesteld op <...
  • Pagina 101: Instellingen Aanpassen

    Instellingen aanpassen Door pictogrammen op het scherm aan te raken kunt u instellingen aanpassen voor de transportmodus, de beeldkwaliteit, de Touch Shutter en Creatieve hulp.
  • Pagina 102: Opnamen Met Toegepaste Effecten (Creatieve Hulp)

    Opnamen met toegepaste effecten (Creatieve hulp) Druk op de knop < >. Lees de melding en selecteer [OK]. Selecteer een effect. Gebruik het instelwiel < > om een effecten te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 103 Selecteer het effectniveau en andere details. Stel in met het instelwiel < > en druk op de knop < >. Als u de instelling opnieuw wilt instellen, drukt u op de knop < > en selecteert u [OK].
  • Pagina 104: Effecten Van Creative Assist

    Effecten van Creative Assist ] Voorinstelling Selecteer een van de vooraf ingestelde effecten. [Verzadiging], [Kleurtoon 1] en [Kleurtoon 2] zijn niet beschikbaar bij [B&W]. ] Achtergrond wazig Pas de onscherpte van de achtergrond aan. Kies hogere waarden om achtergronden scherper te maken. Kies lagere waarden om de achtergrond te vervagen. Met [Auto] past u de onscherpte van de achtergrond aan de helderheid aan.
  • Pagina 105: Modus Speciale Scène

    Modus Speciale scène De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert. * < > staat voor Special Scene, oftewel Speciale scène. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Druk op de knop < >.
  • Pagina 106 Controleer de instellingen. Druk op de knop < > om het scherm Snel instellen weer te geven. Opmerking U kunt de opnamemodus ook instellen in [ : Opnamemodus]. Als [ : Modusuitleg] is ingesteld op [Uitschakelen], drukt u na stap 1 op de knop <...
  • Pagina 107: Beschikbare Opnamemodi In De Modus

    Beschikbare opnamemodi in de modus <SCN> Opnamemodus Zelfportret Pannen Portret Close-up Egale huid Voedsel Groepsfoto Nacht portret Landschap Nachtopnamen uit hand Panoramaopname HDR-tegenlicht Sport Stille sluiter Kinderen...
  • Pagina 108: Zelfportretmodus

    Zelfportretmodus Gebruik de modus [ ] (Zelfportret) om foto's te maken waar u zelf op staat. Draai het scherm om richting de lens. Aanpasbare beeldverwerking biedt egale huidtinten en aanpassing van de achtergrond en helderheid om uzelf te laten opvallen. Opnametips Stel de helderheid en het egale-huideffect in.
  • Pagina 109: Portretmodus

    Portretmodus Gebruik de modus [ ] (Portret) om de achtergrond onscherp te maken en de persoon die u opneemt te laten opvallen. Ook worden de huidtinten en het haar zachter gemaakt. Opnametips Selecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond het grootst is.
  • Pagina 110: Modus Egale Huid

    Modus Egale huid Met de modus [ ] (Egale huid) kunt u huidtinten er aantrekkelijker uit laten zien. Door beeldverwerking ziet de huid er gladder uit. Opnametips Stel de camera in om gezichten te detecteren. Er wordt een kader weergegeven rondom alle gedetecteerde hoofdonderwerpen waarop Egale huid kan worden toegepast.
  • Pagina 111: Groepsfotomodus

    Groepsfotomodus Gebruik de modus [ ] (Groepsfoto) om groepsfoto's te maken. U kunt opnamen maken waarbij de mensen op de voor- en achtergrond scherp worden weergegeven. Opnametips Gebruik een groothoeklens. Met zoomlenzen wordt het door uitzoomen in de buurt van de groothoekkant makkelijker om tegelijkertijd op iedereen op de voor- en achtergrond scherp te stellen.
  • Pagina 112: Landschapsmodus

    Landschapsmodus Gebruik de modus [ ] (Landschap) voor panoramafoto's, om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauw- en groentinten en scherpe en heldere beelden. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekkant. Stel bij gebruik van een zoomlens deze in op groothoekkant om onderwerpen dichtbij en veraf scherp te krijgen.
  • Pagina 113: Panoramaopnamemodus

    Panoramaopnamemodus Gebruik [ ] (Panorama-opname) om panoramaopnames te maken. Het panorama wordt gegenereerd door opnamen te combineren van continue opnamen terwijl u de camera in één richting beweegt en de ontspanknop volledig ingedrukt houdt. Kies een opnamerichting. Druk op de knop < >...
  • Pagina 114 Opname. Druk de ontspanknop helemaal in en beweeg de camera met een constante snelheid in de richting van de pijl. Het duidelijk weergegeven gebied (1) wordt opgenomen. Er wordt een opnamevoortgangindicator (2) weergegeven. De opname stopt wanneer u de ontspanknop loslaat of wanneer de volledige voortgangindicator wit is.
  • Pagina 115 >-modus een computer of ander apparaat om de formaten van panoramabeelden te verkleinen als u ze vanaf een geheugenkaart in een Canon printer afdrukt. Als u panorama's niet goed kunt aanpassen met software of webservices, probeer hun formaat dan op een computer aan te passen.
  • Pagina 116: Sportmodus

    Sportmodus Gebruik de modus [ ] (Sport) om bewegende onderwerpen op te nemen, zoals hardlopers of rijdende auto's. Opnametips Gebruik een telelens. Om opnamen vanaf een afstand mogelijk te maken wordt het gebruik van een telelens aanbevolen. Volg het onderwerp binnen het gebieds-AF-kader. Er wordt een gebieds-AF-kader weergegeven nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt.
  • Pagina 117: Kindermodus

    Kindermodus Gebruik de modus [ ] (Kinderen) om actieve kinderen op te nemen die rondrennen. Dit zorgt ook voor een gezonde huidtint in de opnamen. Opnametips Volg het onderwerp binnen het gebieds-AF-kader. Standaard is [ : AF-gebied] ingesteld op [Volledig gebied-AF]. Er worden gebieds- AF-kaders (1) weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt.
  • Pagina 118: Panmodus

    Panmodus Met pannen kunt u een snelheidsindruk geven door de achtergrond onscherp te maken. Bevestig een lens die compatibel is met de modus [ ] (Pannen) om de wazigheid van het onderwerp te verminderen en onderwerpen duidelijk en scherp te houden. Opnametips Draai de camera om het bewegende onderwerp te volgen.
  • Pagina 119 Waarschuwing Ga naar de website van Canon ( ) voor meer informatie over lenzen die compatibel zijn met de modus [ Sluitertijden zijn trager. Daarom is de panmodus niet geschikt, tenzij u pant terwijl u opnamen maakt. Opties voor AF-gebied zijn beperkt tot [1-punt AF], [Flexibele zone-AF 1], [Flexibele zone-AF 2] en [Flexibele zone-AF 3].
  • Pagina 120: Close-Upmodus

    Close-upmodus Gebruik de modus [ ] (Close-up) voor close-ups of kleine onderwerpen, zoals bloemen. Gebruik een macrolens (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Met een eenvoudige achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht.
  • Pagina 121: Voedselmodus

    Voedselmodus Gebruik de modus [ ] (Voedsel) voor culinaire fotografie. De foto wordt scherp en aantrekkelijk. De roodachtige tint die wordt veroorzaakt door de lichtbron, wordt bovendien onderdrukt in opnamen die worden gemaakt bij kunstlicht, enzovoort. Opnametips Pas de kleurtoon aan. [Kleurtoon] kan worden aangepast.
  • Pagina 122: Nachtportretmodus

    Nachtportretmodus Gebruik [ ] (Nacht portret)-modus voor heldere, mooie opnamen van mensen met nachtopnamen op de achtergrond. Houd er rekening mee dat voor opnamen in deze modus de ingebouwde flitser of een Speedlite nodig is. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
  • Pagina 123 Opmerking Het zelfontspannerlampje licht kort op na opnamen in deze modus als de zelfontspanner wordt gebruikt.
  • Pagina 124: Modus Nachtopnamen Uit Hand

    Modus Nachtopnamen uit hand De modus [ ] (Nachtopnamen uit hand) maakt het maken van opnamen uit de hand voor nachtopnamen mogelijk. In deze opnamemodus worden voor elke opname vier foto's achter elkaar gemaakt. Deze worden vervolgens gecombineerd en opgeslagen als één beeld met verminderde cameratrilling.
  • Pagina 125: Modus Hdr-Tegenlicht

    Modus HDR-tegenlicht Gebruik de modus [ HDR-tegenlicht) voor scènes met tegenlicht en zowel lichte als donkere gebieden. Bij het maken van opnamen in deze modus worden drie opeenvolgende beelden met verschillende belichtingen gemaakt, die worden gecombineerd om een enkel HDR-beeld te maken waarin details in schaduwen worden weergegeven die anders verloren kunnen gaan vanwege tegenlicht.
  • Pagina 126: Stille Sluitermodus

    Stille sluitermodus Wanneer u stilte nodig hebt, kunt u opnamen maken zonder pieptonen of ontspanknopgeluiden. Opnametips Maak enkele testopnamen. Overweeg vooraf enkele testopnamen te maken, want aanpassing van het diafragma van de lens en scherpstelling kan onder sommige opnameomstandigheden hoorbaar zijn.
  • Pagina 127: Modus Creatieve Filters

    Modus Creatieve filters Kenmerken van creatieve filters Het miniatuureffect aanpassen U kunt opnamen maken terwijl creatieve filtereffecten worden toegepast. Filtereffecten kunnen worden weergegeven voordat u een opname maakt. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Druk op de knop < >.
  • Pagina 128 Selecteer een filtereffect. Draai het instelwiel < > om een filtereffect ( ) te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. De opname wordt weergegeven met het desbetreffende filtereffect toegepast. Pas het effect aan en maak de foto. Druk op de knop <...
  • Pagina 129 Opmerking Met [Korrelig Z/W] zal het korrelige voorbeeld enigszins afwijken van het uiterlijk van uw opnamen. Met de opties [Softfocus] of [Miniatuureffect] kan het voorbeeld met wazig effect enigszins afwijken van het uiterlijk van uw opnamen. Er wordt geen histogram weergegeven. Een vergrote weergave is niet beschikbaar.
  • Pagina 130: Kenmerken Van Creatieve Filters

    Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen kunt u het zwart- witeffect veranderen. Softfocus Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de scherpte aan te passen bepaalt u de zachtheid van het beeld.
  • Pagina 131 HDR-kunst olieverf De kleuren zijn het meest verzadigd, waardoor het onderwerp er echt uitspringt en de opname er als een olieverfschilderij uitziet. HDR-kunst embossed De kleurverzadiging, de helderheid, het contrast en de gradatie zijn beperkt, wat ervoor zorgt dat de opname er vlak, vervaagd en oud uitziet. De onderwerpcontouren hebben intense heldere (of donkere) randen.
  • Pagina 132 Het miniatuureffect aanpassen Verplaats het scènekader. Gebruik het scènekader om een gebied in te stellen dat er scherp uitziet. Om het scènekader beweegbaar te maken (oranje weergegeven) drukt u op de knop < > of tikt u op [ ] rechtsonder in het scherm. Door op [ ] te tikken kunt u ook de verticale of horizontale stand van het scènekader wisselen.
  • Pagina 133 Verplaats het AF-punt zoals gewenst en maak de opname. Het AF-punt wordt oranje en kan worden verplaatst. Druk op de toetsen < > < > < > < > om het AF-punt te verplaatsen naar de positie waarop moet worden scherpgesteld. Het wordt aanbevolen om het AF-punt en het scènekader uit te lijnen.
  • Pagina 134: Creatieve Modi

    Creatieve modi Creatieve modi geven u de vrijheid om diverse opnamen te maken door de sluitertijd, diafragmawaarde, belichting, enzovoort, van uw keuze te maken. Als u de beschrijving van de opnamemodus die wordt weergegeven wanneer u aan het programmakeuzewiel draait, wilt wissen, drukt u op de knop < >...
  • Pagina 135: Fv: Ae Met Flexibele Prioriteit

    Fv: AE met flexibele prioriteit In deze modus kunt u de sluitertijd, de diafragmawaarde en de ISO-snelheid handmatig of automatisch instellen en deze instellingen combineren met uw keuze van belichtingscompensatie. Opnemen in de modus < >, met beheer over elk van deze parameters, komt overeen met opnemen in de modus <...
  • Pagina 136: Combinaties Van Functies In De Modus

    Stel de hoeveelheid belichtingscompensatie in. Draai aan het instelwiel < > en selecteer de indicator belichtingsniveau. [ ] verschijnt links van de indicator belichtingsniveau. Draai aan het instelwiel < > om de instelling in te voeren. Om de instelling terug te zetten op [±0] drukt u op de knop < >.
  • Pagina 137 Opmerking Waarden voor sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-snelheid die op [AUTO] zijn ingesteld, worden onderstreept. U kunt de sluitertijd, de diafragmawaarde en de ISO-snelheid instellen op [AUTO] en de belichtingscorrectiewaarde op [±0] in stap 2 of 3 door op de knop < >...
  • Pagina 138: P: Ae-Programma

    P: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. * < > staat voor programma. * AE staat voor Auto Exposure, oftewel automatische belichting. Stel het programmakeuzewiel in op < >.
  • Pagina 139 Maak de opname. Bepaal de compositie en druk de ontspanknop helemaal in. Waarschuwing Wanneer de sluitertijd “30"” en de kleinste diafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser. Wanneer de sluitertijd “1/4000” en de hoogste diafragmawaarde knipperen, is er sprake van overbelichting.
  • Pagina 140: Tv: Ae Met Sluitertijdvoorkeuze

    Tv: AE met sluitertijdvoorkeuze In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderheid van het onderwerp past. Een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp als het ware bevriezen. Een langere sluitertijd geeft een wazig effect, wat de indruk van beweging wekt.
  • Pagina 141 Stel de gewenste sluitertijd in. Draai aan het instelwiel < > om de instelling te kiezen. Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in. De diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld. Bekijk de weergave en maak een opname. Zolang de diafragmawaarde niet knippert, wordt de standaardbelichting gebruikt.
  • Pagina 142 Opmerking Weergave van de sluitertijd “0"5” staat bijvoorbeeld voor 0,5 sec. en “15"” staat voor 15 sec.
  • Pagina 143: Av: Ae Met Diafragmavoorkeuze

    Av: AE met diafragmavoorkeuze Scherptedieptecontrole In deze modus stelt u de gewenste diafragmawaarde in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die overeenkomt met de helderheid van het onderwerp. Bij een hoger f-getal (een kleiner diafragma) vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele scherpstelling.
  • Pagina 144 Stel de gewenste diafragmawaarde in. Draai aan het instelwiel < > om de instelling te kiezen. Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in. De sluitertijd wordt automatisch ingesteld. Bekijk de weergave en maak een opname. Zolang de sluitertijd niet knippert, wordt de standaardbelichting verkregen.
  • Pagina 145 Waarschuwing Als de “30"”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel < > om de diafragmawaarde te verlagen (het diafragma te openen) totdat de sluitertijd stopt met knipperen, of stel een hogere ISO-snelheid in. Als de “1/4000”-sluitertijd knippert, is er sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel <...
  • Pagina 146 Scherptedieptecontrole Druk op de knop voor scherptedieptecontrole om de huidige diafragmawaarde-instelling te selecteren voor de lens en het scherpgestelde gebied te controleren (scherptediepte). Opmerking Hoe groter de diafragmawaarde is, des te dieper het scherpstelgebied is vanaf de voorgrond tot de achtergrond. Het scherptediepte-effect is duidelijk te zien op beelden als u de diafragmawaarde wijzigt en op de knop voor scherptedieptecontrole drukt.
  • Pagina 147: M: Handmatige Belichting

    M: Handmatige belichting Belichtingscompensatie met ISO auto In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. * <...
  • Pagina 148: Belichtingscompensatie Met Iso Auto

    Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in. Controleer de markering voor het belichtingsniveau [ ] om te zien hoe ver het huidige belichtingsniveau van het standaardbelichtingsniveau is verwijderd. (1) Standaardbelichtingsindex (2) Markering belichtingsniveau Stel de belichting in en maak de opname. Controleer de indicator voor het belichtingsniveau en stel de gewenste sluitertijd en de diafragmawaarde in.
  • Pagina 149 Opmerking ISO-snelheid is vergrendeld wanneer u de ontspanknop half indrukt nadat onderwerpen zijn scherpgesteld met 1-beeld AF in modus < > met ISO Auto, < > (Meervlaksmeting) en [ : Mtmth., AE vrgr. na schrpst.] ingesteld op de standaardinstelling ( Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop < >...
  • Pagina 150: B: Lange Belichtingstijden (Bulb)

    B: Lange belichtingstijden (bulb) Bulbtimer In deze modus blijft de sluiter open zolang u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt. Zodra u de ontspanknop loslaat, gaat de sluiter dicht. Gebruik de instelling voor bulb-belichting voor nachtopnamen, opnamen van vuurwerk, de sterrenhemel en andere opnamen waarvoor een lange belichting is vereist.
  • Pagina 151 Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Lange bulb-belichtingstijden produceren meer ruis in het beeld dan normaal. ISO 400 wordt gebruikt wanneer de camera is ingesteld op ISO auto.
  • Pagina 152 Selecteer [Inschak.]. Selecteer [Inschak.] en druk vervolgens op de knop < >. Stel de belichtingstijd in. Selecteer een optie (uren : minuten : seconden). Druk op de knop < > om [ ] weer te geven. Stel een waarde in en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 153 Maak de opname. Nadat u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt, gaat de bulb- belichting door gedurende de door u opgegeven tijd. ] en de belichtingstijd worden op het scherm weergegeven tijdens bulbtimer-opnamen. Als u de timerinstelling wilt wissen, stelt u bij stap 2 [Uitschak.] in. Waarschuwing Bulb-belichting stopt als u de ontspanknop helemaal indrukt en deze loslaat tijdens de timer.
  • Pagina 154: Opnamen Maken Met De Flitser

    Opnamen maken met de flitser In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u opnamen kunt maken met de ingebouwde flitser of een externe flitser (Speedlites uit de EL-/EX-serie). rechts van een paginatitel geeft functies aan die alleen in Creatieve modi beschikbaar zijn (<...
  • Pagina 155: Opnamen Maken Met Behulp Van De Ingebouwde Flitser

    Opnamen maken met behulp van de ingebouwde flitser Opnamen maken met FE-vergrendeling Het gebruik van de ingebouwde flitser wordt aanbevolen wanneer het pictogram [ ] in de zoeker of op het scherm verschijnt, wanneer onderwerpen bij dagopnamen tegenlicht hebben of wanneer u bij weinig licht fotografeert. Klap de flitser met de hand uit.
  • Pagina 156 Maak de opname. De flitser gaat af zodra is scherpgesteld en u de ontspanknop volledig indrukt. Om de ingebouwde flitser na het maken van opnamen in te trekken duwt u deze met uw vingers omlaag, totdat hij vastklikt. Opnametips Verlaag de ISO-snelheid bij fel licht. Verlaag de ISO-snelheid als de belichtingsinstelling in de zoeker knippert.
  • Pagina 157: Opnamen Maken Met Fe-Vergrendeling

    FE-vergrendeling. Nadat u de juiste flitsbelichting voor de juiste helderheid van het onderwerp hebt ingesteld, kunt u een nieuwe compositie maken (het onderwerp bij de rand plaatsen) en de opname maken. Deze functie kan ook worden gebruikt met een Canon Speedlite uit de EL-/EX-serie.
  • Pagina 158 Druk op de knop < > ( Centreer het onderwerp en druk vervolgens op de knop < >. Een voorflits wordt geactiveerd door de flitser en de flitsoutput die voor de opname vereist is, wordt onthouden. ] verschijnt kort op het scherm en [ ] licht op.
  • Pagina 159 Waarschuwing Het pictogram [ ] knippert wanneer het onderwerp te ver weg is en uw foto's donker zouden worden. Ga dichter bij het onderwerp staan en herhaal de stappen 2 t/m 4.
  • Pagina 160: Flitsfunctie-Instellingen

    Flitsfunctie-instellingen Flitsen E-TTL-balans E-TTL II-flitslichtmeting Continue flitsbesturing Rode-ogen-reductie Langzame synchronisatie Functie-instellingen ingebouwde flitser Instellingen van de externe flitser Persoonlijke voorkeuze-instellingen van externe flitser Flitsfunctie-instellingen wissen/Persoonlijke voorkeuze voor flitser Functies van de ingebouwde flitser of externe flitser van de EL/EX-serie Speedlites kunnen worden ingesteld vanuit menuschermen op de camera.
  • Pagina 161 Selecteer een optie. Flitsen Stel de optie in op [ ] (in basismodi of de modus < >) om de flitser automatisch te activeren op basis van de opnameomstandigheden. Stel de optie in op [ ] om de flitser bij elke opname te activeren. Selecteer [ ] (in de creatieve modi) om te voorkomen dat de flitser wordt geactiveerd of als u het AF-hulplicht wilt gebruiken.
  • Pagina 162 E-TTL-balans U kunt de weergave (balans) voor flitseropnamen naar wens instellen. Met deze instelling kunt u de ratio van omgevingslicht instellen op Speedlite-lichtuitvoer. Stel de balans in op [Sfeerprioriteit] voor een kleinere proportie flitseroutput en het gebruik van omgevingslicht voor levensechte opnamen met een natuurlijke sfeer. Dit is met name handig voor opname van donkere scènes (bijvoorbeeld binnenshuis).
  • Pagina 163: E-Ttl Ii-Flitslichtmeting

    E-TTL II-flitslichtmeting Stel in op [Eval (Gez.vrk.)] voor flitslichtmetingen die geschikt zijn voor opnamen van mensen. Stel deze optie in op [Evaluatief] voor flitslichtmeting die de nadruk legt op het flitsen bij continue opnamen. Als [Gemiddeld] is ingesteld, wordt een gemiddelde flitsbelichting voor de gehele gemeten scène gebruikt.
  • Pagina 164: Continue Flitsbesturing

    Continue flitsbesturing Stel deze optie in op [E-TTL elke opn.] om voor elke opname een flitslichtmeting uit te voeren. Stel deze optie in op [E-TTL 1e opn.] om alleen voor de eerste opnamen voorafgaand aan continue opnamen flitslichtmeting uit te voeren. Het flitsersterkteniveau voor de eerste opnamen wordt toegepast op alle volgende opnamen.
  • Pagina 165: Rode-Ogen-Reductie

    Rode-ogen-reductie Stel deze optie in op [Inschak.] om de rode ogen te verminderen door het lampje voor rode- ogen-reductie te laten branden voordat de flitser wordt geactiveerd.
  • Pagina 166: Langzame Synchronisatie

    Langzame synchronisatie U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitseropnamen instellen in de modus < > of < >. Merk op dat de maximale flitssynchronisatiesnelheid varieert afhankelijk van de instelling [ : Sluitermodus]. Dit bedraagt 1/250 sec. bij de instelling [Elektr. 1e grd.] en 1/200 sec.
  • Pagina 167 1/250-1/60 sec. auto ( Voorkomt dat er automatisch een trage sluitertijd wordt ingesteld bij weinig licht. Effectief voor het voorkomen van wazige onderwerpen en cameratrilling. Licht van de flitser biedt standaardbelichting voor onderwerpen, maar houd er rekening mee dat de achtergronden donker kunnen zijn.
  • Pagina 168: Functie-Instellingen Ingebouwde Flitser

    Functie-instellingen ingebouwde flitser Flitsmodus • Stel deze optie in op [E-TTL II] om opnamen te maken in E-TTL II/E-TTL volledig automatische flitsermodus. • Stel deze optie in op [Manual flash] om handmatig de gewenste flitsoutput op te geven in [ flitsoutput].
  • Pagina 169 Sluiter sync. Stel deze optie normaliter in op [1e-gordijn], zodat er direct na het begin van de opnamen wordt geflitst. Stel deze optie in op [2e-gordijn] en gebruik lange sluitertijden voor natuurlijk ogende opnamen van bewegingssporen van het onderwerp, zoals de koplampen van een auto. Waarschuwing Stel tijdens het gebruik van 2e-gordijnsynchronisatie de sluitertijd in op 1/30 seconde of langzamer.
  • Pagina 170 bel.comp. Stel de flitsbelichtingscorrectie in als de helderheid van het onderwerp niet naar wens is (zodat u de flitsoutput wilt aanpassen) bij flitsfotografie. Selecteer [ bel.comp.]. Stel de waarde voor de compensatie in. Om de flitsbelichting helderder te maken stelt u de compensatiehoeveelheid in de richting van [Lichter] in (positieve compensatie), of om deze donkerder te maken, stelt u deze in de richting van [Donkerder] in (negatieve compensatie).
  • Pagina 171 Waarschuwing Het instellen van [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid] ( ) op een optie anders dan [Uitschak.] kan nog steeds lichte beelden opleveren, zelfs als u negatieve flitsbelichtingscorrectie hebt ingesteld voor donkerdere belichting. Als flitsbelichtingscorrectie met een externe Speedlite (afzonderlijk verkrijgbaar, is ingesteld, kunt u de flitsbelichtingscorrectie niet op de camera instellen (Snel instellen of instelling externe flitser).
  • Pagina 172: Instellingen Van De Externe Flitser

    Instellingen van de externe flitser De weergegeven informatie op het scherm, de positie van de weergave en de beschikbare opties variëren afhankelijk van het model Speedlite, de persoonlijke voorkeuze-instellingen, de flitsmodus en andere factoren. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw flitsapparaat voor meer informatie over de functies ervan.
  • Pagina 173 Flitsmodus U kunt de flitsmodus selecteren die geschikt is voor flitsfotografie. [E-TTL II-flitsmeting] is de standaardmodus voor het maken van opnamen met de automatische flitser met Speedlites uit de EL/EX-serie. [Handmatig flitsen] wordt gebruikt wanneer u het [Flitssterkteniveau] van de Speedlite zelf wilt instellen.
  • Pagina 174: Regeling Flitsverhouding (Ratio)

    Draadloze functies U kunt radio- of optische draadloze transmissie gebruiken om opnames te maken met draadloze meervoudige flitslichttechniek. Raadpleeg voor meer informatie over draadloos flitsen de instructiehandleiding van een Speedlite die compatibel is met wireless flitsfotografie. Regeling flitsverhouding (RATIO) Met een macroflitser kunt u de flitsverhouding regelen. Raadpleeg de instructiehandleiding van de macroflitser voor meer informatie over de regeling van de flitsverhouding.
  • Pagina 175: Sluitersynchronisatie

    Sluitersynchronisatie Stel deze optie normaliter in op [Synchronisatie 1e gordijn], zodat er direct na de opnamen wordt geflitst. Stel deze optie in op [Synchronisatie 2e gordijn] en gebruik lange sluitertijden voor natuurlijk ogende opnamen van bewegingssporen van het onderwerp, zoals de koplampen van een auto.
  • Pagina 176 Opmerking Als flitsbelichtingscorrectie op de Speedlite is ingesteld, kunt u de flitsbelichtingscorrectie niet op de camera instellen. Houd er rekening mee de instelling van de Speedlite voorrang heeft op die van de camera als beide tegelijkertijd zijn ingesteld.
  • Pagina 177: Flitsbelichtingsbracketing

    Flitsbelichtingsbracketing Speedlites die zijn uitgerust met flitsbelichtingsbracketing (FEB) kunnen de externe flitseroutput automatisch wijzigen, aangezien er drie opnamen tegelijk worden gemaakt.
  • Pagina 178: Persoonlijke Voorkeuze-Instellingen Van Externe Flitser

    Persoonlijke voorkeuze-instellingen van externe flitser Raadpleeg de instructiehandleiding van de externe Speedlite voor meer informatie over de persoonlijke voorkeuze-instellingen van de Speedlite. Selecteer [C.Fn-inst. externe flitser]. Stel de gewenste functies in. Selecteer het nummer. Selecteer een optie. Waarschuwing Wanneer op een Speedlite uit de EL/EX-serie de aangepaste functie [Flits meetmethode] is ingesteld op [1:TTL] (automatische flits), werkt de Speedlite altijd op vol vermogen.
  • Pagina 179: Flitsfunctie-Instellingen Wissen/Persoonlijke Voorkeuze Voor Flitser

    Flitsfunctie-instellingen wissen/Persoonlijke voorkeuze voor flitser Selecteer [Wis instellingen]. Selecteer de instellingen die u wilt wissen. Selecteer [Wis inst. interne flitser], [Wis inst. externe flitser] of [Wis C.Fn's externe flitser]. Selecteer [OK] op het bevestigingsscherm om alle flitsinstellingen of persoonlijke voorkeuze-instellingen te wissen.
  • Pagina 180: Opnemen Met Speedlites

    Opnemen met Speedlites EL/EX-serie Speedlites voor EOS-camera's Canon Speedlites die niet tot de EL/EX-serie behoren Niet-Canon-flitseenheden EL/EX-serie Speedlites voor EOS-camera's Eigenschappen van de EL/EX-serie Speedlites (apart verkrijgbaar) kunnen worden gebruikt bij flitseropnamen met de camera. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EL/EX-serie voor instructies.
  • Pagina 181 Waarschuwing Sommige Speedlites kunnen niet rechtstreeks op deze camera worden bevestigd. Multifunctieschoen voor meer informatie. Het instellen van [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid] ( ) op een optie anders dan [Uitschak.] kan nog steeds lichte beelden opleveren, zelfs als u lagere flitsbelichtingscorrectie hebt ingesteld voor donkerdere beelden.
  • Pagina 182 Canon Speedlites die niet tot de EL/EX-serie behoren Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden ingesteld op de automatische A-TTL- of TTL-flitsmodus, werkt de flitser alleen op volledig vermogen. Stel de opnamemodus van de camera in op <...
  • Pagina 183 Niet-Canon-flitseenheden Synchronisatiesnelheid De synchronisatiesnelheid voor niet-Canon-flitseenheden varieert per sluitermodus. Synchronisatiesnelheid : Sluitermodus]-instelling Mechanisch 1/200 sec. of trager Elektr. 1e grd. 1/250 sec. of trager Met grote studioflitseenheden is de flitsduur langer dan die van een compacte flitser en afhankelijk van het model. Voordat u gaat fotograferen, moet u controleren of de flitsersynchronisatie correct wordt uitgevoerd door enkele testopnamen te maken met een synchronisatiesnelheid van ongeveer 1/60 seconden tot 1/30 seconden.
  • Pagina 184: Fotograferen En Opnemen

    Fotograferen en opnemen In dit hoofdstuk worden het fotograferen en opnemen en de menu-instellingen op het tabblad Opname [ ] beschreven. • Foto's maken • Video-opname...
  • Pagina 185: Foto's Maken

    Foto's maken rechts van titels geeft functies aan die alleen in Creatieve modi beschikbaar zijn. • Tabbladmenu's: Foto's maken • Beeldkwaliteit • Dual Pixel RAW • Aspect ratio van foto’s • Reeksopnamen met automatische bracketing (AEB) • Handmatige belichtingscorrectie • Belichtingsvergrendeling (AE-vergrendeling) •...
  • Pagina 186 • Opnamen maken met de Touch Shutter • Kijktijd voor beelden • Hogesnelheidsweergave • Meettimer • Weergavesimulatie • Simulatie van de optische zoeker • Weergave met opname-informatie • Omgekeerde weergave • Zoekerweergaveformaat • Weergaveprestaties • Algemene informatie bij het maken van foto's...
  • Pagina 187: Tabbladmenu's: Foto's Maken

    Tabbladmenu's: Foto's maken Opname 1 Beeldkwalit. Dual Pixel RAW Hoogte/breedte foto Opname 2 Bel.comp./AEB ISO-snelheidsinst. HDR-opname HDR-modus Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid Lichte tonen prioriteit Antiknipperopname...
  • Pagina 188 Opname 3 Flitsbesturing Meetmethode Opname 4 Witbalans Handmatige witbalans WB Shift/Bkt. Kleurruimte (5) Beeldstijl • Beeldstijlselectie • Aanpassen van beeldstijlen • Beeldstijlen registreren Micro-contrast Opnemen met creatieve filters...
  • Pagina 189 Opname 5 Lensafwijkingscorrectie Ruisred. lange sluitertijd Hoge ISO-ruisreductie Stofwisdata Opname 6 Meerdere opnames RAW-burstmodus Scherpst.bracket.
  • Pagina 190 Opname 7 Transportmodus Intervaltimer Bulbtimer Stille-sluiterfunctie Sluitermodus Ontspan sluiter zonder kaart Opname 8 IS (beeldstabilisatie)-modus Pas snel instellen aan Touch Shutter Beeld terugkijken Hogesnelheidsweergave Meettimer...
  • Pagina 191 Opname 9 Weergavesimulatie OVF sim. weerg.hulp Opname-infoscherm Omg. weergave Formaat VF-weerg. Weerg.prestaties Opname 10 Movie-opn.form. Geluidsopname ISO-snelheidsinst. Auto. langzame sluiter Functie sluiterknop v. movies...
  • Pagina 192 In de Basismodi verschijnen de volgende schermen. Opname 1 Opnamemodus Beeldkwalit. Dual Pixel RAW Hoogte/breedte foto Flitsbesturing Opname 2 Transportmodus Intervaltimer Ontspan sluiter zonder kaart...
  • Pagina 193 Opname 3 IS (beeldstabilisatie)-modus Touch Shutter Beeld terugkijken Opname-infoscherm Omg. weergave Formaat VF-weerg. Weerg.prestaties Opname 4 Geg. Creatieve hulp behoud.
  • Pagina 194 Opname 5 Movie-opn.form. Geluidsopname Functie sluiterknop v. movies...
  • Pagina 195: Beeldkwaliteit

    Beeldkwaliteit RAW-beelden Richtlijnen voor instellingen voor beeldkwaliteit Maximale opnamereeks voor continue opname U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. JPEG/HEIF-beeldkwaliteitopties zijn als volgt: . Voor RAW-beelden kunt u opgeven als beeldkwaliteit. Selecteer [ : Beeldkwalit.]. Stel de beeldkwaliteit in. Voor RAW-beelden draait u aan het instelwiel <...
  • Pagina 196 Opmerking HEIF kan worden ingesteld wanneer [ : HDR-opname ] is ingesteld op [Inschak.]. U kunt deze beelden converteren naar JPEG-beelden na opname ( wordt ingesteld als u zowel RAW als JPEG/HEIF instelt op [ Twee versies van elke opname worden opgenomen met de door u opgegeven beeldkwaliteit wanneer u zowel RAW als JPEG/HEIF hebt geselecteerd.
  • Pagina 197 Als een vorige versie van DPP versie 4.x op uw computer is geïnstalleerd, downloadt u en installeert u de nieuwste versie van DPP van de Canon-website om deze bij te werken ( ), die de vorige versie zal overschrijven.
  • Pagina 198: Richtlijnen Voor Instellingen Voor Beeldkwaliteit

    Richtlijnen voor instellingen voor beeldkwaliteit Raadpleeg Bestandsgrootte foto's / Aantal beschikbare opnamen Maximale opnamereeks voor continue opnamen [Circa] voor meer informatie over bestandsgrootte, aantal beschikbare opnamen, maximale opnamereeks en andere geschatte waarden.
  • Pagina 199: Maximale Opnamereeks Voor Continue Opname

    Maximale opnamereeks voor continue opname De maximale opnamereeks wordt bij benadering weergegeven linksboven in het opnamescherm en rechtsonder in de zoeker. Opmerking Als de maximale opnamereeks wordt weergegeven als “99”, kunt u 99 of meer continue opnamen maken. Er zijn minder opnamen beschikbaar voor een waarde van 98 of lager, en wanneer [BUSY] wordt weergegeven op het scherm, is het interne geheugen vol en zal de opname tijdelijk stoppen.
  • Pagina 200: Dual Pixel Raw

    Dual Pixel RAW - of -opnamen maken met deze optie ingeschakeld, levert speciale Dual Pixel RAW-beelden op met Dual Pixel-informatie van de beeldsensor. Dit wordt het maken van Dual Pixel RAW-opnamen genoemd. Bij het verwerken van deze beelden in Digital Photo Professional-software voor EOS- camera's kunt u gebruikmaken van de Dual Pixel-data voor het verfijnen van schijnbare resolutie (met diepte-informatie), het camerastandpunt iets verschuiven, en reflecties verminderen.
  • Pagina 201 Waarschuwing Het opstarten duurt langer als de aan-/uitschakelaar op < > staat of als de camera de activiteiten weer hervat vanuit automatisch uitschakelen. De continue opnamesnelheid is langzamer als u opneemt met Dual Pixel RAW ). Ook de maximale opnamereeks is lager. De transportmodi [ ] en [ ] zijn niet beschikbaar.
  • Pagina 202: Aspect Ratio Van Foto's

    Aspect ratio van foto’s U kunt de aspect ratio van de opname wijzigen. Selecteer [ : Hoogte/breedte foto]. Stel de aspect ratio in. Selecteer een aspect ratio. Als u de opnamegebiedweergave niet wilt wijzigen, drukt u op de knop < >. JPEG-beelden De opnamen worden samen met de ingestelde aspect ratio opgenomen.
  • Pagina 203 Selecteer hoe het opnamegebied wordt weergegeven. Druk in het scherm in stap 2 op de knop < >. Selecteer het weergavetype en druk vervolgens op de knop < >. Opmerking RAW-beelden die zijn vastgelegd met een aspect ratio van [4:3], [16:9] of [1:1] worden tijdens weergave getoond met lijnen die het opnamegebied aangeven.
  • Pagina 204: Reeksopnamen Met Automatische Bracketing (Aeb)

    Reeksopnamen met automatische bracketing (AEB) In belichtingsbracketing worden drie opeenvolgende beelden vastgelegd met verschillende belichtingen binnen uw gespecificeerde bereik van maximaal ±3 stops (in tussenstappen van 1/3 stop) door de sluitertijd, diafragmawaarde of ISO-snelheid automatisch aan te passen. * AEB staat voor Auto Exposure Bracketing, oftewel bracketing met automatische belichting. Selecteer [ : Bel.comp./AEB].
  • Pagina 205 Maak de opname. Standaardbelichting Verminderde belichting Langere belichting Drie bracketed opnamen worden overeenkomstig de ingestelde transportmodus in deze volgorde gemaakt: standaardbelichting, verminderde belichting en langere belichting. AEB wordt niet automatisch geannuleerd. Om AEB te annuleren, volgt u stap 2 om de weergave van het AEB-bereik uit te schakelen. Waarschuwing Belichtingscorrectie in AEB is mogelijk minder effectief wanneer [ : Auto...
  • Pagina 206: Handmatige Belichtingscorrectie

    Handmatige belichtingscorrectie Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (verminderde belichting) te maken. Belichtingscorrectie is beschikbaar in de modi < >, < >, < >, < > en < >. M: Handmatige belichting voor details over belichtingscorrectie als de modus <...
  • Pagina 207 Opmerking De belichtingscorrectiewaarde blijft van toepassing, zelfs nadat u de aan-/ uitschakelaar op < > hebt gezet.
  • Pagina 208: Belichtingsvergrendeling (Ae-Vergrendeling)

    Belichtingsvergrendeling (AE-vergrendeling) Effect van AE-vergrendeling U kunt de belichting vergrendelen als u de opname afzonderlijk wilt scherpstellen en belichten of wanneer u meerdere opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop < > om de belichting te vergrendelen, maak vervolgens een nieuwe compositie en maak de opname.
  • Pagina 209: Effect Van Ae-Vergrendeling

    Bepaal de compositie opnieuw en maak de opname. Als u nog meer foto's wilt maken terwijl u de AE-vergrendeling behoudt, houdt u de knop < > ingedrukt en drukt u op de ontspanknop om nog een foto te maken. Opmerking AE-vergrendeling is niet mogelijk bij bulb-belichting.
  • Pagina 210: Instellingen Iso-Snelheid Voor Foto's

    Instellingen ISO-snelheid voor foto's ISO-snelheidsbereik bij handmatige instelling ISO-snelheidsbereik bij ISO auto De kortste sluitertijd voor ISO auto instellen Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op het gewenste omgevingslichtniveau. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. ISO-snelheid tijdens video-opname voor informatie over de ISO-snelheid bij video- opnamen.
  • Pagina 211: Richtlijnen Voor De Iso-Snelheid

    Stel de ISO-snelheid in. Draai aan het instelwiel < > om de instelling te kiezen. De ISO-snelheid kan worden ingesteld op een waarde van ISO 100 tot en met ISO 32000, met tussenstappen van 1/3 stop. Als [AUTO] is geselecteerd, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld.
  • Pagina 212 Opmerking U kunt de ISO-snelheid ook instellen in de optie ISO-snelheid door op de knop < > te drukken terwijl een beeld op het scherm wordt weergegeven. Om het bereik van de handmatige ISO-snelheidsinstelling uit te breiden naar H (equivalent met ISO 51200) moet u [ISO-snelh.bereik] aanpassen in [ : ...
  • Pagina 213: Iso-Snelheidsbereik Bij Handmatige Instelling

    ISO-snelheidsbereik bij handmatige instelling U kunt het bereik van de handmatige ISO-snelheid instelling instellen (de minimum- en maximumgrenzen). U kunt de minimumgrens instellen tussen ISO 100 en ISO 32000 en de maximumgrens tussen ISO 200 en ISO H (gelijk aan ISO 51200). Selecteer [ : ...
  • Pagina 214 Stel [Maximum] in. Selecteer het vakje [Maximum] en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer een ISO-snelheid en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer [OK].
  • Pagina 215 ISO-snelheidsbereik bij ISO auto U kunt het automatische ISO-snelheidsbereik voor ISO auto instellen tussen ISO 100 en ISO 32000. Het minimum kan worden ingesteld binnen ISO 100-25600 en het maximum binnen ISO 200-32000, in stappen van 1 stop. Selecteer [Autom. bereik]. Stel [Minimum] in.
  • Pagina 216 Stel [Maximum] in. Selecteer het vakje [Maximum] en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer een ISO-snelheid en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer [OK]. Opmerking De instellingen [Minimum] en [Maximum] werken ook als de minimale en maximumsnelheid voor veiligheidsshift van de ISO-snelheid (...
  • Pagina 217: De Kortste Sluitertijd Voor Iso Auto Instellen

    De kortste sluitertijd voor ISO auto instellen U kunt de kortste sluitertijd voor ISO auto instellen om te voorkomen dat sluitertijden automatisch te laag worden ingesteld. Dit is effectief in de < >- of < >-modus bij het met een groothoeklens vastleggen van onderwerpen die bewegen of bij gebruik van een telelens.
  • Pagina 218 Stel de gewenste kortste sluitertijd in. Auto Als u [Auto] selecteert, draait u aan het instelwiel < > voor instelling van het verschil ten opzichte van de standaardsnelheid (op Langer of Korter) en drukt u vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 219: Hdr-Opnamen

    HDR-opnamen PQ in HDR PQ verwijst naar de gammacurve van het ingangssignaal voor de weergave van HDR-beelden. Met HDR PQ-instellingen kan de camera HDR-beelden produceren volgens de PQ- specificatie gedefinieerd in ITU-R BT.2100 en SMPTE ST.2084. (Daadwerkelijke weergave is afhankelijk van de monitorprestaties.) Foto's worden vastgelegd als HEIF- of RAW-beelden.
  • Pagina 220 Waarschuwing Uitgebreide ISO-snelheden (H) zijn niet beschikbaar in HDR-opname. Sommige opnames kunnen er anders uitzien dan op een apparaat met HDR- weergave. Ongebruikte signaalwaarden worden ruwweg aangegeven door grijze beeldgebieden in het histogram als [ : HDR-opname ] is ingesteld op [Inschak.].
  • Pagina 221: Hdr-Modus

    HDR-modus U kunt foto's met uitgeknipte hooglichten en verminderde schaduwen maken voor een groter dynamisch bereik zelfs bij zeer contrastrijke scènes. HDR-opnamen zijn effectief bij het fotograferen van landschappen en stillevens. HDR-opname vergroot de gradatie in donkere beeldgebieden door drie beelden die opzettelijk met verschillende belichting (standaard, onderbelicht en overbelicht) zijn gemaakt, te combineren om een HDR-beeld te produceren dat het verlies van detail in donkere beeldgebieden compenseert.
  • Pagina 222 Stel [Beperk max. helderh] in (alleen met [ : HDR-opname ingesteld op [Inschak.]). Met [Uitschak.] is maximumhelderheid niet beperkt. Aanbevolen wanneer u beelden op een monitor bekijkt die beelden met een helderheid van meer dan 1000 nits ondersteunt. Met [1000 nits] is de maximumhelderheid beperkt tot ongeveer 1000 nits.
  • Pagina 223 Stel [Beeld aut. uitl.] in. Selecteer [Inschak.] voor het maken van opnamen uit de hand. Selecteer [Uitschak.] wanneer u een statief gebruikt. Specificeer welke beelden moeten worden opgeslagen. Als u de drie vastgelegde beelden en het resulterende HDR-beeld wilt opslaan, selecteert u [Alle beelden]. Als u alleen het HDR-beeld wilt opslaan, selecteert u [Alleen HDR].
  • Pagina 224 Waarschuwing Uitgebreide ISO-snelheden (H) zijn niet beschikbaar in HDR-opname. De flitser wordt tijdens het maken van HDR-opnamen niet gebruikt. AEB is niet beschikbaar. Bij het maken van HDR-opnamen worden drie beelden vastgelegd met instellingen als sluitertijden automatisch ingesteld. Om deze reden zullen zelfs in de modi <...
  • Pagina 225: Auto Lighting Optimizer (Auto Optimalisatie Helderheid)

    Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) Helderheid en contrast kunnen automatisch worden gecorrigeerd als opnamen donker lijken of het contrast te hoog of te laag is. Selecteer [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid]. Stel een correctie-optie in. Waarschuwing Ruis kan toenemen en de vermeende resolutie kan veranderen onder bepaalde opnameomstandigheden.
  • Pagina 226 Opmerking Voor het mogelijk maken van inschakeling van [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid] zelfs in de < >- en < >-modi, drukt u op de knop < > in stap 2 om het vinkje [ ] voor [Uitges. in modus M of B] te wissen.
  • Pagina 227: Lichte Tonen Prioriteit

    Lichte tonen prioriteit U kunt overbelichte, uitgeknipte hooglichten verminderen. Selecteer [ : Lichte tonen prioriteit]. Stel een optie in. [Inschak.]: verbetert het verloop in hoge lichten. De overgang tussen grijstinten en hoge lichten wordt geleidelijker. [Vergroot]: beperkt overbelichte hoge lichten nog meer dan [Inschak.] onder bepaalde opnameomstandigheden.
  • Pagina 228 Opmerking : Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] en kan niet worden gewijzigd nadat u [ : HDR-opname ] hebt ingesteld op [Inschak.] door de knop < > in te drukken om een vinkje aan deze instelling toe te voegen. : Lichte tonen prioriteit] wordt ingesteld op [Uitschak.], zelfs als u : HDR-opname ] instelt op [Inschak.], met [Dyn.
  • Pagina 229: Antiknipperopname

    Antiknipperopname Ongelijke belichting en kleur kunnen het gevolg zijn als u continue opnamen maakt met korte sluitertijden onder flikkerende lichtbronnen zoals TL-licht, als gevolg van ongelijke verticale belichting. Met antiknipperopnamen kunt u opnamen maken waarbij belichting en kleuren minder worden beïnvloed door flikkeren. Selecteer [ : Antiknipperopname].
  • Pagina 230 Waarschuwing Als [Inschak.] is ingesteld en u opnamen maakt onder een flikkerende lichtbron, kan de ontspanvertraging van de sluiter langer worden. Ook kan de continue opnamesnelheid afnemen en kan het opname-interval onregelmatig worden. Flikkering bij een andere frequentie dan 100Hz of 120Hz kan niet worden gedetecteerd.
  • Pagina 231: Meetmethode

    Meetmethode Er zijn vier meetmethoden beschikbaar om de helderheid van het onderwerp te meten. Meestal wordt meervlaksmeting aanbevolen. Meervlaksmeting wordt automatisch ingesteld in de basismodi (behalve in de modus < > die centrum gewicht gemiddeld gebruikt). Selecteer [ : Meetmethode]. Selecteer een optie. : Meervlaks meting Een algemene meetmethode die zelfs geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht.
  • Pagina 232 : Centrum gew. gemiddeld De meting over het scherm wordt gemiddeld, waarbij het midden van het scherm zwaarder weegt. Waarschuwing (meervlaksmeting) is ingeschakeld, wordt de belichtingsinstelling vergrendeld (AE-vergrendeling) wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt terwijl u opnamen maakt met [1-beeld AF]. Met (deelmeting), (spotmeting) (centrum gewicht gemiddeld) wordt de belichtingswaarde ingesteld op het...
  • Pagina 233: Witbalans

    Witbalans Witbalans ] Automatische witbalans ] Handmatige witbalans ] Kleurtemperatuur Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling Auto [ (Sfeerprioriteit) of [ ] (Witprioriteit) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling Auto geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen door een opname van een wit voorwerp te maken.
  • Pagina 234 Selecteer de optie witbalans. Draai aan het instelwiel < > om het witbalansinstelitem te selecteren. Selecteer een witbalansinstelling. Draai aan het instelwiel < > om een keuze te maken. Opmerking ] Automatische witbalans voor instructies voor het instellen van [ ] en Om uw voorkeurskleurtemperatuur in te stellen selecteert u [ ] in [...
  • Pagina 235 (Circa) Weergave Modus Kleurtemperatuur (K: Kelvin) ] Automatische witbalans 3000-7000 ] Automatische witbalans Daglicht 5200 Schaduw 7000 Bewolkt, schemer, zonsondergang 6000 Kunstlicht 3200 Wit TL licht 4000 Bij gebruik van Flitser Automatisch ingesteld* 2000-10000 ] Handmatige witbalans 2500-10000 ] Kleurtemperatuur * Van toepassing op Speedlites met een functie voor overdracht van kleurtemperatuur.
  • Pagina 236: Witbalans

    Witbalans Het menselijk oog past zich aan veranderingen in de verlichting aan, zodat witte voorwerpen er onder alle soorten verlichting wit uitzien. Camera's bepalen het wit op basis van de kleurtemperatuur van de verlichting en passen op basis hiervan beeldverwerking toe om de kleurtonen in uw foto's er natuurlijk uit te laten zien.
  • Pagina 237: Automatische Witbalans

    ] Automatische witbalans Met [ ] (Sfeerprioriteit) kunt u de intensiteit van de warme kleurzweem van het beeld vergroten wanneer u scènes in kunstlicht opneemt. Als u [ ] (Witprioriteit) selecteert, kunt u de intensiteit van de warme kleurzweem van het beeld verkleinen.
  • Pagina 238 Waarschuwing Aandachtspunten bij instelling op [ ] (witprioriteit) De warme kleurzweem van onderwerpen kan vervagen. Als meerdere lichtbronnen in de scène zijn opgenomen, wordt de warme kleurzweem van het beeld mogelijk niet verminderd. Als u de flitser gebruikt, zal de kleurtoon dezelfde zijn als bij [ ] (Sfeerprioriteit).
  • Pagina 239: Handmatige Witbalans

    ] Handmatige witbalans Met handmatige witbalans kunt u de witbalans handmatig instellen voor de specifieke lichtbron van de opnamelocatie. Zorg ervoor dat u deze procedure uitvoert onder de lichtbron op de plaats van opname. Registratie van een beeld op een kaart Fotografeer een wit voorwerp.
  • Pagina 240 Selecteer [ : Handmatige witbalans]. Importeer de witbalansgegevens. Draai aan het instelwiel < > om het in stap 1 vastgelegde beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer [OK] om de gegevens te importeren. Selecteer [ : Witbalans]. Selecteer de handmatige witbalans.
  • Pagina 241: Witbalansen Opnemen En Opslaan

    Witbalansen opnemen en opslaan Druk op de knop < >. Selecteer de optie witbalans. Druk < > omhoog of omlaag om te selecteren. Selecteer [WB opnemen en registreren]. Draai aan het instelwiel < > of druk < > naar links of rechts om ] te selecteren en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 242 Fotografeer een wit voorwerp. Richt de camera op een vlak wit voorwerp zodat het scherm met wit is gevuld. Stel de camera in op handmatige scherpstelling ( ) en maak de opname zodat het witte voorwerp standaardbelichting heeft. De handmatige witbalans wordt op de camera geregistreerd. Waarschuwing Een correcte witbalans wordt mogelijk niet verkregen als uw beeld sterk afwijkt van de standaardbelichting.
  • Pagina 243 ] Kleurtemperatuur U kunt een waarde instellen die de kleurtemperatuur voor de witbalans voorstelt. Selecteer [ : Witbalans]. Stel de kleurtemperatuur in. Selecteer [ Draai aan het instelwiel < > om de kleurtemperatuur te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 244: Witbalanscorrectie

    Witbalanscorrectie Witbalanscorrectie Automatische witbalansbracketing U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcompensatiefilter. Witbalanscorrectie Selecteer [ : WB Shift/Bkt.].
  • Pagina 245 Stel de witbalanscorrectie in. Voorbeeldinstelling: A2, G1 Gebruik < > om het symbool “■” op het scherm naar de gewenste positie te verplaatsen. B staat voor blauw, A voor amber, M voor magenta en G voor groen. De witbalans wordt gecorrigeerd in de richting waarin u de markering verplaatst.
  • Pagina 246: Automatische Witbalansbracketing

    Automatische witbalansbracketing Met witbalansbracketing kunt u drie beelden tegelijk vastleggen met verschillende kleurtonen. Instelling van de witbalansbracketingwaarde Als u in stap 2 van Witbalanscorrectie aan het instelwiel < > draait, verandert de markering “■” op het scherm in “■ ■ ■” (3 punten). Als u het hoofdinstelwiel naar rechts draait, wordt B/A-bracketing ingesteld en als u het wiel naar links draait, is de instelling magenta/groen (M/G).
  • Pagina 247 Opmerking Bracketing wordt toegepast op de beelden in de volgende volgorde: 1. standaardwitbalans, 2. meer blauw (B) en 3. meer amber (A), of 1. standaardwitbalans, 2. meer magenta (M) en 3. meer groen (G). U kunt ook de witbalanscorrectie en AEB samen met witbalansbracketing instellen. Als u kiest voor AEB in combinatie met witbalansbracketing, worden er van een enkele opname negen versies opgeslagen.
  • Pagina 248: Kleurruimte

    Kleurruimte Het bereik van reproduceerbare kleuren wordt “kleurruimte” genoemd. Voor normale opnamen wordt sRGB aanbevolen. In basismodi wordt [sRGB] automatisch ingesteld. Selecteer [ : Kleurruimte]. Stel een optie voor de kleurruimte in. Selecteer [sRGB] of [Adobe RGB] en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 249: Beeldstijlselectie

    Beeldstijlselectie Kenmerken van beeldstijlen Symbolen Door een vooraf ingestelde beeldstijl te selecteren kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. Selecteer [ : Beeldstijl]. Selecteer een beeldstijl.
  • Pagina 250: Kenmerken Van Beeldstijlen

    Kenmerken van beeldstijlen Automatisch De kleurtoon wordt automatisch aangepast aan de omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen en opnamen van zonsondergangen zien de kleuren er levendig uit, zoals voor blauwe luchten, bomen en struiken, en zonsondergangen. Opmerking Gebruik een andere beeldstijl als de gewenste kleurtoon niet wordt verkregen met [Automatisch].
  • Pagina 251 Gebruiker 1-3 U kunt een nieuwe stijl toevoegen die is gebaseerd op instellingen die vooraf zijn ingesteld, zoals [Portret] of [Landschap] of een beeldstijlbestand, en deze vervolgens naar wens aanpassen ( ). Opnamen gemaakt met een stijl die u nog niet hebt aangepast, hebben dezelfde kenmerken als de standaardinstelling [Automatisch].
  • Pagina 252 Symbolen Pictogrammen op het selectiescherm voor beeldstijl zijn aanduidingen van [Sterkte], [Details] en [Drempel] voor [Scherpte] en [Contrast], alsook voor andere parameters. De nummers geven de waarden weer voor deze instellingen voor de betreffende beeldstijl. Scherpte Sterkte Details Drempel Contrast Verzadiging Kleurtoon Filtereffect (Monochroom)
  • Pagina 253: Aanpassen Van Beeldstijlen

    Aanpassen van beeldstijlen Instellingen en effecten Monochroom aanpassen U kunt elke beeldstijl aanpassen door de standaardinstellingen te wijzigen. Voor meer informatie over aanpassing van [Monochroom] raadpleegt u Monochroom aanpassen. Selecteer [ : Beeldstijl]. Selecteer een beeldstijl. Selecteer de beeldstijl die u wilt aanpassen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 254 Selecteer een optie. Selecteer een optie en druk vervolgens op de knop < >. Voor meer informaties over instellingen en effecten raadpleegt u Instellingen en effecten. Stel het effectniveau in. Pas het effectniveau aan en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 255: Instellingen En Effecten

    Opmerking Voor video-opname kunnen [Details] en [Drempel] voor [Scherpte] niet worden ingesteld (niet weergegeven). Door bij stap 3 [Stand.inst.] te selecteren, kunt u de standaardparameterinstellingen van de respectieve beeldstijl herstellen. Als u opnamen wilt maken met de aangepaste beeldstijl, selecteert u eerst de aangepaste beeldstijl en maakt u vervolgens de opnamen.
  • Pagina 256: Monochroom Aanpassen

    Monochroom aanpassen Filtereffect U kunt op een monochroom beeld witte wolken of groene bomen meer laten afsteken door een filtereffect toe te passen. Filter Voorbeeldeffecten N:Geen Normaal zwart-witbeeld zonder filtereffecten. Ye:Geel Blauwe lucht ziet er natuurlijker uit en witte wolken lijken scherper. De blauwe lucht ziet er iets donkerder uit.
  • Pagina 257: Beeldstijlen Registreren

    Beeldstijlen registreren U kunt een basis beeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3]. Dat is handig wanneer u meerdere beeldstijlen maakt met verschillende instellingen. Beeldstijlen die u in de camera hebt vastgelegd via EOS Utility (EOS-software, ) kunnen hier ook worden aangepast.
  • Pagina 258 Druk op de knop < >. Zorg dat [Beeldstijl] geselecteerd is en druk op de knop < >. Selecteer een basis beeldstijl. Selecteer de basis beeldstijl en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer op deze manier ook stijlen bij het aanpassen van stijlen die op de camera zijn vastgelegd met EOS Utility (EOS-software).
  • Pagina 259 Stel het effectniveau in. Pas het effectniveau aan en druk vervolgens op de knop < >. Aanpassen van beeldstijlen voor meer informatie. Druk op de knop < > om de aangepaste instelling op te slaan en terug te keren naar het selectiescherm voor Beeldstijl. De basis beeldstijl wordt rechts van [Gebruiker *] weergegeven.
  • Pagina 260: Micro-Contrast

    Micro-contrast U kunt het micro-contrast van het beeld aanpassen, dat wordt bepaald door het contrast van de beeldranden. Stel deze optie in naar de negatieve kant om de beelden zachter te laten lijken of naar de positieve kant voor een scherpere weergave. Selecteer [ : Micro-contrast].
  • Pagina 261: Opnamen Met Creatieve Filters

    Opnamen met creatieve filters Opnamen met creatieve filters configureren Kenmerken van opnamen met creatieve filters U kunt opnamen maken terwijl creatieve filtereffecten worden toegepast. Alleen beelden met de filtereffecten toegepast worden opgeslagen. Opnamen met creatieve filters configureren Selecteer [ : Opnemen met creatieve filters]. Waarschuwing De camera maakt opnamen in de enkelbeeldmodus wanneer een creatieve filter is ingesteld, ongeacht de instelling van de...
  • Pagina 262 Selecteer een filtereffect. Gebruik het instelwiel < > om het filtereffect ( ) te selecteren. Opnamen worden weergegeven met het desbetreffende filtereffect toegepast. Waarschuwing Sommige items op het tabblad AF zijn niet beschikbaar met het [Fisheye-effect] of [Miniatuureffect] geselecteerd. Pas het filtereffect aan. Druk op de knop <...
  • Pagina 263 Opmerking Er zijn verschillende creatieve filtereffecten beschikbaar voor video-opname (...
  • Pagina 264: Kenmerken Van Opnamen Met Creatieve Filters

    Kenmerken van opnamen met creatieve filters Korrelig Z/W Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen kunt u het zwart- witeffect veranderen. Softfocus Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de scherpte aan te passen bepaalt u de zachtheid van het beeld.
  • Pagina 265 Waarschuwing Met [Korrelig Z/W] zal het korrelige voorbeeld enigszins afwijken van het uiterlijk van uw opnamen. Met de opties [Softfocus] of [Miniatuureffect] kan het voorbeeld met wazig effect enigszins afwijken van het uiterlijk van uw opnamen. Er wordt geen histogram weergegeven. Een vergrote weergave is niet beschikbaar.
  • Pagina 266: Lensafwijkingscorrectie

    Lensafwijkingscorrectie Correctie helderheid van randen Vervormingscorrectie Digitale lensoptimalisatie Correctie chromatische aberratie Diffractiecorrectie Lichtverval, beeldvervorming en andere problemen kunnen worden veroorzaakt door optische kenmerken van de lens. De camera kan deze verschijnselen corrigeren door gebruik te maken van [Lensafwijkingscorrectie]. Selecteer [ : Lensafwijkingscorrectie].
  • Pagina 267: Correctie Helderheid Van Randen

    Selecteer een instelling. Bevestig dat de naam van de bevestigde lens en [Correctiegegevens beschikbaar] worden weergegeven. Als [Correctiegeg. niet beschikbaar] of [ ] wordt weergegeven, raadpleegt u Digitale lensoptimalisatie. Correctie helderheid van randen Vignettering (donkere hoeken van afbeeldingen) kan worden gecorrigeerd. Waarschuwing Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de randen van een beeld ontstaan.
  • Pagina 268: Vervormingscorrectie

    Vervormingscorrectie Vervorming (beeldkromming) kan worden gecorrigeerd. Waarschuwing Het aangeven van de vervormingscorrectie kan de beeldhoek licht veranderen, met als gevolg beelden die een beetje zijn gesneden en iets minder scherp lijken. De hoeveelheid van het bijgesneden beeld kan verschillen tussen foto's en video's. Opmerking Met RF-lenzen wordt vervormingscorrectie tijdens video-opnamen ondersteund.
  • Pagina 269: Digitale Lensoptimalisatie

    Digitale lensoptimalisatie Diverse afwijkingen van de optische eigenschappen van een lens kunnen worden gecorrigeerd, samen met diffractie en door low-passfilter veroorzaakt resolutieverlies. Als [Correctiegeg. niet beschikbaar] of [ ] wordt weergegeven door [Digit. lensoptimalisatie], kunt u EOS Utility gebruiken om de correctiegegevens voor de lens aan de camera toe te voegen.
  • Pagina 270: Correctie Chromatische Aberratie

    Correctie chromatische aberratie Chromatische aberratie (kleurranden rond onderwerpen) kan worden gecorrigeerd. Opmerking [Corr. chromat. afw.] wordt niet weergegeven wanneer [Digit. lensoptimalisatie] is ingesteld op [Standaard] of [Hoog].
  • Pagina 271: Diffractiecorrectie

    Algemene voorzorgsmaatregelen voor lensafwijkingscorrectie Lensafwijkingscorrectie kan niet worden toegepast op bestaande JPEG-/HEIF- beelden. Wanneer u een niet-Canon-lens gebruikt, wordt aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uitschak.], zelfs als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven. Bij vergroting van de randen van het beeld kan een deel van het beeld worden weergegeven dat niet wordt opgenomen.
  • Pagina 272 Opmerking Algemene opmerkingen voor lensafwijkingscorrectie Het effect van lensafwijkingscorrectie varieert afhankelijk van de gebruikte lens en de opnameomstandigheden. Daarnaast is het effect is soms moeilijk te zien, afhankelijk van de gebruikte lens, de opnameomstandigheden, enz. Als de correctie niet goed te zien is, is het raadzaam het beeld te vergroten en te controleren.
  • Pagina 273: Ruisreductie Lange Sluitertijd

    Ruisreductie lange sluitertijd Ruis zoals lichtpunten of strepen die zich kan voordoen bij lange belichtingen met een sluitertijd van één seconde of langer, kan worden verminderd. Selecteer [ : Ruisred. lange sluitertijd]. Stel een reductie-optie in. Auto Bij beelden met een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer er ruis wordt gedetecteerd die typerend is voor lange belichting.
  • Pagina 274 Waarschuwing Met [Auto] of [Inschak.] ingesteld kan ruisreductie na opname net zo lang duren als de belichting voor de opname. Beelden zien er mogelijk korreliger uit met de instelling [Inschak.] dan met de instelling [Uitschak.] of [Auto]. [BUSY] wordt weergegeven bij ruisreductie, en het opnamescherm wordt niet weergegeven tot het verwerken is voltooid, waarna u weer kunt opnemen.
  • Pagina 275: Hoge Iso-Ruisreductie

    Hoge ISO-ruisreductie U kunt de gegenereerde beeldruis verminderen. Deze functie is met name effectief bij het maken van opnamen met hoge ISO-snelheden. Bij opnamen met lage ISO-snelheden kan de ruis in de donkerdere gedeelten van het beeld (de schaduwpartijen) verder worden gereduceerd.
  • Pagina 276 Waarschuwing Aandachtspunten voor ruisreductie bij meerdere opnamen Als de beelden door cameratrilling erg zijn verschoven, is het ruisreductie-effect mogelijk kleiner. Kijk uit voor cameratrilling als u vanuit de hand fotografeert. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Als u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan.
  • Pagina 277: Verwerving Stofwisdata

    Verwerving stofwisdata Voorbereiding Stofwisdata toevoegen Stofwisdata die worden gebruikt om stofplekken te verwijderen, kunnen worden toegepast op beelden wanneer bij sensorreiniging stof op de sensor achterblijft. Digital Photo Professional (EOS-software) gebruikt de stofwisdata om stofplekken automatisch te verwijderen. Voorbereiding Gebruik een RF- of EF-lens. Zorg voor een effen wit voorwerp, zoals een vel papier.
  • Pagina 278 Selecteer [OK]. Nadat de automatische zelfreiniging van de sensor is uitgevoerd, wordt een bericht weergegeven. Tijdens de reiniging hoort u het mechanische geluid van de sluiter, maar er wordt geen foto gemaakt.
  • Pagina 279 Fotografeer een effen wit voorwerp. Fotografeer een effen wit object (zoals een nieuw vel wit papier) dat het scherm vult op een afstand van 20-30 cm. Aangezien het beeld niet wordt opgeslagen, kunnen de gegevens nog altijd worden opgehaald, ook al is er geen kaart in de camera geplaatst. Nadat de foto is gemaakt, verzamelt de camera de stofwisdata.
  • Pagina 280 Stofwisdata toevoegen De camera zal de verkregen stofwisdata vanaf nu op alle opnamen toepassen. Het wordt aanbevolen om stofwisdata te verkrijgen voordat u opnamen maakt. Raadpleeg de Digital Photo Professional Instructiehandleiding voor informatie over het gebruik van dit programma (EOS-software) voor het verwijderen van stofplekken. De bestandsgrootte wordt doorgaans niet beïnvloed door stofwisdata die worden toegepast op beelden.
  • Pagina 281: Meervoudige Belichting

    Meervoudige belichting Meervoudige belichting samenvoegen met een JPEG-beeld dat al op de kaart is opgeslagen Meervoudige belichting controleren en verwijderen tijdens het fotograferen Bij meervoudige belichting (2 tot 9) kunt u zien hoe de beelden tot één opname worden samengevoegd. Selecteer [ : Meerdere opnames].
  • Pagina 282 Stel [Meerdere opn] in. Selecteer een samenvoegingsoptie en druk vervolgens op de knop < >. Additief De belichting van één opname wordt cumulatief toegevoegd. Stel op basis van [Aantal opnames] een negatieve belichtingscorrectie vast. Volg deze basisrichtlijnen voor het instellen van de belichtingscorrectiewaarde.
  • Pagina 283 Stel [Aantal opnames] in. Selecteer het aantal belichtingen en druk vervolgens op de knop < >. Stel [Doorg. meerd.opn.] in. Selecteer een optie en druk vervolgens op de knop < >. Met [1 opname] wordt opnamen maken met meervoudige belichting automatisch geannuleerd nadat de opname is gemaakt.
  • Pagina 284 Maak de eerste opname. De vastgelegde beeld wordt weergegeven. Het pictogram [ ] knippert. Het aantal resterende belichtingen wordt ter referentie aangeduid op het scherm (1). Wanneer u op de knop < > drukt, kunt u het vastgelegde beeld bekijken ( Maak de volgende opname.
  • Pagina 285 Waarschuwing Beeldruis, kleurverschuiving of strepen kunnen zichtbaar zijn bij meervoudige belichting, afhankelijk van de onderwerpen en de opnameomstandigheden. Bij meervoudige belichting geldt: hoe meer belichtingen er plaatsvinden, hoe groter de kans is op ruis, afwijkende kleuren en strepen in de opnamen. Opnamen maken met meervoudige belichting wordt geannuleerd als u de aan-/ uitschakelaar op <...
  • Pagina 286: Meervoudige Belichting Samenvoegen Met Een Jpegbeeld Dat Al Op De Kaart Is Opgeslagen

    Meervoudige belichting samenvoegen met een JPEG- beeld dat al op de kaart is opgeslagen U kunt een JPEG-beeld dat is vastgelegd op de kaart selecteren als de eerste afzonderlijke opname. Het geselecteerde JPEG-beeld blijft intact. Selecteer [Select. bld voor meerdere opn.]. Selecteer het eerste beeld.
  • Pagina 287 Maak de opname. Wanneer u het eerste beeld selecteert, wordt het aantal resterende belichtingen zoals ingesteld bij [Aantal opnames] met 1 verlaagd. Waarschuwing De volgende beelden kunnen niet worden geselecteerd. • RAW- of HEIF-beelden • JPEG-beelden in de afmetingen • Beelden van andere camera's Beelden die niet kunnen worden samengevoegd, worden mogelijk wel weergegeven.
  • Pagina 288: Meervoudige Belichting Controleren En Verwijderen Tijdens Het Fotograferen

    Meervoudige belichting controleren en verwijderen tijdens het fotograferen Voordat u klaar bent met het opnemen van het door u opgegeven aantal belichtingen, kunt u op de knop < > drukken om de opname met meervoudige belichting tot zover te zien, de belichting te controleren, en te zien hoe de beelden worden samengevoegd.
  • Pagina 289 Veelgestelde vragen Zijn er beperkingen ten aanzien van de beeldkwaliteit? Meerdvoudige belichtingen worden vastgelegd als JPEG-beelden [ ]. Zelfs wanneer : Beeldkwalit.] op alleen RAW is ingesteld, worden deze beelden vastgelegd als JPEG-beelden [ Kan ik beelden samenvoegen die al op de kaart staan? Wanneer [Select.
  • Pagina 290: Raw-Burstmodus

    RAW-burstmodus Maakt continue opname van RAW-beelden mogelijk. Nuttig om uit uw vastgelegde beelden de beste opname te kiezen die op precies het juiste moment is gemaakt. Opnamen worden vastgelegd als één bestand (rol) met meerdere beelden. U kunt elk beeld van de rol extraheren om het afzonderlijk op te slaan ( Selecteer [ : RAW-burstmodus].
  • Pagina 291 Selecteer [Vooropname]. Stel een optie in. [Inschak.]: De opname begint kort (max. 0,5 seconden van tevoren) voordat u de ontspanknop helemaal indrukt, nadat u hem kort half hebt ingedrukt. [ ] wordt weergegeven wanneer u een opname maakt. [Uitschak.]: De opname begint wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
  • Pagina 292 Opname. Een indicator op het scherm toont de bufferstatus. De kleur varieert per status. De indicator is groen tijdens opnamen, rood als opnemen niet mogelijk is omdat de buffer vol is, en anders wit. Als u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt continu opgenomen tot de buffer vol is of tot u de knop loslaat.
  • Pagina 293 In de RAW-burstmodus kan de belichting veranderen als u zoomt terwijl u de ontspanknop half of helemaal indrukt, zelfs bij lezen zonder variabel maximaal diafragma. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie ( Er kan een vertraging zijn voordat nieuwe opnamen in de RAW-burstmodus zijn.
  • Pagina 294: Scherpstelbracketing

    Scherpstelbracketing Met scherpstelbracketing kunt u continue opnamen maken waarbij de brandpuntafstand automatisch wijzigt na elke opname. Met deze beelden kunt u één scherpe opname maken van een opname met een diepe scherptediepte. U kunt ook een compositie maken met behulp van een applicatie die dieptecompositie ondersteunt, zoals Digital Photo Professional (EOS-software).
  • Pagina 295 Stel [Aantal opnamen] in. Geef het aantal beelden op dat per opname wordt vastgelegd. Instelbaar binnen het bereik [2]–[999]. Stel [Scherpstelstap] in. Geef op hoeveel de scherpstelling verplaatst moet worden. Deze hoeveelheid wordt automatisch aangepast volgens de diafragmawaarde op het moment van de opnamen. Grotere diafragmawaarden vergroten de scherpstelverschuiving en zorgen ervoor dat scherpstelbracketing een groter bereik dekt onder dezelfde scherpstelstap en hetzelfde aantal opnamen.
  • Pagina 296 Stel [Belicht.egalisatie] in. U kunt wijzigingen in de helderheid van het beeld tijdens scherpstelbracketing compenseren door [Inschak.] te selecteren, zodat de camera aanpassingen maakt voor verschillen tussen de weergegeven en de werkelijke diafragmawaarde (werkelijk f-getal) dat varieert op elke scherpstelpositie. Selecteer [Uitschak.] als u liever niet wilt compenseren voor veranderingen in de helderheid van beelden tijdens scherpstelbracketing.
  • Pagina 297 Stel [Bijsn. diep.sam.st.] in. Selecteer [Inschak.] om bij te snijden voorafgaand aan het maken van composities, om beelden zonder voldoende beeldhoek voor te bereiden op compositie-uitlijning door ze tot de juiste beeldhoek te snijden. Selecteer [Uitschak.] als u geen dieptecompositie op deze beelden wilt uitvoeren.
  • Pagina 298 Opnamen met een grotere beeldhoek worden aanbevolen. Na de dieptecompositie kunt u het beeld indien nodig bijsnijden. Ga naar de website van Canon voor meer informatie over lenzen die compatibel zijn met deze functie ( Geschikte instellingen van [Scherpstelstap] kunnen verschillen afhankelijk van het onderwerp.
  • Pagina 299 Opmerking Het gebruik van een statief, afstandsbediening (apart verkrijgbaar, ) of een draadloze afstandsbediening (apart verkrijgbaar, ) wordt aanbevolen. Voor de beste resultaten stelt u de diafragmawaarde in op een bereik van f/5.6–11 voordat u opnames maakt. Details zoals de sluitertijd, de diafragmawaarde en de ISO-snelheid worden bepaald door voorwaarden voor de eerste opname.
  • Pagina 300: Instellingen Beeldkwaliteit Dieptecompositie En Beelden Opgeslagen

    Instellingen beeldkwaliteit dieptecompositie en beelden opgeslagen Compositiebeeld Bronbeelden* JPEG/HEIF* Alleen Beeldkwaliteit Alleen JPEG/HEIF* JPEG/HEIF JPEG/HEIF JPEG/HEIF ) + JPEG/HEIF* ) + JPEG/HEIF * 1 Meerdere vastgelegde beelden * 2 Beeldkwaliteit van compositiebeelden is wanneer ingesteld op beeldkwaliteit is niet beschikbaar. Instellingen worden aangepast zodat het resulterende beeld is voor voor...
  • Pagina 301: Intervaltimer-Opname

    Intervaltimer-opname Met de intervaltimer kunt u het opname-interval en het aantal opnamen instellen zodat de camera herhaaldelijk afzonderlijke opnamen maakt volgens uw interval totdat het door u opgegeven aantal opnamen is gemaakt. Selecteer [ : Intervaltimer]. Selecteer [Inschak.]. Selecteer [Inschak.] en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 302 Stel het opname-interval en het aantal opnamen in. Selecteer een optie om in te stellen (uren : minuten : seconden / aantal opnamen). Druk op de knop < > om [ ] weer te geven. Stel een waarde in en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 303 Maak de opname. De eerste opname wordt gemaakt en het maken van opnamen gaat door volgens de instellingen voor de intervaltimer. Tijdens intervaltimer-opnamen knippert [ Nadat het ingestelde aantal opnamen is gemaakt, worden de intervaltimer-opnamen stopgezet en automatisch geannuleerd. Opmerking U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
  • Pagina 304 Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. In de scherpstelmodus < > maakt de camera geen opnamen, tenzij op de onderwerpen is scherpgesteld.
  • Pagina 305: Stille Sluiterfunctie

    Stille sluiterfunctie Schakelt sluiterknopgeluiden, bedieningsgeluiden en flitsen en verlichting van de flitser en andere lichtbronnen uit. De volgende instellingen worden gebruikt en kunnen niet worden gewijzigd. Sluitermodus: [Elektronisch] Pieptoon: [Uitschak.] Ruisreductie lange sluitertijd: [Uitschak.] Flitsen: [Uitschak.] AF-hulplicht: [Uitschak.] Overweeg de pieptoon van de vooraf ingestelde scherpstelling uit te schakelen als u lenzen met vooraf ingestelde scherpstelling gebruikt.
  • Pagina 306: Sluitermodus

    Sluitermodus U kunt de methode voor ontspanning van de ontspanknop kiezen. Selecteer [ : Sluitermodus]. Selecteer een optie. Mechanisch Bij het fotograferen wordt de mechanische sluiter geactiveerd. Aanbevolen bij het maken van opnamen met het diafragma van een heldere lens die wijd open is. Elektr.
  • Pagina 307 Elektronisch Maakt zachter geluid en minder vibratie mogelijk van sluiterbediening vergeleken met een mechanische sluiter of elektronisch eerste gordijn. Aanbevolen bij het maken van opnamen met het diafragma van een heldere lens die wijd open is. Maximale sluitertijd kan hoger worden ingesteld dan met een mechanische sluiter of elektronisch eerste gordijn.
  • Pagina 308 : Stille-sluiterfunctie] instelt op [Aan], wordt de sluitermodus ingesteld op [Elektronisch]. Inzoomen tijdens het continue opname kan veranderingen in de belichting veroorzaken, zelfs bij hetzelfde f/-nummer. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie ( Overweeg afhankelijk van de gebruikte lens om opnamen te maken met [Elektr. 1e grd.] of [Elektronisch] om effectieve beeldstabilisatie te garanderen.
  • Pagina 309: Ontspan Sluiter Zonder Kaart

    Ontspan sluiter zonder kaart U kunt de camera instellen om geen opnamen te maken, tenzij de camera een kaart bevat. De standaardinstelling is [Inschak.]. Selecteer [ : Ontspan sluiter zonder kaart]. Selecteer [Uitschak.].
  • Pagina 310: Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) (Is-Modus)

    Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) (IS-modus) Beeldstabilisatie door de lens vermindert cameratrilling bij het maken van foto's. Om lens-IS te activeren bij het gebruik van IS-lenzen zonder IS-schakelaar stelt u [IS-modus] in op [Aan]. Doe dit als volgt: Merk op dat de instelling [IS-modus] niet wordt weergegeven als u IS-lenzen gebruikt die een IS-schakelaar hebben.
  • Pagina 311 Opmerking Digitale beeldstabilisatie van video's voor informatie over beeldstabilisatie bij video-opnamen.
  • Pagina 312: Snel Instellen Aanpassen

    Snel instellen aanpassen Het resetten van het scherm Aangepast Snel instellen of Wis alle items De items en lay-out van Snel instellen zijn aanpasbaar. Selecteer [ : Pas snel instellen aan]. Selecteer [Indeling bewerken].
  • Pagina 313 Selecteer de te verwijderen items. Draai aan het instelwiel < > of gebruik < > om te verwijderen item te kiezen en druk vervolgens op de knop < >. Items op het scherm Snel instellen zijn met een vinkje gelabeld. Items zonder vinkje worden verwijderd.
  • Pagina 314 Wijzig de lay-out. Gebruik het instelwiel < > om een te verplaatsen item te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Gebruik het instelwiel < > om het item te verplaatsen druk vervolgens op de knop < >. Druk op de knop <...
  • Pagina 315 Controleer het scherm. Druk op de knop < > om het scherm te controleren met uw instellingen toegepast. Het resetten van het scherm Aangepast Snel instellen of Wis alle items Selecteer [Reset instellingen] om de standaard items en lay-out van het scherm Snel instellen te herstellen.
  • Pagina 316: Opnamen Maken Met De Touch Shutter

    Opnamen maken met de Touch Shutter Door op het scherm te tikken kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Schakel de Touch Shutter in. Tik op [ ] op het scherm. Elke keer dat u op het pictogram tikt, schakelt u tussen [ ] en [ ] (Touch Shutter: Inschakelen) De camera zal scherpstellen op het gebied waarop u tikt en de opname...
  • Pagina 317 Tik op het scherm om een opname te maken. Tik op het gezicht of het onderwerp op het scherm. De camera stelt scherp (AF aanraken) met uw opgegeven AF-gebied op het punt waarop u tikt. Als [ ] is ingesteld, wordt het AF-punt groen wanneer de scherpstelling is bereikt en wordt de opname automatisch gemaakt.
  • Pagina 318: Kijktijd Voor Beelden

    Kijktijd voor beelden Duur terugkijken Zoekerweergave Duur terugkijken Om het beeld onmiddellijk na opname op het scherm te laten blijven stelt u in op [Vastzetten] en als u het beeld niet wilt weergeven, stelt u in op [Uit]. Selecteer [ : Beeld terugkijken].
  • Pagina 319 Opmerking Wanneer [Vastzetten] is ingesteld, worden beelden weergegeven gedurende de tijd die is ingesteld in de optie [Scherm uit] van [ : Spaarstand].
  • Pagina 320 Zoekerweergave Stel dit in op [Inschak.] zodat uw opnamen in de zoeker worden weergegeven direct nadat u de opname hebt gemaakt. Selecteer [ : Beeld terugkijken]. Selecteer [Zoekerweergave]. Selecteer een optie. Opmerking Instellingen van [Zoekerweergave] worden van kracht wanneer [Duur terugkijken] is ingesteld op een andere optie dan [Uit].
  • Pagina 321: Hogesnelheidsweergave

    Hogesnelheidsweergave Hogesnelheidsweergave die wisselt tussen elke opname en het live-beeld is beschikbaar bij opnemen in [ ] (continue opname met hoge snelheid) de transportmodus en in een andere sluitermodus dan elektronische sluiter. Selecteer [ :  Hogesnelheidsweergave]. Selecteer een optie. Selecteer [Inschak.] voor de weergave die wisselt tussen elke opname en het live-beeld.
  • Pagina 322 Waarschuwing Beelden kunnen golven of flikkeren tijdens hogesnelheidsweergave. Dat treedt vaker op bij hoge sluitertijden. Maar dit heeft geen invloed op de opnameresultaten. Hogesnelheidsweergave wordt niet uitgevoerd voor sluitertijden die langer zijn dan 1/30 sec., diafragmawaarden die groter zijn dan f/11, omstandigheden waarbij automatische scherpstelling moeilijk is, flitsen of hoog ISO vergroten.
  • Pagina 323: Meettimer

    Meettimer U kunt instellen hoe lang de meettimer actief is (wat de duur van de belichtingswaardeweergave/AE-vergrendeling bepaalt) nadat hij is geactiveerd door een actie zoals het half indrukken van de ontspanknop. Selecteer [ : Meettimer]. Stel een tijdoptie in.
  • Pagina 324: Weergavesimulatie

    Weergavesimulatie Met weergavesimulatie komt de helderheid van het beeld en de scherptediepte beter overeen met de werkelijke helderheid (belichting) van uw opnamen. Selecteer [ : Weergavesimulatie]. Selecteer een optie. Belichting+DOF ( De helderheid van het beeld en de scherptediepte komen sterk overeen met de werkelijke helderheid (belichting) van uw opnamen.
  • Pagina 325 Uitschak. ( Het beeld wordt weergegeven met de standaardhelderheid zodat het gemakkelijk te zien is. Ook wanneer u belichtingscompensatie instelt, wordt het beeld met de standaardhelderheid weergegeven. Waarschuwing Opmerkingen over [Belichting+DOF] Het beeld kan bij sommige sluitertijden flikkeren. Bij EF-lenzen kan deze instelling de ontspanvertraging de vergroten. De weergegeven scherptediepte dient slechts ter indicatie.
  • Pagina 326: Simulatie Van De Optische Zoeker

    Simulatie van de optische zoeker Natuurlijke zoeker- en schermweergave die lijkt op het beeld van een optische zoeker is beschikbaar voor foto's maken. Beelden die worden weergegeven met deze functie ingesteld op [Aan] kunnen verschillen van de werkelijke opnameresultaten. Selecteer [ : OVF sim.
  • Pagina 327 Waarschuwing Als u deze functie instelt op [Aan], wordt [ : Weergavesimulatie] ingesteld op [Uitschak.]. Simulatie van optische zoeker wordt voor weergave gebruikt als deze functie in HDR-opnamen is ingesteld op [Aan]. Weergave van creatieve filter wordt gebruikt bij opnamen met creatieve filters, zelfs als deze functie is ingesteld op [Aan].
  • Pagina 328: Weergave Met Opname-Informatie

    Weergave met opname-informatie Informatie op het scherm aanpassen Informatie in de zoeker aanpassen Verticale zoekerweergave Raster Histogram Lensinfoweergave Instellingen wissen U kunt de details en schermen met informatie aanpassen die tijdens het opnemen wordt weergegeven op het scherm of in de zoeker. Informatie op het scherm aanpassen Selecteer [ : Opname-infoscherm].
  • Pagina 329 Selecteer [Scherminfo-inst.]. Selecteer schermen. Gebruik het instelwiel < > om informatieschermen te selecteren die u op de camera wilt weergegeven. Voor informatie die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < > om het vinkje [ ] te wissen. Druk op de knop <...
  • Pagina 330 Bewerk het scherm. Draai aan het instelwiel < > om opties te selecteren die op het scherm met informatie worden weergegeven. Voor items die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < > om het vinkje [ ] te wissen. Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.
  • Pagina 331: Informatie In De Zoeker Aanpassen

    Informatie in de zoeker aanpassen Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [VF-info/ schakelinstellingen]. Selecteer schermen. Gebruik het instelwiel < > om informatieschermen te selecteren die u op de camera wilt weergegeven. Voor informatie die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < >...
  • Pagina 332 Bewerk het scherm. Draai aan het instelwiel < > om opties te selecteren die op het scherm met informatie worden weergegeven. Voor items die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < > om het vinkje [ ] te wissen. Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.
  • Pagina 333 Verticale zoekerweergave U kunt selecteren hoe zoekerinformatie wordt weergegeven als u staande foto's maakt. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Vert. weergave VF].
  • Pagina 334 Selecteer een optie. Informatie wordt automatisch gedraaid zodat deze gemakkelijker te lezen is. Informatie wordt niet automatisch gedraaid.
  • Pagina 335 Raster Op het scherm en in de zoeker kan een raster worden weergegeven. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Rasterweergave]. Selecteer een optie.
  • Pagina 336 Histogram U kunt de inhoud en de weergavegrootte van het histogram selecteren. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Histogram]. Selecteer een optie. Selecteer de ([Helderheid] of [RGB]) van de inhoud en de weergavegrootte ([Groot] of [Klein]).
  • Pagina 337 Lensinfoweergave U kunt informatie over de gebruikte lens weergeven. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Wrg. info objectief].
  • Pagina 338 Selecteer een optie. Wrg. scherpst.afst. U kunt bij het gebruik van RF-lenzen de scherpstelafstand weergeven. In de weergave van de scherpstelafstand kunt u de timing en maateenheid selecteren. Wrg. brandpt.afst. U kunt de brandpuntsafstand van de gebruikte lens weergeven. Var. hoeveelheid SA U kunt de hoeveelheid ingestelde correctie weergeven wanneer u lenzen met sferische aberratiecontrole gebruikt.
  • Pagina 339: Instellingen Wissen

    Instellingen wissen Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Reset]. Selecteer [OK].
  • Pagina 340: Omgekeerde Weergave

    Omgekeerde weergave Er kan een spiegelbeeld worden weergegeven als u opnamen maakt met het scherm naar het onderwerp gedraaid (richting de voorkant van de camera). Selecteer [ : Omg. weergave]. Selecteer [Aan]. Selecteer [Uit] als u de weergave niet wilt omkeren terwijl het scherm naar het onderwerp is gericht.
  • Pagina 341: Zoekerweergaveformaat

    Zoekerweergaveformaat U kunt selecteren hoe informatie in de zoeker wordt gepresenteerd. Selecteer [ : Formaat VF-weerg.]. Selecteer een optie.
  • Pagina 342: Weergaveprestaties

    Weergaveprestaties U kunt de prestatieparameter selecteren die prioriteit moet krijgen op het opnamescherm voor foto's. Selecteer [ : Weerg.prestaties].
  • Pagina 343 Selecteer een optie. Bij instelling op [Vloeiend] Door op de knop < > te drukken en een vinkje toe te voegen kunt u locaties met weinig licht aan de scenario's toevoegen om lagere weergaveframerates te onderdrukken. De weergave met hoge framesnelheid (119,88 fps) van de optie [Vloeiend] wordt gebruikt voor de stand-bymodus voor opname bij opname met de zoeker.
  • Pagina 344: Algemene Informatie Bij Het Maken Van Foto's

    Algemene informatie bij het maken van foto's Informatiedisplay Algemene aandachtspunten bij het maken van foto's Informatiedisplay Informatiedisplay voor informatie over de pictogrammen die voor het maken van foto's worden weergegeven. Opmerking Als het pictogram [ ] in het wit wordt weergegeven, betekent dit dat uw opnamen ongeveer even helder zullen zijn als het weergegeven beeld.
  • Pagina 345: Algemene Aandachtspunten Bij Het Maken Van Foto's

    Algemene aandachtspunten bij het maken van foto's Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Beeldkwaliteit Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn.
  • Pagina 346 Als er een zeer felle lichtbron in het beeld is, wordt het lichte gebied mogelijk zwart weergegeven op het scherm. Het heldere gebied zal echter correct zichtbaar zijn op het vastgelegden beeld. Bij weinig licht kunnen heldere instellingen voor [ : Schermhelderheid] ruis of onregelmatige kleuren in beelden veroorzaken.
  • Pagina 347: Video-Opname

    Video-opname Voor video-opnamen stelt u het programmakeuzewiel in op < >. rechts van titels geeft functies aan die alleen beschikbaar zijn in de modus [ Waarschuwing Wanneer u overschakelt van foto's maken naar video-opnamen, moet u de camera-instellingen controleren voordat u video-opnamen gaat maken. Opmerking U kunt ook video's opnemen door tijdens het maken van foto's op de video- opnameknop te drukken.
  • Pagina 348: Tabbladmenu's: Video-Opname

    Tabbladmenu's: Video-opname Opname 1 Opnamemodus Movie-opn.form. Hoge framerate Digitale zoom Geluidsopname Opname 2 Bel.comp. ISO-snelheidsinst. HDR-opname Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid Lichte tonen prioriteit Av stp v. 1/8-stop Auto. langzame sluiter...
  • Pagina 349 Opname 3 Witbalans Handmatige witbalans WB-correctie (4) Beeldstijl • Beeldstijlselectie • Aanpassen van beeldstijlen • Beeldstijlen registreren Micro-contrast Opnemen met creatieve filters Opname 4 Lensafwijkingscorrectie Hoge ISO-ruisreductie...
  • Pagina 350 Opname 5 Time-lapse-movie Zelfontsp. movie Afst.bediening Opname 6 IS (beeldstabilisatie)-modus Pas snel instellen aan Functie sluiterknop v. movies Meettimer Zebrainstellingen Opname-infoscherm Omg. weergave...
  • Pagina 351 Opname 7 Formaat VF-weerg. Standby: lage res HDMI-weergave Tijdcode In de modus < > worden de volgende schermen weergegeven. Opname 1 Opnamemodus Geluidsopname...
  • Pagina 352 Opname 2 Zelfontsp. movie Afst.bediening Opname 3 Functie sluiterknop v. movies Opname-infoscherm Omg. weergave Formaat VF-weerg. Standby: lage res...
  • Pagina 353: Video-Opname

    Video-opname Video-opname met automatische belichting ISO-snelheid in de modus [ Video-opname met handmatige belichting ISO-snelheid in de modus [ Sluitertijd HDR-video-opname Foto's maken Informatieweergave (video-opname) Video-opname met automatische belichting Belichting wordt automatisch aangepast aan de helderheid. Stel het programmakeuzewiel in op < >.
  • Pagina 354 Selecteer [ : Opnamemodus]. Selecteer [Autom. moviebelich.]. Stel scherp op het onderwerp. Voordat u een video opneemt, stelt u met AF scherp ( ) of maakt u gebruik van handmatige scherpstelling ( Standaard is [ : Servo AF v. mov.] ingesteld op [Inschak.], zodat de camera voortdurend scherp stelt ( Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera scherp met het AF-gebied dat u hebt ingesteld.
  • Pagina 355 Neem de video op. Druk op de video-opnameknop om een video-opname te starten. U kunt ook beginnen met een video-opname door op [ ] op het scherm te tikken. Tijdens de video-opname wordt het pictogram [ REC] (1) in de rechterbovenhoek van het scherm weergegeven.
  • Pagina 356 ISO-snelheid in de modus [ De ISO-snelheid is automatisch ingesteld. Zie ISO-snelheid tijdens video-opname.
  • Pagina 357: Video-Opname Met Handmatige Belichting

    Video-opname met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, de diafragmawaarde en de ISO-snelheid voor video-opname handmatig instellen. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Selecteer [ : Opnamemodus]. Selecteer [Handm. moviebelich.].
  • Pagina 358 Stel de sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-snelheid in. Druk de ontspanknop half in en controleer de indicator voor het belichtingsniveau. Draai het instelwiel < > om de sluitertijd (1) in te stellen en het instelwiel < > om diafragmawaarde (2) in te stellen, en druk op de knop <...
  • Pagina 359 Waarschuwing Tijdens video-opname moet u wijziging van de sluitertijd, diafragmawaarde of de ISO-snelheid vermijden, omdat dit wijzigingen in de belichting kan vastleggen of meer ruis kan veroorzaken bij hoge ISO-snelheden. Bij het opnemen van een video of een bewegend onderwerp wordt een sluitertijd van circa 1/25 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen.
  • Pagina 360 ISO-snelheid in de modus [ U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen of [ ] selecteren om deze automatisch in te stellen. Zie ISO-snelheid tijdens video-opname voor informatie over de ISO-snelheid.
  • Pagina 361 Sluitertijd Beschikbare sluitertijden in de modus [ ] variëren afhankelijk van de door u ingestelde framerate van het door u opgegeven video-opnameformaat. Sluitertijd (sec.) Framerate Normale video-opname Video-opname met hoge framerate 1/4000-1/125 – 1/4000-1/100 1/4000-1/8 –...
  • Pagina 362 HDR-video-opname U kunt video's met een hoog dynamisch bereik opnemen die details in hoge lichten of scènes met een hoog contrast behouden. Opmerking Video's opgenomen met (NTSC) of (PAL). Stel het programmakeuzewiel in op < >. Selecteer [ : Opnamemodus]. Selecteer [ HDR-Movie].
  • Pagina 363 Waarschuwing Aangezien meerdere frames worden samengevoegd om een HDR-video te maken, kunnen sommige delen van de video vervormd lijken. Dit valt vooral op bij opnamen uit de hand die worden beïnvloed door cameratrilling. Overweeg dus het gebruik van een statief. Houd er rekening mee dat zelfs als u een statief gebruikt voor de opnamen, nabeelden of ruis meer zichtbaar kunnen zijn in vergelijking met normale weergave wanneer u de HDR-video frame voor frame of vertraagd afspeelt.
  • Pagina 364 Foto's maken Foto's maken wordt niet ondersteund in de video-opnamemodus. Om foto's te maken draait u aan het programmakeuzewiel om naar een andere opnamemodus te wisselen.
  • Pagina 365 Informatieweergave (video-opname) Informatiedisplay voor informatie over de pictogrammen op het video-opnamescherm. Waarschuwing De resterende tijd die wordt weergegeven voor video-opnamen is slechts indicatief. Video-opname kan worden gestopt voordat de oorspronkelijk weergegeven opnametijd is verstreken als het rode [ ]-pictogram verschijnt omdat de interne temperatuur van de camera tijdens de opname oploopt (...
  • Pagina 366: Video-Opnameformaat

    Video-opnameformaat 4K-video-opname Beeldgebied Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Videobestanden die groter zijn dan 4 GB Totale video-opnametijd en bestandsgrootte per minuut Limiet voor video-opnametijd U kunt het opnameformaat, de framerate en de compressiemethode instellen in : Movie-opn.form.]. Merk op dat de framerate automatisch wordt bijgewerkt zodat deze overeenkomt met de instelling voor [ : Videosysteem] ( Beeldformaat Aspect ratio...
  • Pagina 367 Opmerking Aanbevolen wordt om de kaart te formatteren met de camera voordat u video- opnamen gaat maken om betere prestaties met de kaart te krijgen ( Video's kunnen niet worden opgenomen in HD of met VGA-kwaliteit. 4K-video-opname Voor het opnemen van 4K-video's is een stabiele kaart met een snelle schrijfsnelheid nodig.
  • Pagina 368: Beeldgebied

    Beeldgebied Het gebied van het videobeeld varieert afhankelijk van de instelling voor het video- opnameformaat. (3840×2160) / (1920×1080) (3840×2160) Waarschuwing Opname met digitale beeldstabiliteit voor video's ( ) zorgt ervoor dat het beeld rond het midden van het scherm verder wordt bijgesneden.
  • Pagina 369: Framerate (Fps: Frames Per Seconde)

    Framerate (fps: frames per seconde) ] 119,9 fps/[ ] 59,94 fps/[ ] 29,97 fps Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van NTSC (Noord-Amerika, Japan, Korea, Mexico, enzovoort). Zie Hoge framerate voor [ ] 100,00 fps/[ ] 50,00 fps/[ ] 25,00 fps Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van PAL (Europa, Rusland, China, Australië, enzovoort).
  • Pagina 370 Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] voor informatie over kaarten die alle video-opnameformaten ondersteunen. Test kaarten door een paar video's op te nemen om ervoor te zorgen dat u correct kunt opnemen met het door u opgegeven formaat ( Waarschuwing Voorafgaand aan opname van 4K-video's, formatteert u de kaarten door [Low level format] te selecteren in [ : Kaart formatteren] (...
  • Pagina 371 Videobestanden die groter zijn dan 4 GB SDHC-kaarten gebruiken die zijn geformatteerd met de camera Als u de camera gebruikt om een SDHC-kaart te formatteren, dan formatteert de camera deze als FAT32. Wanneer u een video maakt en de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt, wordt bij een FAT32-geformatteerde kaart automatisch een nieuw videobestand gemaakt.
  • Pagina 372 Totale video-opnametijd en bestandsgrootte per minuut Video-opname voor meer informatie.
  • Pagina 373: Limiet Voor Video-Opnametijd

    Limiet voor video-opnametijd Als u video's zonder hoge framerate maakt De maximale opnametijd per video is 2 uur. Zodra 2 uur is bereikt, stopt de opname automatisch. U kunt weer beginnen met het opnemen door op de video-opnameknop te drukken (die de opname als een nieuw bestand opslaat). Als u video's met hoge framerate maakt De maximale opnametijd per video is 30 min.
  • Pagina 374: Hoge Framerate

    Hoge framerate U kunt video's opnemen met een hoge framerate van 119,9 fps of 100,0 fps. Dit is ideaal voor video-opnamen die vertraagd worden afgespeeld. De maximale opnametijd per video is 30 min. Video's worden opgenomen in ) of kwaliteit. Geluid wordt niet opgenomen in video's met hoge framerate.
  • Pagina 375: Digitale Zoom

    Digitale zoom Als het opnameformaat is ingesteld op [ ] (NTSC) of [ ] (PAL) is, kunt u opnamen maken met circa 1–10× digitale zoom. Selecteer [ : Digitale zoom]. Selecteer een optie. Selecteer hoeveel u wilt inzoomen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 376 Gebruik digitale zoom. Om in te zoomen tikt u rechtsonder op [ ], of als u de toetsen < > < > hebt toegewezen aan [Digitale zoom] in [ : Knoppen aanpassen], drukt u op de toetsen < > < >. De digitalezoombalk verschijnt.
  • Pagina 377: Geluidsopname

    Geluidsopname Geluidsopname/Geluidsopnameniveau Windfilter Audioruisreductie U kunt video's opnemen terwijl u geluid opneemt met de ingebouwde stereomicrofoons of een externe stereomicrofoon. U kunt het geluidsopnameniveau naar wens instellen. Gebruik [ : Geluidsopname] om geluidsopnamefuncties in te stellen. Waarschuwing Geluiden van Wi-Fi-handelingen kunnen worden opgenomen met de ingebouwde of externe microfoon.
  • Pagina 378: Automatisch

    Opmerking In de basismodi zijn de beschikbare instellingen voor [ : Geluidsopname] [Aan] on [Uitschak.]. Stel [Aan] in voor automatische aanpassing van het opnameniveau. Audio wordt tevens uitgevoerd wanneer de camera is aangesloten op een televisie via HDMI, behalve wanneer [Geluidsopname] is ingesteld op [Uit]. In geval van feedback van audio-uitvoer van de televisie, verplaatst u de camera verder van de televisie of vermindert u het volume.
  • Pagina 379 Windfilter Ingesteld op [Auto] om geluidsstoring te verminderen bij winderige buitenopnamen. Uitgeschakeld wanneer externe microfoons zijn aangesloten op IN-aansluiting externe microfoon. Wanneer de windfilterfunctie is geactiveerd, worden ook lage bastonen verminderd.
  • Pagina 380: Audioruisreductie

    Audioruisreductie Bij opnamen met de ingebouwde microfoon vermindert deze functie mechanisch geluid van de lens veroorzaakt door autofocus en witte ruis. Uitschak. Schakelt audioruisreductie uit. Inschak. Schakelt audioruisreductie in. Sterk Vermindert ruis meer dan met [Inschak.]. Waarschuwing De audiokwaliteit kan anders zijn wanneer ingesteld op [Inschak.] dan wanneer ingesteld op [Uitschak.].
  • Pagina 381: Opnamen Met Creatieve Filters

    Opnamen met creatieve filters Kenmerken van creatieve filters In de modus < > (creatieve filters) kunt u video's opnemen met een van de vijf filtereffecten toegepast: Dream, Old movie, Memory, Dramatic B&W of Miniatuureffectvideo's. Het opnameformaat kan worden ingesteld op (NTSC) of (PAL).
  • Pagina 382 Pas het filtereffectniveau aan. Druk op de knop < >. Draai het instelwiel < > om een filtereffectniveau te selecteren en druk op de knop < >. Als u miniatuureffectvideo's instelt, selecteert u de afspeelsnelheid. Maak de opname. Waarschuwing Een vergrote weergave is niet beschikbaar. Er wordt geen histogram weergegeven.
  • Pagina 383: Kenmerken Van Creatieve Filters

    Kenmerken van creatieve filters Dream Creëert een zachte, dromerige, onaardse sfeer. Geeft de video een zachte uitstraling en maakt de rand van het scherm wazig. U kunt de wazige gebieden langs de schermranden aanpassen. Old movies Creëert de sfeer van een oude film door golven, krassen en flikkerende effecten aan het beeld toe te voegen.
  • Pagina 384 Waarschuwing ] (Miniatuureffectvideo's) Er wordt geen geluid opgenomen. Servo AF voor video's is uitgeschakeld. Bewerken is niet beschikbaar voor miniatuureffectvideo's met een afspeeltijd van minder dan 1 sec. (...
  • Pagina 385: Time-Lapse-Videos

    Time-lapse-videos Tijd bij benadering beschikbaar voor het opnemen van time-lapse-video's Foto's die worden opgenomen met het ingestelde interval, kunnen automatisch achter elkaar worden gezet om een 4K- of Full HD-time-lapse-video te maken. Een time-lapse-video geeft weer hoe een onderwerp verandert in een veel kortere tijd dan de daadwerkelijke tijd. Dit is efficiënt bij de observatie op een vast punt van een steeds veranderende scène, groeiende planten, de beweging van hemellichamen, enzovoort.
  • Pagina 386 Stel [Interval] in. Selecteer [Interval]. Raadpleeg bij het instellen van het nummer de vereiste tijd [ ] (1) en ] de afspeeltijd (2). Selecteer een optie (uren : minuten : seconden). Druk op de knop < > om [ ] weer te geven. Stel een waarde in en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 387 Stel [Aant. opn.] in. Selecteer [Aant. opn.]. Raadpleeg bij het instellen van het nummer de vereiste tijd ([ ]) en de afspeeltijd ([ Selecteer het cijfer. Druk op de knop < > om [ ] weer te geven. Stel een waarde in en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 388 Selecteer [Movie-opn.form.]. (3840×2160) De video wordt opgenomen in 4K-kwaliteit. De aspect ratio is 16:9. Daarnaast is de framerate 29,97 fps ( ) voor NTSC en 25,00 fps ) voor PAL en worden video's opgenomen in de indeling MP4 ) met ALL-I ( )-compressie.
  • Pagina 389 Stel [Aut. belichting] in. Vast 1e beeld Wanneer u de eerste opname maakt, wordt een meting uitgevoerd om de belichting automatisch aan te passen aan de helderheid. De belichtinginstelling voor de eerste opname wordt ook toegepast op alle volgende opnamen. Overige opnamegerelateerde instellingen voor de eerste opname worden ook toegepast op alle volgende opnamen.
  • Pagina 390 Stel [Scherm auto uit] in. Uitschak. Zelfs tijdens time-lapse-video-opnamen wordt de opname weergegeven. (Het scherm wordt alleen tijdens het opnemen uitgeschakeld.) Houd er rekening mee dat het scherm uitschakelt ongeveer 30 minuten nadat het opnemen is begonnen. Inschak. Houd er rekening mee dat het scherm wordt uitgeschakeld ongeveer 10 sec.
  • Pagina 391 [Pieptoon per Stel [0] in om te voorkomen dat de camera een pieptoon geeft bij elke opname. Controleer de instellingen. Vereiste tijd (1) Geeft de vereiste tijd aan voor het maken van het ingestelde aantal opnamen met het ingestelde interval. Indien dit meer is dan 24 uur, wordt “*** dagen”...
  • Pagina 392 Lees de melding. Lees de melding en selecteer [OK].
  • Pagina 393 Maak een testopname. Druk op de knop < > en controleer de Vereiste tijd (1) en het Interval (2) die op het scherm worden weergegeven. Stel zoals bij het maken van foto's de belichting en opnamefuncties in en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Druk de ontspanknop helemaal in om een testopname te maken die op de kaart wordt opgeslagen als een foto.
  • Pagina 394 Druk op de video-opnameknop. De camera is nu klaar om te beginnen met de opname van een time- lapse-video. Als u wilt terugkeren naar stap 12, drukt u nogmaals op de video- opnameknop. Maak de time-lapse-video. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname van de time- lapse-video te starten.
  • Pagina 395 Opmerking U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Het wordt aanbevolen om vooraf testopnames te maken zoals in stap 12 en om testvideo's voor time-lapse-video's te maken. De dekking van de zichthoek van de video voor het maken van time-lapse-video's in zowel 4K als Full HD is circa 100%.
  • Pagina 396 Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Time-lapse-videos kunnen niet worden opgenomen wanneer de camera op een computer is aangesloten met de interfacekabel of wanneer een HDMI-kabel is aangesloten.
  • Pagina 397 De vastgelegde beelden worden niet opgenomen als foto's. Zelfs wanneer u de time-lapse-video-opname annuleert nadat één opname is gemaakt, wordt deze opgenomen als een videobestand. Stel [ : Time-lapse-movie] in op [Uitschak.] als u de camera met de interfacekabel aansluit op een computer en u EOS Utility (EOS-software) gebruikt. Andere opties dan [Uitschak.] verhinderen dat de camera met de computer kan communiceren.
  • Pagina 398 Opmerking U kunt de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruiken om time-lapse-video-opnamen te starten en te stoppen. Met draadloze afstandsbediening BR-E1 Koppel eerst de draadloze afstandsbediening BR-E1 met de camera ( Stel [ : Afst.bediening] in op [Inschak.]. Nadat u enkele testopnamen hebt gemaakt en de camera klaar is voor opname (zoals in stap 13, ), stelt u de schakelaar voor de ontspantijd/movieopname op de BR-E1 in op <●>...
  • Pagina 399 Tijd bij benadering beschikbaar voor het opnemen van time-lapse-video's Video-opname voor richtlijnen over hoe lang u time-lapse-video's kunt opnemen (totdat de accu leeg is).
  • Pagina 400: Zelfontspanner Video

    Zelfontspanner video Video-opnamen kunnen worden gestart door de zelfontspanner. Selecteer [ : Zelfontsp. movie]. Selecteer een optie. Neem de video op. Nadat u op de video-opnameknop of [ ] hebt getikt, geeft de camera het aantal resterende seconden voor opname weer en hoort u een pieptoon.
  • Pagina 401: Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) (Is-Modus)

    Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) (IS-modus) Digitale beeldstabilisatie van video's Digitale beeldstabilisatie van video's vermindert cameratrilling tijdens video-opname. Dit kan voor effectieve stabilisatie zorgen, zelfs als u geen IS-lenzen gebruikt. Als u een IS-lens gebruikt, zet de schakelaar voor Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) dan op <...
  • Pagina 402 Vergroot ( In vergelijking met wanneer [Aan] is ingesteld, worden krachtigere cameratrillingen gecorrigeerd. Het beeld wordt sterker vergroot. Waarschuwing Digitale beeldstabilisatie van video's werkt niet wanneer de schakelaar voor Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) van de lens is ingesteld op < >. Stabilisatie door digitale beeldstabilisatie van video's is mogelijk minder effectief bij bepaalde video-opnameformaten.
  • Pagina 403: Ontspanknopfunctie Voor Video's

    Ontspanknopfunctie voor video's U kunt de functies instellen die tijdens het opnemen van video's worden uitgevoerd wanneer u de ontspanknop half of volledig indrukt. Selecteer [ : Functie sluiterknop v. movies].
  • Pagina 404 Selecteer een optie. Half ingedrukt Geef de functie op die moet worden uitgevoerd wanneer u de ontspanknop half indrukt. Voll. ingedrukt Geef de functie op die moet worden uitgevoerd wanneer u de ontspanknop volledig indrukt. Wanneer [Voll. ingedrukt] is ingesteld op [Start/stop mov.-opn.], kunt u de video-opname niet alleen starten en stoppen met de video- opnameknop, maar ook door de ontspanknop volledig in te drukken of door gebruik van afstandsbediening RS-60E3 (apart verkrijgbaar).
  • Pagina 405: Zebra-Instellingen

    Zebra-instellingen Om u te helpen de belichting aan te passen voor of tijdens video-opnamen kunt u een gestreept patroon boven en rond beeldgebieden met een opgegeven helderheid weergeven. Selecteer [ : Zebrainstellingen]. Selecteer [Zebra]. Selecteer [Aan].
  • Pagina 406 Selecteer [Zebrapatroon]. [Zebra 1]: Geeft linkshellende strepen weer rond gebieden met de opgegeven helderheid. [Zebra 2]: Geeft rechtshellende strepen weer boven gebieden die de opgegeven helderheid overschrijden. [Zebra 1+2]: Geeft zowel [Zebra 1] als [Zebra 2] weer. [Zebra 1]-weergave krijgt voorrang als de weergavegebieden [Zebra 1] en [Zebra 2] elkaar overlappen.
  • Pagina 407 Opmerking De maximale helderheidswaarde bereikt niet de 100% wanneer HDR-PQ is ingesteld. Merk op dat de maximale helderheidswaarde varieert afhankelijk van de instellingen voor [ : Lichte tonen prioriteit] en [ : Beeldstijl]. Het is aanbevolen het zebraweergaveniveau vooraf te controleren wanneer u [Zebrapatroon] instelt.
  • Pagina 408: Tijdcode

    Tijdcode Count Up Instelling starttijd Video-opnameteller Video-afspeelteller HDMI Drop frame Tijdcodes registreren automatisch de tijd terwijl video's worden opgenomen. Tijdcodes registreren altijd het aantal verstreken uren, minuten, seconden en frames. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt bij het bewerken van video's. Om de tijdcode in te stellen gebruikt u [ : Tijdcode].
  • Pagina 409 Count Up Tijdens opn. De tijdcode loopt alleen tijdens video-opname. Tijdcodes in elk opgenomen videobestand lopen door van de laatste tijdcode in het voorafgaande bestand. Altijd De tijdcode blijft lopen, zelfs wanneer u niet opneemt. Waarschuwing Wanneer ingesteld op [Altijd], worden de tijdcodes niet toegevoegd aan video's die zijn opgenomen met de camera geconfigureerd voor opnamen met hoge framerate, time-lapse of creatieve filter.
  • Pagina 410: Instelling Starttijd

    Instelling starttijd U kunt de starttijd van de tijdcode instellen. Handmatige instelling Hiermee kunt u elk beginuur, minuten, seconden en frames instellen. Resetten Zet de tijd die is ingesteld met [Handmatige instelling] of [Instellen op cameratijd] terug naar “00:00:00.” of “00:00:00:” ( Instellen op cameratijd Komt overeen met de uur, het minuut en de seconde ingesteld als tijd op de camera.
  • Pagina 411 Video-opnameteller U kunt selecteren hoe u de tijd wilt weergeven op het video-opnamescherm. Opn. tijd Wanneer opname in stand-by staat, wordt de resterende opnametijd weergegeven. Tijdens het opnemen wordt de tijd weergegeven die er is verstreken sinds het begin van de video-opname (1).
  • Pagina 412 Video-afspeelteller U kunt selecteren hoe de tijd wordt weergegeven op het videoafspeelscherm. Opn. tijd Geeft de opnametijd of afspeeltijd weer tijdens het video afspelen. Tijdcode Geeft de tijdcode weer tijdens het video afspelen. Opmerking Tijdcodes worden altijd opgenomen in videobestanden (behalve wanneer video's met hoge framerate zijn ingesteld op [Altijd]), ongeacht de instelling [Movie opn.
  • Pagina 413 HDMI Tijdcode U kunt tijdcodes aan video's toevoegen terwijl u ze via HDMI opneemt op een extern apparaat. • Uit • Er wordt geen tijdcode toegevoegd aan de HDMI-video-output. • Aan • Er worden tijdcodes toegevoegd aan de HDMI-video-output. Wanneer [Aan] is ingesteld, wordt [Opname opdracht] weergegeven.
  • Pagina 414 Drop frame De frameteller van de tijdcode veroorzaakt een verschil tussen de werkelijke tijd en de tijdcode als de framerate is ingesteld op (119,9 fps), (59,94 fps) of (29,97 fps). Het verschil wordt automatisch gecorrigeerd wanneer [Inschak.] is ingesteld. Inschak. De afwijking wordt automatisch gecorrigeerd door tijdcodenummers over te slaan (DF: Drop frame).
  • Pagina 415: Overige Menufuncties

    Overige menufuncties Bel.comp. Belichtingscorrectie kan worden aangepast binnen een bereik van ±3 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Zie Handmatige belichtingscorrectie voor informatie over belichtingscorrectie. ISO-snelheidsinst. • ISO-snelheid • In de modus [ ] kunt u de ISO-snelheid handmatig instellen. U kunt ook ISO auto selecteren.
  • Pagina 416 HDR-opname HDR-opnamen voor meer informatie over HDR-opname Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid Helderheid en contrast kunnen automatisch worden gecorrigeerd. Raadpleeg Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) voor informatie over Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). Lichte tonen prioriteit U kunt bij het opnemen van video's overbelichte, uitgeknipte hooglichten verminderen. Lichte tonen prioriteit voor informatie over Lichte tonen prioriteit.
  • Pagina 417 Auto. langzame sluiter U kunt kiezen of u video's wilt opnemen die helderder zijn en minder last hebben van beeldruis dan wanneer ze zijn ingesteld op [Uitschak.] door de sluitertijd automatisch te vergroten bij weinig licht. Beschikbaar in de opnamemodus [ ].
  • Pagina 418: Wb-Correctie

    Witbalans Witbalans voor informatie over witbalans. Handmatige witbalans ] Handmatige witbalans voor informatie over handmatige witbalans. WB-correctie Witbalanscorrectie voor informatie over witbalanscorrectie. Beeldstijl Beeldstijlselectie voor informatie over beeldstijlen. Micro-contrast Micro-contrast voor informatie over scherpte.
  • Pagina 419 Lensafwijkingscorrectie Correctie helderheid randen, vervormingscorrectie en correctie chromatische aberratie kunnen tijdens video-opnamen worden gecorrigeerd. Zie Lensafwijkingscorrectie voor informatie over lensafwijkingscorrectie. Hoge ISO-ruisreductie Hoge ISO-ruisreductie voor informatie over hoge ISO-ruisreductie.
  • Pagina 420: Afst.bediening

    Afst.bediening Als u [Inschak.] instelt, kunt u video-opnamen starten of stoppen met de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar).
  • Pagina 421: Pas Snel Instellen Aan

    Pas snel instellen aan Snel instellen aanpassen voor informatie over het aanpassen van Snelle instellingen. Meettimer Meettimer voor informatie over de meettimer. Opname-infoscherm Weergave met opname-informatie voor informatie over het configureren van de weergave met opname-informatie. Omg. weergave Omgekeerde weergave voor informatie over omgekeerde weergave.
  • Pagina 422: Standby: Lage Res

    Formaat VF-weerg. Zoekerweergaveformaat voor informatie over het zoekerweergaveformaat. Standby: lage res Stel in op [Aan] om accustroom te besparen en een stijgende cameratemperatuur tijdens stand-by te reguleren. Op die manier kunt u gedurende een langere periode video-opnamen maken. Waarschuwing De beeldkwaliteit op het stand-byscherm kan verschillen van de beeldkwaliteit op het scherm tijdens video-opnamen.
  • Pagina 423: Voor Langere Hdmi-Uitgang

    HDMI-weergave U kunt opgeven hoe video's worden weergegeven wanneer ze via HDMI op een extern apparaat worden opgenomen. De video-uitvoer zelf komt overeen met de instelling voor [Movie-opn.form.]. De standaardinstelling is [ • • Maakt videoweergave zowel op het camerascherm als op het andere apparaat mogelijk, via de HDMI-uitgang.
  • Pagina 424 Waarschuwing HDMI-uitgang zonder informatie voorkomt weergave van waarschuwingen over de kaartopslagruimte, het accuniveau of hoge interne temperatuur ( ) via HDMI. Tijdens HDMI-uitgang kan het even duren voordat het volgende beeld wordt weergegeven wanneer u overschakelt van en naar een video met een ander opnameformaat of andere framerate.
  • Pagina 425: Algemene Aandachtspunten Bij Video-Opname

    Algemene aandachtspunten bij video-opname Hulpweergave voor opname Waarschuwingsindicatorweergeve in video-opname Hulpweergave voor opname Er kan hulp worden weergegeven wanneer u de camera opstart, nadat instellingen zijn aangepast of in andere situaties. De hulp waarschuwt dat de camera intern warm kan worden als video's onder de huidige omstandigheden worden opgenomen en dat als u doorgaat met opnemen, de camera mogelijk automatisch uitschakelt.
  • Pagina 426: Waarschuwingsindicatorweergeve In Video-Opname

    Waarschuwingsindicatorweergeve in video-opname Een indicator met 10 niveaus (1) wordt tijdens video-opname weergegeven in geval van excessieve interne cameratemperatuur. Naarmate de interne temperatuur stijgt, breidt het niveau van de indicator uit naar rechts. Hoe snel het niveau toeneemt, hangt af van de opnameomstandigheden. Niveaus 1-7 worden wit weergegeven, maar zodra de temperatuur niveau 8 bereikt, verandert de kleur.
  • Pagina 427 Volgende opnamen Om met dezelfde instellingen te blijven opnemen laat u de camera uit en een tijdje afkoelen. De camera kan opnieuw oververhitten als u verdergaat met opnemen.
  • Pagina 428 Waarschuwing Aandachtspunten bij video-opname Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Als u gedetailleerde opnamen maakt van iets, kunnen moiré en valse kleuren ontstaan.
  • Pagina 429 Beeldruis of onregelmatige kleuren kunnen optreden wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, hoge temperaturen, trage sluitertijden of bij zwak licht. Video's worden bijna precies zo opgenomen als deze worden weergegeven op het scherm. Video- en audiokwaliteit van opgenomen video's kan slechter zijn op andere apparaten en kan mogelijk niet afgespeeld worden, zelfs als de apparaten MP4- indelingen ondersteunen.
  • Pagina 430: Af/Transport

    AF/Transport Dit hoofdstuk beschrijft de werking van de automatische scherpstelling en de transportmodi en introduceert de menu-instellingen op het tabblad AF [ rechts van een paginatitel geeft functies aan die alleen in Creatieve modi beschikbaar zijn (< >/< >/< >/< >/<...
  • Pagina 431: Tabbladmenu's: Af (Foto's)

    Tabbladmenu's: AF (foto's) AF-werking AF-gebied Onderwerp volgen Te detect. onderw. Oogdetectie Gevolgde onderw. omschakelen Opmerking Wanneer lenzen zonder scherpstelmodusknop worden gebruiken, wordt [Scherpstelmodus] weergegeven op het tabblad [ 1] als u [ :  schakel. (AF/MF)] hebt ingesteld op [Uitschakelen] (...
  • Pagina 432 Case 1 Case 2 Case 3 Case 4 Case A Trackinggevoeligheid Versn./vertr. tracking Ontspanvoor. One-Shot AF Voorbeeld-AF Obj.sturing bij AF onmogelijk AF-hulplicht...
  • Pagina 433 Inst. AF aanraken & verslepen Beperk AF-gebieden gevoeligheid AF-puntselectie AF-punt op basis van richting MF-peaking-instellingen Scherpstelgeleiding Servo AF voor movies...
  • Pagina 434 Elektronische full-time MF Objectief elektronische MF Scherpstel-/bedieningsring Draairichting scherpstelring Gevl. MF-schrpst.ring RF-obj.
  • Pagina 435 In de Basismodi verschijnen de volgende schermen. De beschikbare menu's zijn afhankelijk van de gekozen opnamemodus. AF-gebied Onderwerp volgen Te detect. onderw. Oogdetectie Voorbeeld-AF AF-hulplicht...
  • Pagina 436 Inst. AF aanraken & verslepen gevoeligheid AF-puntselectie MF-peaking-instellingen Scherpstelgeleiding Servo AF voor movies Draairichting scherpstelring Gevl. MF-schrpst.ring RF-obj.
  • Pagina 437: Tabbladmenu's: Af (Video-Opnamen)

    Tabbladmenu's: AF (video-opnamen) Servo AF voor movies AF-gebied Onderwerp volgen Te detect. onderw. Oogdetectie Gevolgde onderw. omschakelen Opmerking Wanneer lenzen zonder scherpstelmodusknop worden gebruiken, wordt [Scherpstelmodus] weergegeven op het tabblad [ 1] als u [ :  schakel. (AF/MF)] hebt ingesteld op [Uitschakelen] ( Servo AF-snelheid v.
  • Pagina 438 Obj.sturing bij AF onmogelijk Inst. AF aanraken & verslepen Beperk AF-gebieden gevoeligheid AF-puntselectie MF-peaking-instellingen Scherpstelgeleiding...
  • Pagina 439 Elektronische full-time MF Objectief elektronische MF Scherpstel-/bedieningsring Draairichting scherpstelring Gevl. MF-schrpst.ring RF-obj.
  • Pagina 440: Af-Bediening

    AF-bediening 1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Servo AF voor bewegende onderwerpen U kunt de eigenschappen selecteren voor de AF-bediening die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen.
  • Pagina 441 Stel de scherpstelmodus in op (< >). Voor RF-lenzen zonder scherpstelmodusknop • Met [ :  • -schakel. (AF/MF)] ingesteld op [Inschakelen] ( ) zet u de scherpstelmodusknop op de voorkant van de camera op < >. • Met [ :  •...
  • Pagina 442 Selecteer [ : AF-werking]. Selecteer een optie. Opmerking Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-punt oranje. Maak bij het gebruik van 1-beeld AF een nieuwe beeldcompositie en probeer opnieuw scherp te stellen, of raadpleeg Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld.
  • Pagina 443: Opnamen Met De Scherpstelvergrendeling

    1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Deze AF-bediening is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera slechts één keer scherp. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. De scherpstelling blijft behouden terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt zodat u een nieuwe beeldcompositie kunt maken voordat u de opname maakt.
  • Pagina 444 Nadat het AF-punt waarop is scherpgesteld groen is geworden, houdt u de ontspanknop half ingedrukt en bepaalt u opnieuw de compositie. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
  • Pagina 445: Servo Af Voor Bewegende Onderwerpen

    Servo AF voor bewegende onderwerpen Deze AF-bediening is geschikt voor bewegende onderwerpen. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, blijft de camera voortdurend scherpstellen op het onderwerp. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt blauw. De pieptoon klinkt zelfs niet als op het onderwerp is scherpgesteld.
  • Pagina 446: Servo Af Voor Video's

    Servo AF voor video's Als deze functie is ingeschakeld, stelt de camera voortdurend scherp op het onderwerp tijdens video-opname. Selecteer [ : Servo AF v. mov.].
  • Pagina 447 Selecteer [Inschak.]. Inschak. • De camera stelt voortdurend op het onderwerp scherp, ook wanneer u de ontspanknop niet half indrukt. • Om de scherpte op een specifieke positie te houden of als u liever geen mechanische geluiden van de lens vastlegt, kunt u Servo AF voor video's tijdelijk stopzetten door [ ] linksonder op het scherm aan te raken.
  • Pagina 448 Waarschuwing Aandachtspunten bij instelling op [Servo AF v. mov.: Inschak.] Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld • Een snel bewegend onderwerp dat de camera nadert of van de camera af beweegt. • Een onderwerp dat zich op korte afstand van de camera beweegt. •...
  • Pagina 449: Het Af-Gebied Selecteren

    Het AF-gebied selecteren AF-gebied Het AF-gebied selecteren Onderwerptracking Te detecteren onderwerp Oogdetectie Tussen gevolgde onderwerpen wisselen Volgen met de knop Scherpstelmodus AF-punten of zone-AF-kaders handmatig instellen Vergrote weergave Tips voor AF-opname Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld AF-bereik...
  • Pagina 450 AF-gebied In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het AF-gebied bedient als [ : Onderwerp volgen] is ingesteld op [Uit]. : Spot AF De camera stelt scherp op een kleiner gebied dan 1-punt AF. : 1-punt AF De camera stelt scherp met één AF-punt [...
  • Pagina 451 : AF-gebied uitbreiden: Stelt scherp met behulp van één AF-punt [ ] en het AF-gebied dat hier in blauw wordt aangegeven. Effectief voor bewegende onderwerpen, die moeilijk te volgen zijn met 1-punt Scherpstellen op uw favoriete onderwerp is eenvoudiger dan met Flexible Zone-AF. Wanneer Servo AF wordt gebruikt, stelt u eerst scherp met behulp van een AF-punt [ : AF-gebied uitbreiden: Rondom Stelt scherp met één AF-punt [...
  • Pagina 452 : Flexible Zone-AF 1 Standaard is een vierkant Zone AF-kader ingesteld. : Flexible Zone-AF 2 Standaard is een verticaal rechthoekig Zone AF-kader ingesteld.
  • Pagina 453 : Flexible Zone-AF 3 Standaard is horizontaal rechthoekig Zone AF-kader ingesteld. Met Flexible Zone-AF 1-3 kunt u het formaat van het Zone-AF-kader ( ) vrij instellen. Gebruikt autoselectie AF Zone AF-kaders om een groter gebied te dekken dan AF-gebied uitbreiden, wat het scherpstellen gemakkelijker maakt dan met 1-punt AF/AF-gebied uitbreiden en ook effectief voor bewegende onderwerpen.
  • Pagina 454 Het AF-gebied selecteren U kunt het AF-gebied selecteren dat bij de opnameomstandigheden en het onderwerp past. Handmatige scherpstelling als u de voorkeur geeft aan handmatig scherpstellen. Selecteer [ : AF-gebied]. Selecteer het AF-gebied. Het scherm hierboven wordt weergegeven als [ : AF-punt op basis van richting] ( ) is ingesteld op [Aparte AF-ptn:gebied+pt].
  • Pagina 455 Opmerking Om het AF-gebied in te stellen kunt u ook op de knop < > drukken en vervolgens op de knop < >. De volgende beschrijvingen zijn van toepassing op de camera wanneer AF- bediening is ingesteld op [1-beeld AF] ( ).
  • Pagina 456: Onderwerptracking

    Onderwerptracking Onder de gedetecteerde onderwerpen wordt een trackingkader [ ] over het hoofdonderwerp weergegeven. Als het onderwerp beweegt, beweegt het trackingkader [ ] mee om het te volgen. U kunt [ : Oogdetectie] instellen op [Inschak.] om een opname te maken terwijl op de ogen van het onderwerp wordt scherpgesteld ( Selecteer [ : Onderwerp volgen].
  • Pagina 457: Handmatige Selectie Van Een Onderwerp Voor Scherpstelling

    Handmatige selectie van een onderwerp voor scherpstelling Kijk naar het trackingkader. Op elk gedetecteerd onderwerp verschijnt een trackingkader [ Trackingkaders [ ] die van AF-punten zijn verwijderd, worden grijs weergegeven. Zodra het gevolgde onderwerp in de buurt van een AF-punt is, zelfs als het zich buiten het AF-punt bevindt, wordt het trackingkader wit (wat het onderscheidt als een actief kader) en is selectie als het hoofdonderwerp mogelijk.
  • Pagina 458 Scherpstellen en foto's maken/video opnemen. Zodra u de ontspanknop half hebt ingedrukt en op het onderwerp hebt scherpgesteld, wordt het AF-punt groen en laat de camera een pieptoon horen. Een oranje AF-punt geeft aan dat de camera niet kon scherpstellen op onderwerpen.
  • Pagina 459 Waarschuwing Door op het scherm te tikken stelt u scherp met [1-beeld AF], ongeacht de instelling van de AF-bediening. Als het gezicht van het onderwerp erg onscherp is, is gezichtsdetectie niet mogelijk. Stel handmatig scherp ( ) zodat het gezicht kan worden herkend en voer vervolgens AF uit.
  • Pagina 460: Te Detecteren Onderwerp

    Te detecteren onderwerp U kunt de voorwaarden specificeren voor de automatische selectie van het hoofdonderwerp dat gevolgd moet worden. Mensen Geeft prioriteit aan gezichten of hoofden van mensen als hoofdonderwerpen om te volgen. Wanneer het gezicht of het hoofd van een persoon niet kan worden gedetecteerd, probeert de camera het torso te detecteren en volgen.
  • Pagina 461 Waarschuwing De camera kan andere gebieden als onderwerp detecteren dan gezichten of lichamen van mensen of dieren of belangrijke details van of volledige voertuigen. Gezichten op de foto die zeer klein of groot, te helder of te donker of gedeeltelijk verborgen, kunnen niet worden gedetecteerd.
  • Pagina 462: Oogdetectie

    Oogdetectie U kunt opnemen terwijl op de ogen van personen of dieren wordt scherpgesteld. Selecteer [ : Oogdetectie]. Selecteer een optie.
  • Pagina 463 Richt de camera op het onderwerp. Er wordt een trackingkader weergegeven rond de ogen. Om een oog te kiezen om op scherp te stellen als [ : AF-gebied] is ingesteld op [Volledig gebied-AF] tikt u op het scherm of gebruikt u <...
  • Pagina 464: Tussen Gevolgde Onderwerpen Wisselen

    Tussen gevolgde onderwerpen wisselen U kunt opgeven hoe gemakkelijk de camera de AF-punten wisselt om onderwerpen te volgen. Init. priorit. Volgt het onderwerp dat aanvankelijk is bepaald voor AF, voor zover mogelijk. Op onderwerp Volgt het onderwerp dat aanvankelijk is bepaald voor AF, voor zover mogelijk. Schakelt over naar andere onderwerpen als de camera niet meer kan bepalen of het gevolgde onderwerp het hoofdonderwerp is.
  • Pagina 465: Volgen Met De Knop

    Volgen met de knop U kunt een knop indrukken die is toegewezen aan [Volgen starten/stoppen] in : Knoppen aanpassen] om voorwerpen met een trackingkader [ ] te volgen. Dit voorbeeld is gebaseerd op het toewijzen van de knop < > ( Controleer het AF-punt.
  • Pagina 466 Druk op de knop < >. Het AF-punt verandert in een trackingkader [ ], dat vergrendelt op dat onderwerp om het te volgen en het voorwerp op het scherm volgt als het beweegt. Als u volgen wilt beëindigen, drukt u nogmaals op de knop <...
  • Pagina 467: Scherpstelmodus

    Scherpstelmodus U kunt instellen hoe de camera scherpstelt. Selecteer [ : Scherpstelmodus]. Selecteer een optie. De camera werkt in de automatische scherpstelmodus. De camera werkt in de modus handmatige scherpstelling.
  • Pagina 468 Waarschuwing : Scherpstelmodus] wordt onder deze omstandigheden niet weergegeven. • Met [ -schakel. (AF/MF)] ingesteld op [Inschakelen] • Wanneer lenzen met een scherpstelmodusknop zijn bevestigd • Wanneer lenzen zijn bevestigd die uitsluitend voor handmatige scherpstelling zijn ontworpen • Wanneer geen lens is bevestigd •...
  • Pagina 469: Af-Punten Of Zone-Af-Kaders Handmatig Instellen

    AF-punten of zone-AF-kaders handmatig instellen U kunt het AF-punt of het zone AF-kader handmatig instellen. Schermen zoals deze worden weergegeven wanneer Flexible Zone-AF 1 is ingesteld. Controle het AF-punt of zone-AF-kader. Er verschijnt een AF-punt of zone-AF-kader (1).
  • Pagina 470 Verplaats het AF-punt of zone-AF-kader. Gebruik < > om het AF-punt of zone-AF-kader te verplaatsen naar de plaats waar u wilt scherpstellen (maar let op: bij sommige lenzen beweegt het AF-punt mogelijk niet naar de rand van het scherm). Om het AF-punt of zone-AF-kader te centreren drukt u < >...
  • Pagina 471 Scherpstellen en foto's maken/video opnemen. Richt het AF-punt of zone-AF-kader op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt of zone-AF-kader groen en klinkt er een pieptoon. Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-punt of zone-AF- kader oranje.
  • Pagina 472: Vergrote Weergave

    Vergrote weergave Als u de scherpstelling wilt controleren, vergroot u weergave circa 5× of 10× door op de knop [ ] te tikken. De vergroting is gecentreerd op het AF-punt voor [Spot AF], [1-punt AF], [AF-gebied uitbr.: ] en [AF-geb. uitbr.: omringen], of op het Zone AF-kader voor Flexible Zone Automatische scherpstelling wordt uitgevoerd met vergrote weergave als u de ontspanknop half indrukt.
  • Pagina 473: Tips Voor Af-Opname

    Tips voor AF-opname Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. Voor en na het automatisch scherpstellen kan de helderheid van het beeld veranderen. Afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden kan het langer duren voordat de camera scherpstelt of kan de continue opnamesnelheid lager liggen.
  • Pagina 474 Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen, platte oppervlakken of wanneer hoge lichten of schaduwpartijen geen detail meer hebben. Onderwerpen bij weinig licht. Strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. Onderwerpen met zich herhalende patronen (bijvoorbeeld: vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enzovoort).
  • Pagina 475 AF-bereik Het beschikbare bereik voor automatische scherpstelling varieert afhankelijk van de gebruikte lens en de instellingen voor de aspect ratio, beeldkwaliteit, of u 4K-video's opneemt en digitale beeldstabilisatie van video's.
  • Pagina 476: Preview Af

    Preview AF Deze functie houdt het onderwerp algemeen scherp. De camera is klaar om direct scherp te stellen als u de ontspanknop half indrukt. Selecteer [ : Voorbeeld-AF]. Selecteer [Inschak.]. Waarschuwing Er zijn minder opnamen beschikbaar wanneer dit op [Inschak.] is ingesteld, omdat de lens continu wordt aangestuurd en de accustroom wordt verbruikt.
  • Pagina 477: Instellingen Af Aanraken & Verslepen

    Instellingen AF aanraken & verslepen AF aanraken & verslepen Positioneermethode Actief aanraakgebied U kunt het AF-punt of het zone-AF-kader verplaatsen door op het scherm te tikken of erover te slepen terwijl u door de zoeker kijkt. AF aanraken & verslepen Selecteer [ : Inst.
  • Pagina 478 Positioneermethode U kunt het aantal opgegeven posities instellen door te tikken of te slepen. Stel [Pos.methode] in. Absoluut Het AF-punt wordt verplaatst naar de positie op het scherm waarop u hebt getikt of waar u het punt naartoe hebt versleept. Relatief Het AF-punt wordt in de richting waarin u sleept, verplaatst met een afstand die overeenkomt met de afstand die u versleept, ongeacht...
  • Pagina 479: Actief Aanraakgebied

    Actief aanraakgebied U kunt het gebied van het scherm opgeven dat gebruikt wordt voor tikken en slepen. Selecteer [Act. aanr.gebied]. Stel het gebied in dat op aanraking reageert. Opmerking Er wordt een oranje kader [ ] weergegeven als u op het scherm tikt met : AF-gebied] ingesteld op [Volledig gebied-AF].
  • Pagina 480: Handmatige Scherpstelling

    Handmatige scherpstelling MF-peaking (benadrukken van de contouren) instellen Focusgeleider Als scherpstellen niet mogelijk is met automatische scherpstelling, kunt u het beeld vergroten en handmatig scherpstellen. Stel de scherpstelmodus in op < >. Voor RF-lenzen zonder scherpstelmodusknop • Met [ :  •...
  • Pagina 481 Voor RF-lenzen met scherpstelmodusknop Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op < >. De scherpstelmodusknop van de camera is nu uitgeschakeld. Vergroot het beeld. Bij elke tik op [ ] verandert de vergrotingsverhouding als volgt. Het vergrote gebied verplaatsen. Gebruik <...
  • Pagina 482 Stel handmatig scherp. Draai terwijl u naar het vergrote beeld kijkt aan de scherpstelring op de lens om scherp te stellen. Nadat u hebt scherpgesteld, tikt u op [ ] om naar de normale weergave terug te keren. Opmerking In de vergrote weergave is de belichting vergrendeld. Zelfs bij handmatig scherpstellen kunt u Touch Shutter gebruiken om opnamen te maken.
  • Pagina 483: Mf-Peaking (Benadrukken Van De Contouren) Instellen

    MF-peaking (benadrukken van de contouren) instellen Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld kunnen in kleur worden weergegeven om het scherpstellen te vereenvoudigen. U kunt de omtrekkleuren instellen en de gevoeligheid (niveau) van de randdetectie aanpassen. Selecteer [ : MF-peaking-instellingen]. Selecteer [Peaking]. Selecteer [Aan].
  • Pagina 484 Waarschuwing In vergrote weergave wordt peaking-weergave niet getoond. Tijdens HDMI-uitgang wordt een piekweergave niet weergegeven op apparatuur die is aangesloten via HDMI. Houd er rekening mee dat peaking-weergave op het camerascherm wordt getoond wanneer [ : HDMI-weergave] is ingesteld op [ MF-pieken kunnen moeilijk te onderscheiden zijn bij hoge ISO-snelheden, vooral wanneer ISO vergroten is ingesteld.
  • Pagina 485: Focusgeleider

    Focusgeleider Het instellen van [ : Scherpstelgeleiding] op [Aan] biedt een geleidingskader dat laat zien in welke richting en in hoeverre de scherpstelling moet worden aangepast. Selecteer [ : Scherpstelgeleiding]. Selecteer [Aan]. Het geleidingskader wordt weergegeven op het gezicht van elke persoon die als hoofdonderwerp is gedetecteerd. Om het geleidingskader weer te geven in de buurt van de ogen van een persoon die als hoofdonderwerp is gedetecteerd, stelt u : Onderwerp volgen] in op [Inschak.] en [...
  • Pagina 486 Het geleidingskader geeft als volgt de huidige scherpstelpositie en de afstelling aan. Veel aanpassing nodig richting oneindig Weinig aanpassing nodig richting oneindig Scherp Weinig aanpassing nodig richting korte afstand Veel aanpassing nodig richting korte afstand...
  • Pagina 487 Afstelinformatie niet gedetecteerd Waarschuwing Onder moeilijke opnameomstandigheden voor AF ( ) wordt het geleidingskader mogelijk niet correct weergegeven. Bij hogere diafragmawaarden is de kans groter dat de correcte weergave van het geleidingskader wordt verhinderd. Als het geleiderkader wordt weergegeven, worden geen AF-punten weergegeven. Het geleiderkader wordt niet weergegeven in deze omstandigheden.
  • Pagina 488: Kenmerken Servo Af

    Kenmerken Servo AF Casedetails Case 1: Veelzijdige universele instelling Case 2: Onderwerpen blijven volgen, mogelijke obstakels negeren Case 3: Direct scherpstellen op onderwerpen die plotseling AF-punten binnenkomen Case 4: Voor onderwerpen die snel versnellen of vertragen Case A: Tracking past zich automatisch aan beweging van onderwerp aan Parameters Caseparameters aanpassen Opnamen maken met AI Servo AF/Servo AF kan eenvoudig worden aangepast aan uw...
  • Pagina 489: Casedetails

    Casedetails Case 1 tot Case A zijn vijf combinaties instellingen voor “Trackinggevoeligheid” en “Versnellen/vertragen tracking”. Raadpleeg de volgende tabel en selecteer de case voor uw onderwerp en opnamesituatie. Voorbeelden van Case Pictogram Omschrijving opnamesituaties Bewegende onderwerpen in het Case 1 Veelzijdige universele instelling algemeen Onderwerpen blijven volgen en...
  • Pagina 490 Case 1: Veelzijdige universele instelling Standaard • Trackinggevoeligheid: 0 • Versn./vertr. tracking: 0 Standaardinstelling geschikt voor bewegende onderwerpen in het algemeen. Geschikt voor vele soorten onderwerpen en scènes. Selecteer in de volgende situaties [Case 2] tot en met [Case 4] in plaats daarvan: niet- onderwerpen die over AF-punten bewegen, ongrijpbare onderwerpen of onderwerpen die plotseling verschijnen of van snelheid veranderen.
  • Pagina 491: Case 2: Onderwerpen Blijven Volgen, Mogelijke Obstakels Negeren

    Case 2: Onderwerpen blijven volgen, mogelijke obstakels negeren Standaard • Trackinggevoeligheid: Vergrendeld: -1 • Versn./vertr. tracking: 0 Instelling blijft proberen scherp te stellen op het onderwerp, zelfs wanneer niet-onderwerpen over AF-punten bewegen of het onderwerp zich van de AF-punten vandaan beweegt. Doeltreffend als u liever niet scherpstelt op niet-onderwerpen of de achtergrond.
  • Pagina 492 Case 3: Direct scherpstellen op onderwerpen die plotseling AF-punten binnenkomen Standaard • Trackinggevoeligheid: Gevoelig: +1 • Versn./vertr. tracking: +1 Instelling om scherp te stellen op een reeks onderwerpen op verschillende afstanden in de AF-punten, de een na de ander. De scherpstelling schakelt over naar elk nieuw onderwerp dat voor het doelonderwerp verschijnt.
  • Pagina 493 Case 4: Voor onderwerpen die snel versnellen of vertragen Standaard • Trackinggevoeligheid: Gevoelig: 0 • Versn./vertr. tracking: +1 Instelling om onderwerpen te blijven volgen en scherp te stellen, zelfs als ze plotseling van snelheid veranderen. Dit is effectief voor onderwerpen die plotselinge bewegingen maken, plotseling versnellen of vaart minderen of plotseling stoppen.
  • Pagina 494: Case A: Tracking Past Zich Automatisch Aan Beweging Van Onderwerp Aan

    Case A: Tracking past zich automatisch aan beweging van onderwerp aan Handig wanneer u liever fotografeert met automatisch ingestelde parameters op basis van hoe onderwerpen veranderen. Trackinggevoeligheid en tracking van versnellen/vertragen worden automatisch ingesteld.
  • Pagina 495: Parameters

    Parameters Trackinggevoeligheid Instelling voor Servo AF-trackinggevoeligheid van het onderwerp in reactie op niet- onderwerpen die over AF-punten bewegen of onderwerpen die van AF-punten afwijken. Standaardinstelling. Geschikt voor bewegende onderwerpen in het algemeen. Vergrendeld: –2 / Vergrendeld: -1 De camera blijft proberen scherp te stellen op het onderwerp, zelfs als niet-onderwerpen over AF-punten bewegen of als het onderwerp van de AF-punten afwijkt.
  • Pagina 496: Versnellen/Vertragen Tracking

    Versnellen/vertragen tracking Instelling voor trackinggevoeligheid van het onderwerp als reactie op plotselinge, aanzienlijke veranderingen in snelheid, zoals wanneer onderwerpen plotseling beginnen of stoppen met bewegen. Geschikt voor onderwerpen die met een stabiele snelheid bewegen (minimale wijzigingen in de bewegingssnelheid). -2 / -1 Geschikt voor onderwerpen die met een stabiele snelheid bewegen (minimale wijzigingen in de bewegingssnelheid).
  • Pagina 497: Caseparameters Aanpassen

    Caseparameters aanpassen U kunt de parameters ((1) trackinggevoeligheid en (2) tracking van versnellen/vertragen) handmatig aanpassen voor Case 1 tot Case 4. Selecteer een case. Draai aan het instelwiel < > om het nummer van de case die u wilt aanpassen te selecteren. Druk op de knop <...
  • Pagina 498 Maak de afstelling. De standaardinstellingen worden aangegeven door een lichtgrijs [ ] pictogram. Druk op de knop < > om de aanpassing te bevestigen. Druk op de knop < > om terug te keren naar het scherm van stap 1. Opmerking Om de standaardparameterinstellingen voor (1) en (2) in elke case te herstellen drukt u in stap 2 op de knop <...
  • Pagina 499: Af-Functies Aanpassen

    AF-functies aanpassen 2] (bij video-opnamen) U kunt de AF-functies tot in detail configureren, afhankelijk van uw opnamestijl of onderwerp. Ontspanvoorkeur 1-beeld AF U kunt opgeven of de voorkeur moet worden gegeven aan scherpstellen of aan de sluitertijd voor 1-beeld AF (behalve bij opnemen met de Touch Shutter). ] Scherpstellen De opname wordt pas gemaakt nadat op het onderwerp is scherpgesteld.
  • Pagina 500 [ ] Ontspannen Geeft voorrang aan de ontspanknop boven de scherpstelling. Handig als het vastleggen van het beslissende moment het belangrijkste is. Merk op dat de camera opnamen maakt ongeacht of het onderwerp scherp is of niet.
  • Pagina 501: Af-Hulplicht

    Lensbediening als AF niet beschikbaar is U kunt de lensbediening specificeren die van toepassing is wanneer automatisch scherpstellen op een onderwerp niet mogelijk is. ] Continu scherpstellen Als er niet met automatische scherpstelling kan worden scherpgesteld, blijft de lens naar de nauwkeurige scherpstelling zoeken.
  • Pagina 502 Selecteer een optie. [ON] Inschak. Schakelt gebruik van het AF-hulplicht in als dat nodig is. [OFF] Uitschak. Schakelt gebruik van het AF-hulplicht uit. Stel dit in als het AF-hulplicht niet moet worden geactiveerd. [LED] Alleen LED AF-hulplicht Met deze optie kan het LED AF-hulplicht worden geactiveerd als Speedlite-flitseenheden die met deze functie zijn uitgerust worden bevestigd.
  • Pagina 503: Beperken Af-Gebieden

    Beperken AF-gebieden U kunt de beschikbare AF-gebieden beperken tot de gebieden die u normaal gebruikt. Selecteer beschikbare AF-gebieden en druk op de knop < > om een vinkje [ ] toe te voegen. Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen. Zie AF-gebied voor informatie over AF-gebieden.
  • Pagina 504: Af-Punten Op Basis Van Richting

    AF-punten op basis van richting U kunt aparte AF-gebied/punten of aparte AF-puntposities instellen voor gebruik bij verticale en horizontale opnamen. ] Gelijk voor vertic./horiz. Dezelfde AF-punten of Zone-AF-kaders in dezelfde AF-gebieden worden voor zowel verticale als horizontale opnamen gebruikt. ] Aparte AF-ptn:gebied+pt Afzonderlijke soorten AF-gebieden of afzonderlijke posities van AF-punten of Zone AF- kaders kunnen worden ingesteld voor elke camerarichting ((1) Horizontaal, (2) Verticaal met de cameragreep omhoog, (3) Verticaal met de cameragreep omlaag (...
  • Pagina 505: Elektronische Volledige Handmatige Scherpstelling

    Elektronische volledige handmatige scherpstelling De werking van handmatige scherppstelling met de elektronische scherpstelring kan worden aangepast wanneer bepaalde lenzen zijn bevestigd. Op de Canon-website kunt u zien welke lenzen compatibel zijn ( Uitschak. De werking van handmatige scherpstelling komt overeen met de instelling van [Objectief elektronische MF].
  • Pagina 506 ] One-Shot→ingesch. (vergr.) U kunt na de AF-bediening handmatig scherpstellen als u de ontspanknop half ingedrukt houdt. U kunt het scherpstelgebied vergroten en de scherpstelling handmatig aanpassen door aan de scherpstelring op de lens te draaien. ] Uitschakelen in AF-modus Handmatige scherpstelling is uitgeschakeld als de scherpstelmodusknop van de camera of lens is ingesteld op <...
  • Pagina 507: Draaiing Scherpstelring

    Draaiing scherpstelring U kunt de richting waarin de scherpstelring van een RF-lens wordt gedraaid, omkeren om instellingen aan te passen. ] Normaal ] Omgekeerde richting Gevoeligheid van scherpstelring van RF-lenzen U kunt de gevoeligheid van de scherpstelring van de RF-lens instellen. ] Hangt af van draaisnelheid De gevoeligheid van de scherpstelring varieert afhankelijk van de draaisnelheid.
  • Pagina 508 Gebruik als een scherpstel- of bedieningsring Schakelen van de functionaliteit van de lensscherpstelling/bedieningsring met het menu. Waarschuwing Beschikbaar als u lenzen gebruikt met een combinatie van scherpstelring/ bedieningsring, maar zonder schakelaar om tussen deze functies te schakelen. Gebruik als een scherpstelring De ring werkt als een scherpstelring.
  • Pagina 509: Servo Af-Snelheid Voor Video's

    * Lenzen die een langzame overgang van de scherpstelling tijdens video-opnamen ondersteunen USM- en STM-lenzen die in en na 2009 op de markt zijn gekomen, zijn compatibel. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie ( Waarschuwing Bij bepaalde lenzen wordt de snelheid mogelijk niet gewijzigd, zelfs niet wanneer u...
  • Pagina 510: Trackinggevoeligheid Servo Af-Video's

    Opmerking Bediening wanneer inactief gelijk is aan wanneer [AF-snelheid] is ingesteld op [Standaard (0)]. Een sterretje ”*” rechts van [ : Servo AF-snelheid v. movies] geeft aan dat de standaardinstelling is aangepast. Trackinggevoeligheid Servo AF-video's U kunt de trackinggevoeligheid instellen (op een van zeven niveaus) wat het reactievermogen beïnvloedt als het onderwerp uit een AF-punt verdwijnt tijdens Servo AF voor video's, bijvoorbeeld omdat voorwerpen over AF-punten bewegen of tijdens het pannen.
  • Pagina 511: De Transportmodus Selecteren

    De transportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkele opnamen en continue opnamen. U kunt de transportmodus selecteren die bij de scène of het onderwerp past. Druk op de knop < > ( Druk op de knop < > als een beeld op het scherm wordt weergegeven.
  • Pagina 512 Selecteer de transportmodus. Draai aan het instelwiel < > om een keuze te maken. ] Enkelbeeld Wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt, wordt er slechts één opname gemaakt. ] Continue opname met hoge snelheid + Als u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt, kunt u terwijl u hem ingedrukt houdt continu opnames maken zoals hieronder beschreven, op basis van de instelling : Sluitermodus].
  • Pagina 513 Continue opnamesnelheid met Servo AF kan lager zijn afhankelijk van de onderwerpomstandigheden of de gebruikte lens. Bezoek de Canon-website voor informatie over lenzen die de maximale continue opnamesnelheid ondersteunen ( Continue opnamesnelheid kan lager zijn bij het maken van opnamen onder flikkerend licht met [ : Antiknipperopname] ingesteld op [Inschak.] (...
  • Pagina 514: De Zelfontspanner Gebruiken

    De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt, zoals bij een herdenkingsfoto. Druk op de knop < > ( Druk op de knop < > als een beeld op het scherm wordt weergegeven. Selecteer de optie transportmodus. Draai aan het instelwiel <...
  • Pagina 515 Selecteer de zelfontspanner. Draai aan het instelwiel < > om de zelfontspanner te selecteren. : Opname over 10 sec. : Opname over 2 sec. : Maak continue opnamen na 10 sec. voor het opgegeven aantal opnamen* * Gebruik de knop < >...
  • Pagina 516 Opmerking ] wordt gebruikt om te beginnen met opnamen maken zonder de camera aan te raken (om cameratrilling te voorkomen) wanneer de camera op een statief is gemonteerd voor bijvoorbeeld foto's of opnamen met lange belichtingstijden. Het wordt aanbevolen om na het maken van opnamen met de zelfontspanner het beeld weer te geven ( ) om de scherpstelling en belichting te controleren.
  • Pagina 517: Opnamen Maken Met De Afstandsbediening

    Opnamen maken met de afstandsbediening Draadloze afstandsbediening BR-E1 Afstandsbediening RS-60E3 Voor het maken van opnamen met de afstandsbediening kunt u de draadloze afstandsbediening BR-E1 of de afstandsbediening RS-60E3 (respectievelijk Bluetooth- en kabelverbindingen; afzonderlijk verkrijgbaar) gebruiken. Draadloze afstandsbediening BR-E1 U kunt opnamen maken tot op een afstand van circa 5 meter van de camera. Nadat u de camera en BR-E1 ( ) hebt gekoppeld, stelt u de transportmodus in op [ ] of...
  • Pagina 518 Afstandsbediening RS-60E3 Nadat u deze schakelaar hebt verbonden met de camera, kunt u hiermee op afstand fotograferen via een kabelverbinding. Raadpleeg de instructiehandleiding van de RS-60E3 voor bedieningsinstructies. Open het aansluitingenklepje. Sluit de stekker aan op de aansluiting voor de afstandsbediening.
  • Pagina 519: Bediening Aanpassen

    Bediening aanpassen AF-gebieden schakelen met het snelinstelwiel Een onderwerp uit meerdere mensen kiezen met de multicontroller Het formaat van het Zone-AF-kader aanpassen In dit gedeelte worden de manieren beschreven om AF-bediening aan te passen. U kunt ook een combinatie van de aangepaste instellingen gebruiken. AF-gebieden schakelen met het snelinstelwiel U kunt tussen AF-gebieden schakelen met het snelinstelwiel terwijl u door de zoeker kijkt.
  • Pagina 520 Opmerking Voordat u tussen Flexible Zone AF 1-3 schakelt, wordt het aanbevolen uw Zone- AF-kader in uw voorkeursformaat wijzigen (...
  • Pagina 521: Een Onderwerp Uit Meerdere Mensen Kiezen Met De Multicontroller

    Een onderwerp uit meerdere mensen kiezen met de multicontroller U kunt een onderwerp uit meerdere mensen kiezen om het trackingkader op die persoon te vergrendelen. Opmerking Voor deze aanpassing moeten een aantal andere instellingen als volgt worden ingesteld. • [AF-gebied]: [Volledig gebied-AF] •...
  • Pagina 522 Druk de ontspanknop half in en laat hem vervolgens los. Er wordt een trackingkader ( ) weergegeven als meerdere onderwerpen worden gedetecteerd. Gebruik de multicontroller om uw voorkeursonderwerp in te stellen. Druk de multicontroller recht in of druk hem naar links of rechts. Het trackingkader verandert in [ ] en vergrendelt om dat onderwerp te volgen.
  • Pagina 523: Het Formaat Van Het Zone-Af-Kader Aanpassen

    Het formaat van het Zone-AF-kader aanpassen U kunt de grootte van het weergegeven Zone-AF-kader aanpassen voor Flexible Zone AF 1-3. Druk op de knop < > tijdens weergave van het opnamescherm. Druk op de knop < >. Druk op de knop < >...
  • Pagina 524 Druk op de knop < >. Pas het formaat van het Zone-AF-kader aan. Gebruik het instelwiel < > of < > om het Zone-AF-kader aan te passen en druk vervolgens op de knop < >. Druk op de knop < >...
  • Pagina 525: Afspelen

    Afspelen In dit hoofdstuk worden onderwerpen behandeld met betrekking tot weergave (het laten zien van foto's en video's), en worden de menu-instellingen op het tabblad Afspelen [ geïntroduceerd. Waarschuwing Normale weergave of selectie op deze camera is misschien niet mogelijk voor opnamen die op andere camera's zijn vastgelegd, of voor beelden van deze camera die op een computer zijn bewerkt of hernoemd.
  • Pagina 526 • Het afspeelinformatiescherm aanpassen • De overbelichtingswaarschuwing weergeven • AF-puntweergave • Weergaveraster • Video-afspeelteller • Foto's uit RAW-burstbeelden halen • HDMI HDR-uitgang...
  • Pagina 527: Tabbladmenu's: Afspelen

    Tabbladmenu's: Afspelen Afspelen 1 Beveilig beelden Wis beelden Foto's roteren Movierotatiegeg. wijzigen Classificatie Printopties Fotoboek instellen Weergave 2 RAW-beeldverwerking Creatieve hulp RAW-verw. Snel instellen RAW-beeldbewerking in cloud Weergeven met creatieve filters Rode-Ogen Corr. Wijzig formaat...
  • Pagina 528 Weergave 3 Trimmen Conversie HEIF→JPEG Weergave 4 Diavoorstelling Beeldzoekvoork. instellen Vanaf laatst gez. Vergroting Spring met...
  • Pagina 529 Weergave 5 Weergave-informatiescherm Overbel. waarsch. AF-punt weerg. Weergaveraster Movie afs. teller HDMI HDR-uitgang...
  • Pagina 530 In de basismodi wordt het volgende scherm weergegeven voor [ 2], [ 3] en [ Weergave 2 Creatieve hulp Weergeven met creatieve filters Rode-Ogen Corr. Wijzig formaat Trimmen Weergave 3 Diavoorstelling Beeldzoekvoork. instellen Vanaf laatst gez. Vergroting Spring met...
  • Pagina 531 Weergave 4 Weergave-informatiescherm Overbel. waarsch. AF-punt weerg. Weergaveraster Movie afs. teller HDMI HDR-uitgang...
  • Pagina 532: Beelden Afspelen

    Beelden afspelen Weergave van één opname Weergave met opname-informatie Afspelen via touchscreen Weergave van één opname Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Het laatst vastgelegde of weergegeven beeld wordt getoond. Door beelden bladeren. Als u de beelden wilt weergeven, beginnend met uw meest recente opname, draait u het instelwiel <...
  • Pagina 533 Geen informatie Weergave met basisinformatie Weergave met opname-informatie Het afspelen van beelden afsluiten. Druk op de knop < > om het afspelen van beelden af te sluiten en terug te keren naar de stand-bymodus voor opnamen. Opmerking Lijnen die het beeldgebied aangeven, worden weergegeven op RAW-beelden die zijn vastgelegd met [ : Hoogte/breedte foto] ingesteld op [1:1], [4:3] of [16:9] Als de zoekcriteria zijn ingesteld met [...
  • Pagina 534 Weergave met opname-informatie Wanneer het opname-informatiescherm wordt weerggeven ( ), kunt u < > omlaag of omhoog drukken om andere informatie weer te geven. U kunt de weergegeven informatie ook aanpassen, in [ : Weergave-informatiescherm] (...
  • Pagina 535: Afspelen Via Touchscreen

    Afspelen via touchscreen De camera beschikt over een touchscreen dat u kunt aanraken om het afspelen te bedienen. Ondersteunde aanraakhandelingen zijn overeenkomstig degene die gebruikt worden met smartphones en gelijksoortige apparaten. Druk eerst op de knop < > om afspelen via touchscreen voor te bereiden. Door beelden bladeren Opnamesprong Indexweergave...
  • Pagina 536 Vergrote weergave Opmerking U kunt de weergave ook vergroten door met een vinger te dubbeltikken.
  • Pagina 537: Vergrote Beeldweergave

    Vergrote beeldweergave Het aanvankelijke vergrotingspercentage instellen De aanvankelijke vergrotingspositie instellen Vergroting voor volgende beelden U kunt de weergave van uw vastgelegde beelden vergroten. Vergroot het beeld. Druk op de knop < >. De vergrote weergave wordt geactiveerd. De positie van het vergrote gebied (1) wordt rechtsonder op het scherm weergegeven, samen met Als u beelden wilt vergroten, draait u het instelwiel <...
  • Pagina 538 Verschuif het beeld. Scroll in elke willekeurige richting over het vergrote beeld met < >. Druk op de knop < > of < > om de vergrote weergave af te sluiten. Opmerking Als u wilt overschakelen naar andere beelden met behoud van de vergrote weergave, draait u aan het instelwiel <...
  • Pagina 539: Het Aanvankelijke Vergrotingspercentage Instellen

    Het aanvankelijke vergrotingspercentage instellen U kunt het aanvankelijk vergrotingspercentage instellen. Selecteer [ : Vergroting]. Selecteer [Vergroting (ong.)].
  • Pagina 540 Selecteer een optie. 1×, 2×, 4×, 8×, 10× Vergrote weergave begint bij het geselecteerde vergrotingspercentage. Ware grootte De pixels van het opgenomen beeld worden weergegeven op ongeveer 100%. Z. als ltste Vergrote weergave wordt hervat met hetzelfde percentage als de laatste keer dat u vergrote weergave hebt afgesloten door op <...
  • Pagina 541: De Aanvankelijke Vergrotingspositie Instellen

    De aanvankelijke vergrotingspositie instellen U kunt de aanvankelijke vergrotingspositie instellen. Selecteer [ : Vergroting]. Selecteer [Vergrote positie].
  • Pagina 542 Selecteer een optie. Vanuit centrum Vergrote weergave start bij het midden van het scherm. Vanaf sch.st.pt. Vergrote weergave start bij het AF-punt waarop is scherpgesteld. Als de foto is gemaakt met handmatige scherpstelling, start de vergrote weergave bij het midden van het scherm.
  • Pagina 543: Vergroting Voor Volgende Beelden

    Vergroting voor volgende beelden U kunt opgeven of u dezelfde positie voor vergrote weergave wilt behouden, of de ingestelde positie in [Vergrote positie] wilt gebruiken bij het weergeven van volgende beelden. Selecteer [ : Vergroting]. Selecteer [Handhaaf positie].
  • Pagina 544 Selecteer een optie. Inschak. De huidige vergrote positie wordt behouden bij het weergeven van volgende beelden in vergrote weergave. Uitschak. De positie ingesteld in [Vergrote positie] wordt gebruikt bij het weergeven van volgende beelden in vergrote weergave.
  • Pagina 545: Indexweergave (Weergave Van Meerdere Beelden)

    Indexweergave (weergave van meerdere beelden) Druk op de knop < >. Druk tijdens het afspelen van het beeld op de knop < >. ] wordt rechtsonder op het scherm weergegeven. Schakel over naar de indexweergave. Draai het instelwiel < > linksom. De 4-beeldindexweergave verschijnt.
  • Pagina 547 Door beelden bladeren. Gebruik < > of de < >-draaiknop om het oranje kader voor de beeldselectie te verplaatsen. Druk in de indexweergave op de knop < > om het geselecteerde beeld in een weergave van één opname weer te geven.
  • Pagina 548: Video Afspelen

    Video afspelen Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Selecteer een video. Draai aan het instelwiel < > om een video te selecteren die u wilt afspelen. Bij de weergave van één opname geeft het pictogram [ linksboven in het scherm aan dat het een video is.
  • Pagina 549 Druk in de weergave van één opname op de knop < >. Selecteer [ De video wordt afgespeeld. Geluid wordt afgespeeld via de luidspreker (1). U kunt de weergave onderbreken en het videoafspeelpaneel openen door op de knop < > te drukken ( ).
  • Pagina 550 Videoafspeelpaneel Optie Afspeelopties Als u op de knop < > drukt, schakelt u tussen video's afspelen en Afspelen afspelen stoppen. Hiermee springt de film telkens wanneer u op < > drukt circa 1 Achteruit springen seconden achteruit. Als u < >...
  • Pagina 551 Bediening afwezig op het vorige scherm is als volgt. Optie Afspeelopties Hiermee opent u het bewerkingsscherm ( Bewerken Pas de vertraagde snelheid aan door aan het instelwiel < > te Vertraagd draaien. De vertraagde snelheid wordt rechtsboven in het scherm aangegeven.
  • Pagina 552: De Eerste En Laatste Scènes Van Een Video Bewerken

    De eerste en laatste scènes van een video bewerken U kunt de eerste en laatste beelden van een video bewerken in tussenstappen van circa 1 seconde. Onderbreek video afspelen. Het videoafspeelpaneel verschijnt. Druk op de knop < > en selecteer vervolgens [...
  • Pagina 553 Geef aan welk deel moet worden verwijderd. Selecteer [ ] (Snijden begin) of [ ] (Snijden eind). Druk op < > links of rechts om één frame terug of vooruit te gaan. Blijf op de multicontroller drukken om de frames snel terug te spoelen of snel vooruit te spoelen.
  • Pagina 554 Sla op. Selecteer [ ] (1). Het scherm Opslaan wordt weergegeven. Om het resultaat als nieuw bestand op te slaan kiest u [Nieuw bestand]. Om het op te slaan en het originele videobestand te overschrijven selecteert u [Overschrijven]. Selecteer [ ] (2) om een gecomprimeerde versie van het bestand op te slaan.
  • Pagina 555: Frames Exporteren Uit 4K-Video's Of 4K-Time-Lapse-Video's

    Frames exporteren uit 4K-video's of 4K-time-lapse- video's Uit 4K of 4K time-lapse-video's kunt u individuele frames selecteren om op te slaan als JPEG- of HEIF-foto's. Deze functie heet “Beeld opslaan als foto”. Selecteer een 4K-video of een 4K time-lapse-video. Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 556 Druk op de knop < > om de video te pauzeren. Het videoafspeelpaneel verschijnt. Selecteer een frame dat u als foto wilt opslaan. Gebruik het videoafspeelpaneel om het frame te selecteren dat u als foto wilt opslaan. Videoafspeelpaneel voor instructies over het videoafspeelpaneel. Druk op de knop <...
  • Pagina 557 Sla op. Selecteer [OK] om het huidige frame op te slaan als een JPEG-foto. HEIF-beelden worden opgeslagen als u beelden opslaat van video's die zijn opgenomen met [ : HDR-opname ] ingesteld op [Inschak.]. Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer. Selecteer het weer te geven beeld. Selecteer [Originele film bekijken] of [Overgenomen foto bekijken].
  • Pagina 558: Afspelen Op Een Tv-Toestel

    Afspelen op een tv-toestel Door de camera met een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel op een televisie aan te sluiten, kunt u de vastgelegde foto's en video's op de televisie weergeven. Als het beeld niet op het tv-scherm wordt weergegeven, controleert u of [ : Videosysteem] correct is ingesteld op [Voor NTSC] of [Voor PAL] (afhankelijk van het videosysteem van uw televisie).
  • Pagina 559 Druk op de knop < >. De beelden worden nu weergegeven op de televisie, zonder dat er iets op het camerascherm wordt weergegeven. De beelden worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie passend bij de aangesloten televisie. Waarschuwing Pas het videogeluidsvolume van de televisie aan. Het geluidsvolume kan niet met de camera worden aangepast.
  • Pagina 560: Beelden Beveiligen

    Beelden beveiligen Afzonderlijke beelden beveiligen Het bereik van te beveiligen beelden opgeven Alle beelden in een map of op een kaart beveiligen U kunt belangrijke beelden beveiligen om te voorkomen dat ze gewist worden. Waarschuwing Als u de kaart formatteert ( ), worden beveiligde opnamen ook gewist.
  • Pagina 561 Selecteer [Selecteer beelden]. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen. Draai aan het instelwiel < > om een beeld te selecteren dat u wilt beveiligen. Beveilig het beeld. Druk op de knop < > om het geselecteerde beeld te beveiligen, waarna het wordt gelabeld met een [ ]-pictogram (1) boven in het scherm.
  • Pagina 562: Het Bereik Van Te Beveiligen Beelden Opgeven

    Het bereik van te beveiligen beelden opgeven Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te beveiligen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Beveilig beelden].
  • Pagina 563: Alle Beelden In Een Map Of Op Een Kaart Beveiligen

    Alle beelden in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in : Beveilig beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart beveiligd. Als u de beveiliging wilt annuleren, selecteert u [Wis bev.
  • Pagina 564: Beelden Wissen

    Beelden wissen Beelden een voor een wissen Selectie ([ ]) van Meerdere beelden tegelijk wissen Het bereik opgeven van de te wissen beelden Alle beelden in een map of op een kaart wissen U kunt overbodige beelden één voor één of in een batch selecteren en wissen. Beveiligde opnamen ( ) worden niet gewist.
  • Pagina 565 Druk op de knop < >. Wis de beelden. JPEG/HEIF/RAW-beelden of video's Selecteer [Wissen]. RAW+JPEG/RAW+HEIF-beelden Selecteer een optie. Beeldenreeksen vastgelegd in de transportmodus [ ], [ ] of [ worden gewist als u tijdens afspelen [Wis scène waarin beeld zit] selecteert.
  • Pagina 566: Selectie Van Meerdere Beelden Tegelijk Wissen

    Selectie ([ ]) van Meerdere beelden tegelijk wissen Door vinkjes toe te voegen aan de te wissen beelden kunt u al die beelden in één keer wissen. Selecteer [ : Wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer een beeld. Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 567 Wis de beelden. Selecteer [OK].
  • Pagina 568: Het Bereik Opgeven Van De Te Wissen Beelden

    Het bereik opgeven van de te wissen beelden Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te wissen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Wis beelden].
  • Pagina 569 Wis de beelden. Selecteer [OK].
  • Pagina 570: Alle Beelden In Een Map Of Op Een Kaart Wissen

    Alle beelden in een map of op een kaart wissen U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk wissen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in [ : Wis beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart gewist. Als de zoekcriteria zijn ingesteld met [ : Beeldzoekvoork.
  • Pagina 571: Foto's Draaien

    Foto's draaien U kunt deze functie gebruiken om het getoonde beeld in de gewenste positie te draaien. Selecteer [ : Foto's roteren]. Selecteer een beeld dat u wilt roteren. Draai aan het instelwiel < > om het beeld te selecteren.
  • Pagina 572 Draai het beeld. Elke keer dat u op de knop < >, wordt het beeld als volgt rechtsom gedraaid: 90° → 270° → 0°. Als u nog een beeld wilt draaien, herhaalt u stap 2 en 3. Opmerking Als u voorafgaand aan het maken van foto's de optie [ : Auto. roteren] hebt ingesteld op [Aan ), hoeft u het beeld niet meer met deze functie te roteren.
  • Pagina 573: Richtingsinformatie Van Video's Wijzigen

    Richtingsinformatie van video's wijzigen U kunt informatie over de richting voor video afspelen handmatig bewerken (om te bepalen welke kant naar boven staat). Selecteer [ : Movierotatiegeg. wijzigen]. Selecteer een video. Draai aan het instelwiel < > om een video te selecteren waarvan u de richtingsinformatie wilt wijzigen.
  • Pagina 574 Wijzig de richtingsinformatie. Wanneer u de camera en het -pictogram in de linkerbovenhoek van het scherm ziet, drukt u op de knop < > om op te geven welke kant naar boven moet. Telkens wanneer u op de knop < >...
  • Pagina 575: Classificatie Van Beelden

    Classificatie van beelden Classificatie van individuele beelden Classificeren door het bereik op te geven Alle beelden in een map of op een kaart classificeren U kunt beelden classificeren door ze te beoordelen op een schaal van 1 tot 5 ( ).
  • Pagina 576 Selecteer het beeld dat u wilt classificeren. Draai aan het instelwiel < > om het beeld te selecteren dat u wilt classificeren. Classificeer het beeld. Druk op de knop < > zodat de huidige classificatie blauw wordt omlijnd, zoals weergegeven. Draai aan het instelwiel <...
  • Pagina 577: Classificeren Door Het Bereik Op Te Geven

    Classificeren door het bereik op te geven Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te beoordelen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Classificatie].
  • Pagina 578 Classificeer het beeld. Draai aan het instelwiel < > om een classificatie te selecteren en selecteer vervolgens [OK]. Alle beelden in het opgegeven bereik worden tegelijk beoordeeld (dezelfde classificatie).
  • Pagina 579: Alle Beelden In Een Map Of Op Een Kaart Classificeren

    Alle beelden in een map of op een kaart classificeren U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk classificeren. Wanneer u onder [ : Classificatie] de optie [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert, worden alle beelden in de map of op de kaart beoordeeld. Draai aan het hoofdinstelwiel <...
  • Pagina 580 Opmerking Waarden naast classificaties worden weergegeven als [###] als meer dan 1.000 beelden die classificatie hebben. Met [ : Beeldzoekvoork. instellen] en [ : Spring met ], kunt u alleen beelden met een bepaalde classificatie weergeven.
  • Pagina 581: Printopties (Dpof)

    Printopties (DPOF) Printopties Beelden selecteren voor afdrukken Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u beelden die op de kaart staan, afdrukken volgens uw printinstructies, zoals de beeldselectie, het aantal exemplaren, enzovoort. U kunt meerdere beelden in één batch afdrukken of printopties maken voor een foto- ontwikkelaar.
  • Pagina 582 Stel de gewenste opties in. Stel de opties [Afdruktype], [Datum] en [File No.] in. Standaard Er wordt een beeld afgedrukt per vel. Er worden meerdere Index miniatuurafbeeldingen afgedrukt per Afdruktype vel. Er worden zowel standaard- als Beide indexprints gemaakt. Bij [Aan] wordt de vastgelegde datum van het Datum vastgelegde beeld afgedrukt.
  • Pagina 583 Waarschuwing Als u een beeld met een groot beeldformaat afdrukt met behulp van de instelling [Index] of [Beide] ( ), wordt bij bepaalde printers de indexprint mogelijk niet afgedrukt. Verklein in dat geval het formaat van het beeld ( ) en druk de indexprint vervolgens af.
  • Pagina 584: Beelden Selecteren Voor Afdrukken

    Beelden selecteren voor afdrukken Beelden selecteren Selecteer en specifieer de beelden een voor een. Druk op de knop < > om de printopties op de kaart op te slaan. Standaard/Beide (1) Aantal (2) Totaal aantal geselecteerde opnamen Druk op de knop < >...
  • Pagina 585: Alle Beelden In Een Map

    Meerdere beelden selecteren Selecteer reeks Selecteer [Selecteer reeks] in [Meerdere]. Door de eerste en de laatste beelden van de reeks te selecteren worden alle beelden in de reeks geselecteerd met een vinkje [ ] en wordt van elk beeld één exemplaar gespecificeerd voor afdrukken. Alle beelden in een map Selecteer [Markeer alles in de map] en selecteer de map.
  • Pagina 586: Fotoboek Instellen

    Fotoboek instellen Afzonderlijke beelden opgeven Het beeldbereik voor een fotoboek opgeven Alle opnamen in een map of op een kaart opgeven U kunt aangeven welke opnamen (maximaal 998) u wilt hebben afgedrukt in een fotoboek. Als u EOS Utility (EOS-software) gebruikt om opnamen te importeren op een computer, worden de geselecteerde opnamen voor een fotoboek naar een speciale map gekopieerd.
  • Pagina 587 Selecteer een beeld voor het fotoboek. Gebruik het instelwiel < > om een beeld te selecteren voor het fotoboek en druk vervolgens op de knop < >. Herhaal stap 3 als u nog meer opnamen voor een fotoboek wilt selecteren.
  • Pagina 588: Het Beeldbereik Voor Een Fotoboek Opgeven

    Het beeldbereik voor een fotoboek opgeven Terwijl u de opnamen in de indexweergave bekijkt, kunt u het bereik (beginpunt tot eindpunt) opgeven voor foto's voor een fotoboek. Selecteer [Meerdere]. Selecteer [Meerdere] in [ : Fotoboek instellen]. Selecteer [Selecteer reeks].
  • Pagina 589 Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt). Selecteer vervolgens het laatste beeld (eindpunt). Een vinkje [ ] wordt toegevoegd aan alle beelden binnen het bereik tussen het eerste en het laatste beeld.
  • Pagina 590: Alle Opnamen In Een Map Of Op Een Kaart Opgeven

    Alle opnamen in een map of op een kaart opgeven U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk opgeven voor een fotoboek. Alle opnamen in de map of op de kaart worden opgegeven voor het fotoboek wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in de optie [Meerdere] voor : Fotoboek instellen].
  • Pagina 591: Raw-Beeldverwerking

    RAW-beeldverwerking Vergrote weergave Verwerking van beelden met een gespecificeerde aspect ratio RAW-beeldverwerkingsopties U kunt - of -beelden verwerken met de camera om JPEG- of HEIF-beelden te maken. De RAW-beelden blijven hetzelfde als wanneer ze zijn gemaakt, zodat u de verwerkingsopties kunt aanpassen om zoveel JPEG's als nodig te creëren. U kunt tevens Digital Photo Professional (EOS-software) gebruiken om RAW-beelden te bewerken.
  • Pagina 592 Selecteer een optie en selecteer vervolgens beelden. U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te verwerken. Selecteer beelden Draai aan het instelwiel < > om het te verwerken beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 593 Stel de gewenste verwerkingsopties in. Opname-instellingen gebr. Beelden worden verwerkt met opname-instellingen op het moment van vastleggen. Beelden die zijn vastgelegd met [ : HDR-opname ingesteld op [Inschak.] worden verwerkt om HEIF's te maken, en beelden die zijn vastgelegd met deze functie ingesteld op [Uitschak.] worden verwerkt om JPEG's te maken.
  • Pagina 594 Sla op. Wanneer u [Verwerking instellen→JPEG] of [Verwerking instellen→HEIF] gebruikt, selecteert u [ ] (Opslaan). Lees de melding en selecteer [OK]. Selecteer [Ja] om andere beelden te verwerken en herhaal de stappen 2-4. Selecteer het weer te geven beeld. Selecteer [Origineel beeld] of [Bewerkt beeld]. Uw geselecteerde beeld wordt weergegeven.
  • Pagina 595 Vergrote weergave U kunt beelden die worden weergegeven voor [Verwerking instellen→JPEG] of [Verwerking instellen→HEIF] vergroten door op de knop < > te drukken. Het vergrotingspercentage hangt af van de instelling [Beeldkwalit.]. Met < > kunt u door het vergrote beeld scrollen. Als u de vergrote weergave wilt beëindigen, drukt u nogmaals op de knop <...
  • Pagina 596: Verwerking Van Beelden Met Een Gespecificeerde Aspect Ratio

    Verwerking van beelden met een gespecificeerde aspect ratio JPEG- of HEIF-beelden met de opgegeven aspect ratio worden gemaakt wanneer u RAW- beelden verwerkt die zijn vastgelegd met [ : Hoogte/breedte foto] ( ) ingesteld op [1:1], [4:3] of [16:9].
  • Pagina 597: Raw-Beeldverwerkingsopties

    RAW-beeldverwerkingsopties : Aanpassing helderheid U kunt de helderheid van het beeld aanpassen met maximaal ±1 stop in stappen van 1/3 stop. : Witbalans ( U kunt de witbalans selecteren. Wanneer u [ ] selecteert, kunt u ook [Auto: Sfeerprioriteit] of [Auto: Witprioriteit] selecteren. Als u [ ] selecteert, kunt u de kleurtemperatuur instellen.
  • Pagina 598 : Lensafw.correctie • • : Corr. helderh. randen ( Een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van afbeeldingen er donkerder uitzien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens, kan worden gecorrigeerd. Indien [Inschak.] is ingesteld, wordt het gecorrigeerde beeld weergegeven.
  • Pagina 599 • • : Diffractiecorrectie ( De diffractie door het diafragma van de lens, waardoor het beeld minder scherp wordt, kan worden gecorrigeerd. Indien [Inschak.] is ingesteld, wordt het gecorrigeerde beeld weergegeven. Als het effect niet goed te zien is, vergroot u het beeld ( Waarschuwing Verwerking van RAW-beelden in de camera levert niet exact hetzelfde resultaat op...
  • Pagina 600: Creatieve Hulp

    Creatieve hulp U kunt RAW-beelden verwerken door uw voorkeurseffecten toe te passen en deze op te slaan als JPEG-bestanden. Selecteer [ : Creatieve hulp]. Selecteer een beeld. Draai aan het instelwiel < > om het te verwerken beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 601 Selecteer een effect. Gebruik het instelwiel < > om het filtereffect te selecteren. Door [Voorinstelling] te selecteren en op de knop < > te drukken kunt u [VIVID], [SOFT] en andere vooraf ingestelde effecten kiezen. [AUTO1], [AUTO2] en [AUTO3] zijn effecten die door de camera worden aanbevolen op basis van de beeldomstandigheden.
  • Pagina 602 Om de instellingen te resetten drukt u op de knop < > en selecteert u [OK] nadat een bevestigingsbericht is weergegeven. Druk op de knop < > om het effect te bevestigen. Selecteer [OK] om bet beeld op te slaan.
  • Pagina 603: Raw-Verwerking Snel Instellen

    RAW-verwerking snel instellen U kunt het type RAW-beeldverwerking selecteren dat vanaf het scherm Snel instellen wordt uitgevoerd. Selecteer [ : RAW-verw. Snel instellen].
  • Pagina 604 Selecteer een optie. Creatieve hulp RAW-verwerking die uw voorkeurseffect toepast ( RAW-beeldverwerking RAW-verwerking volgens de voorwaarden die u opgeeft (...
  • Pagina 605: Raw-Beeldverwerking In De Cloud

    RAW-beeldverwerking in de cloud vereist een betaald abonnement. Ga naar de website image.canon voor abonnementsinformatie. Beelden die door deze beeldverwerking worden gegenereerd, worden op de servers van image.canon opgeslagen. De verwerkte beelden worden niet op de camera opgeslagen. Opmerking Verbind de camera met image.canon voordat u verdergaat ( De verwerkingscapaciteit controleren U kunt controleren hoeveel beelden u op image.canon kunt verwerken.
  • Pagina 606 Selecteer [ : RAW-beeldbewerking in cloud]. Selecteer [Controleer bew.cap. (verversen)]. De camera krijgt toegang tot image.canon.
  • Pagina 607 Controleer het aantal in [Bewerkingscap.]. Informatie in [Bewerkingscap.] wordt bijgewerkt. Waarschuwing [Bewerkingscap.] is [0], tenzij u een betaald abonnement hebt op RAW-beeldverwerking in de cloud. U ontvangt abonnementsinformatie op het e-mailadres dat u op image.canon hebt geregistreerd als u zonder abonnement de verwerkingscapaciteit controleert.
  • Pagina 608: Te Verwerken Beelden Toevoegen

    Te verwerken beelden toevoegen Selecteer [Voeg beelden toe om te bewerken].
  • Pagina 609 Selecteer een optie en selecteer vervolgens beelden. U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te verwerken. Selecteer beelden Draai aan het instelwiel < > om het te verwerken beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 610 Stel de gewenste verwerkingsopties in. Opname-instellingen gebr. Beelden worden verwerkt met opname-instellingen op het moment van vastleggen. Beelden die zijn vastgelegd met [ : HDR-opname ingesteld op [Inschak.] worden verwerkt om HEIF's te maken, en beelden die zijn vastgelegd met deze functie ingesteld op [Uitschak.] worden verwerkt om JPEG's te maken.
  • Pagina 611 Vergelijkingsscherm U kunt overschakelen tussen de schermen [Na wijziging] en [Opname-instellingen] door op de knop < > te drukken en aan het instelwiel < > of < > te draaien. Items in oranje op het scherm [Na wijziging] zijn bewerkt sinds het moment van vastleggen.
  • Pagina 612: Geselecteerde Beelden Bekijken/Verwijderen

    Geselecteerde beelden bekijken/verwijderen Selecteer [Contr./verw. geselect. beelden]. Door uw beelden bladeren. Draai aan het instelwiel < > om de beelden te bekijken. Om beelden van de uploadlijst te verwijderen drukt op de knop < >. [ ] wordt weergegeven. Om de beeldverwerkingsomstandigheden te controleren drukt u op de knop <...
  • Pagina 613 Verwijder het huidige beeld van de uploadlijst indien gewenst. Druk op de knop < >. Selecteer [OK] als een melding wordt weergegeven over het verwijderen van beelden van de uploadlijst.
  • Pagina 614: Beelden Uploaden

    [Err 138]-transmissiefout optreedt. Zelfs als het aantal beelden en de verwerkingscapaciteit niet correct worden bijgewerkt, kunnen beelden op de server worden verwerkt. Gebruik de app image.canon om de verwerkingsstatus te controleren. De camera blijft beelden uploaden, zelfs als [Stoppen] is geselecteerd op het scherm [Beelden verzenden].
  • Pagina 615: Afspelen Met Creatieve Filters

    Afspelen met creatieve filters Kenmerken van creatieve filters U kunt de volgende filters toepassen op een beeld en het resulterende beeld afzonderlijk opslaan: Korrelig Z/W, Softfocus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect. Selecteer [ : Weergeven met creatieve filters]. Selecteer een beeld.
  • Pagina 616 Selecteer een filtereffect ( Pas het filtereffect aan. Pas het filtereffect aan en druk vervolgens op de knop < >. Voor [Miniatuureffect] draait u aan het instelwiel < > om het witte kader te verplaatsen, waarmee het gebied wordt aangegeven dat scherp moet zijn.
  • Pagina 617 Opmerking RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd. Voor beelden die zijn gemaakt in RAW+JPEG-opnamen wordt filterverwerking toegepast op het JPEG-beeld voordat de resultaten worden opgeslagen. Beelden die worden verwerkt met het fisheye-effectfilter worden niet voorzien van Stofwisdata (...
  • Pagina 618: Softfocus

    Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen kunt u het zwart- witeffect veranderen. Softfocus Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de scherpte aan te passen bepaalt u de zachtheid van het beeld.
  • Pagina 619: Rode-Ogen-Correctie

    Rode-ogen-correctie Corrigeert relevante delen van opnamen met rode ogen automatisch. Het beeld kan worden opgeslagen als een nieuw bestand. Selecteer [ : Rode-Ogen Corr.]. Draai aan het instelwiel < > om het beeld te selecteren. Druk na het selecteren van de beelden op de knop < >.
  • Pagina 620 Selecteer [OK]. Het beeld wordt opgeslagen als een apart bestand. Waarschuwing Sommige beelden worden mogelijk niet nauwkeurig gecorrigeerd.
  • Pagina 621: Het Formaat Van Jpeg-/Heif-Beelden Wijzigen

    Het formaat van JPEG-/HEIF-beelden wijzigen U kunt het formaat van een JPEG- of HEIF-beeld wijzigen om het aantal pixels te verminderen en u kunt de opname vervolgens als nieuw bestand opslaan. Het formaat wijzigen is beschikbaar voor , JPEG- of HEIF-beelden (in formaten behalve inclusief beelden die zijn vastgelegd in RAW+JPEG- en RAW+HEIF-opnamen.
  • Pagina 622 Selecteer het gewenste beeldformaat. Selecteer het gewenste beeldformaat (1). Sla op. Selecteer [OK] om het beeld met gewijzigd formaat op te slaan. Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer en selecteer vervolgens [OK]. Als u het formaat van nog een beeld wilt wijzigen, herhaalt u stap 2 t/m...
  • Pagina 623: Jpeg-/Heif-Beelden Bijsnijden

    JPEG-/HEIF-beelden bijsnijden U kunt een JPEG-beeld bijsnijden en deze opslaan als een andere opname. Bijsnijden is beschikbaar voor JPEG- of HEIF-beelden. RAW-beelden en beelden van 4K-video's die zijn opgeslagen als foto's kunt u niet bijsnijden. Selecteer [ : Trimmen]. Selecteer een beeld. Draai aan het instelwiel <...
  • Pagina 624 Stel het bijsnijdkader in. Het beeldgebied dat binnen het bijsnijdkader valt, wordt bijgesneden. De grootte van het bijsnijdkader wijzigen Draai aan het instelwiel < > om de grootte van het bijsnijdkader te wijzigen. Hoe kleiner het bijsnijdkader, hoe meer vergroot de bijgesneden afbeelding eruit zal zien.
  • Pagina 625 Controleer het beeldgebied dat moet worden bijgesneden. Draai aan het instelwiel < > om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Het bij te snijden beeldgebied wordt weergegeven. Sla op. Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 626 Waarschuwing De positie en grootte van het bijsnijdkader kan veranderen, afhankelijk van de hoek ingesteld voor de kantelcorrectie. Wanneer een bijgesneden beeld wordt opgeslagen, kan dit niet opnieuw worden verkleind of bijgesneden. Gegevens over de AF-puntweergave ( ) en stofwisdata ( ) worden niet toegevoegd aan de bijgesneden beelden.
  • Pagina 627: Heif Converteren Naar Jpeg

    HEIF converteren naar JPEG U kunt HEIF-beelden die zijn opgenomen in HDR-opname converteren en ze opslaan als JPEG-beelden. Selecteer [ : Conversie HEIF→JPEG]. Selecteer een beeld. Draai aan het instelwiel < > om een HEIF-beeld te selecteren voor conversie naar JPEG. Druk op de knop <...
  • Pagina 628 Sla op. Selecteer [OK] om het JPEG-beeld op te slaan. • Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer en selecteer vervolgens [OK]. • Als u nog een beeld wilt converteren, herhaalt u stap 2 en 3. Opmerking Sommige scènes kunnen er na conversie anders uitzien als de originele en geconverteerde beelden worden vergeleken.
  • Pagina 629: Diavoorstelling

    Diavoorstelling U kunt de beelden op de kaart weergeven als een automatische diavoorstelling. Geef de beelden op die u wilt afspelen. Als u alle beelden op de kaart wilt afspelen, gaat u naar stap 2. Als u wilt opgeven welke beelden in de diavoorstelling moeten worden weergeven, filtert u de beelden met [ : Beeldzoekvoork.
  • Pagina 630 Stel de gewenste afspeelopties in. Selecteer [Stel in]. Stel de instellingen [Weergaveduur] en [Herhalen] (herhaald afspelen) in voor de foto's. Druk wanneer u klaar bent met instellen op de knop < >. Weergaveduur Herhalen...
  • Pagina 631 Start de diavoorstelling. Selecteer [Start]. Nadat de tekst [Laden van beeld...] is weergegeven, begint de diavoorstelling. Beëindig de diavoorstelling. Als u de diavoorstelling wilt afsluiten en wilt terugkeren naar het instellingenscherm, drukt u op de knop < >. Opmerking Als u de diavoorstelling wilt pauzeren, drukt u op de knop < >.
  • Pagina 632: Zoekcriteria Voor Beelden Instellen

    Zoekcriteria voor beelden instellen De zoekvoorkeuren wissen U kunt de beeld weergave aan de hand van zoekcriteria filteren. Nadat u de voorkeuren voor beelden zoeken hebt ingesteld, kunt u alleen de gevonden beelden afspelen en weergeven. U kunt tevens beschermen, classificeren, een diavoorstelling weergeven, wissen en andere handelingen toepassen op gefilterde beelden.
  • Pagina 633 Stel de zoekvoorkeuren in. Draai aan het instelwiel < > om een optie te selecteren. Draai aan het instelwiel < > om de instelling in te voeren. Een vinkje [ ] (1) wordt links van de optie toegevoegd. (Opgegeven als het zoekcriterium.) Als u de optie selecteert en op de knop <...
  • Pagina 634 Pas de zoekvoorkeuren toe. Druk op de knop < > en lees het getoonde bericht. Selecteer [OK]. Het zoekcriterium wordt opgegeven. Geef de gevonden beelden weer. Druk op de knop < >. Alleen de beelden die overeenkomen met de ingestelde voorkeuren (gefilterd) worden afgespeeld.
  • Pagina 635: De Zoekvoorkeuren Wissen

    Opmerking Zoekcriteria kunnen worden gewist na bewerkingen waarbij de camera aan/uit wordt geschakeld of de kaart wordt gewisseld en beelden worden bewerkt, toegevoegd of gewist. De tijd voor Auto uitschakelen kan worden verlengd terwijl het scherm : Beeldzoekvoork. instellen] wordt weergegeven. De zoekvoorkeuren wissen Open het scherm van stap 2 en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 636: Hervatten Vanaf Vorige Weergave

    Hervatten vanaf vorige weergave Selecteer [ : Vanaf laatst gez.]. Selecteer een optie. [Inschak.]: De weergave gaat door vanaf het laatst weergegeven beeld (behalve wanneer u zojuist bent gestopt met opnemen). [Uitschak.]: de weergave wordt hervat vanaf de meest recente opname wanneer de camera opnieuw wordt opgestart.
  • Pagina 637: Bladeren Door Beelden Met Het Hoofdinstelwiel

    Bladeren door beelden met het hoofdinstelwiel In de weergave van één opname kunt u aan het instelwiel < > draaien om snel vooruit of achteruit door de beelden te bladeren, afhankelijk van de ingestelde sprongmethode. Selecteer [ : Spring met Selecteer de sprongmethode. Opmerking Met [Spring het opgegeven aantal beelden] kunt u aan het instelwiel <...
  • Pagina 638 Navigeer door te springen. (1) Sprongmethode (2) Afspeelpositie Druk op de knop < >. Draai in de weergave van één opname aan het instelwiel < >. U kunt met de ingestelde sprongmethode bladeren. Opmerking U kunt de sprongmethode ook wijzigen door tijdens weergave < >...
  • Pagina 639: Het Afspeelinformatiescherm Aanpassen

    Het afspeelinformatiescherm aanpassen Histogram U kunt schermen en de bijbehorende informatie opgeven die tijdens het afspelen van beelden worden getoond. Selecteer [ : Weergave-informatiescherm]. Plaats een vinkje [ ] naast het aantal weer te geven schermen. Selecteer nummers met het instelwiel < >.
  • Pagina 640 Histogram De histogrammen tonen de signaalniveaus over het gehele toonbereik. Helderheidsweergave (voor het controleren van het algemene belichtingsniveau en de algemene gradatie) en RGB-weergave (voor het controleren van de verzadiging en gradatie van rood, groen en blauw) zijn beschikbaar. U kunt het weergegeven histogram wisselen door op de knop <...
  • Pagina 641: [Helderheid] Weergave

    [Helderheid] weergave Dit histogram is een grafiek die de verdeling van het helderheidsniveau van het beeld weergeeft, waarbij de horizontale as het helderheidsniveau aangeeft (donkerder aan de linkerkant en helderder aan de rechterkant) en de verticale as het aantal pixels bij elk helderheidsniveau.
  • Pagina 642 [RGB] weergave Dit histogram is een grafiek die de verdeling van het helderheidsniveau van elke primaire kleur in het beeld weergeeft (RGB of rood, groen en blauw), waarbij de horizontale as het helderheidsniveau van de kleur aangeeft (donkerder aan de linkerkant en helderder aan de rechterkant) en de verticale as het aantal pixels bij het helderheidsniveau van elke kleur.
  • Pagina 643: De Overbelichtingswaarschuwing Weergeven

    De overbelichtingswaarschuwing weergeven U kunt een knipperende weergave voor overbelichte gedeelten op het afspeelscherm. Voor meer detail in de knipperende gedeelten waarvoor u de gradatie waarheidsgetrouw wilt reproduceren, stelt u de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde en maakt u de foto opnieuw voor een beter resultaat.
  • Pagina 644: Af-Puntweergave

    AF-puntweergave U kunt de AF-punten weergeven die u hebt gebruikt om scherp te stellen. Deze worden op het afspeelscherm met rode contouren aangeduid. Selecteer [ : AF-punt weerg.]. Selecteer [Inschak.].
  • Pagina 645: Weergaveraster

    Weergaveraster U kunt een raster over foto's weergeven bij weergave van één opname op het afspeelscherm. Deze functie is handig om de verticale en horizontale kanteling en de compositie van het beeld te controleren. Selecteer [ : Weergaveraster]. Selecteer een optie. Opmerking Als panoramische beelden worden weergegeven, worden een enkele verticale en horizontale lijn weergegeven als [Weergaveraster] op een andere optie is...
  • Pagina 646: Video-Afspeelteller

    Video-afspeelteller U kunt selecteren hoe de tijd wordt weergegeven op het videoafspeelscherm. Selecteer [ : Movie afs. teller].
  • Pagina 647 Selecteer een optie. Opn. tijd Geeft de opnametijd of afspeeltijd weer tijdens het video afspelen. Tijdcode Geeft de tijdcode weer tijdens het video afspelen.
  • Pagina 648 Opmerking Tijdcodes worden altijd opgenomen in videobestanden (behalve wanneer video's met hoge framerate zijn ingesteld op [Altijd]), ongeacht de instelling [Movie opn. teller]. De instelling [Movie afs. teller] in [ : Tijdcode] is gekoppeld aan de : Movie afs. teller], zodat deze instellingen altijd overeenkomen. Tijdens de video-opname of het afspelen van video's wordt de frameteller niet weergegeven.
  • Pagina 649: Foto's Uit Raw-Burstbeelden Halen

    Foto's uit RAW-burstbeelden halen U kunt elk beeld uit de set (“rollen”, ) halen dat in de RAW-burstmodus is vastgelegd als JPEG-, HEIF- of RAW-beeld. Bekijk het beeld. Druk op de knop < >. Selecteer een rol. Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 650 Selecteer [ De rol wordt afgespeeld. Selecteer een beeld. Draai aan het instelwiel < > om het te extraheren beeld te selecteren. Om onnodige gedeelten aan het begin en einde van de rol te verwijderen drukt u op de knop < >.
  • Pagina 651 Selecteer een beeldformaat en bewaar het geëxtraheerde beeld. Met [Extrah. als ] of [Extrah. als ] kunt u [Bew. en opsl.] kiezen en RAW-beeldverwerking toepassen ( ) voordat u opslaat. Opmerking Beelden worden in [ ]-kwaliteit opgeslagen als u [Extrah. als ] of [Extrah.
  • Pagina 652: Hdmi Hdr-Uitgang

    HDMI HDR-uitgang U kunt RAW- of HEIF-beelden in HDR bekijken door de camera aan te sluiten op een HDR- Selecteer [ : HDMI HDR-uitgang]. Selecteer [Aan]. Opmerking Zorg ervoor dat de HDR-tv is ingesteld op HDR-invoer. Voor meer informatie over hoe u de invoer op uw tv wisselt, raadpleegt u de handleiding van de tv. Afhankelijk van de gebruikte tv zien beelden er mogelijk anders uit dan verwacht.
  • Pagina 653: Draadloze Functies

    Zorg bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
  • Pagina 654 • Netwerkinstellingen controleren • Status draadloze verbinding...
  • Pagina 655: Tabbladmenu's: Draadloze Functies

    Tabbladmenu's: Draadloze functies Draadloze functies 1 Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding Vliegtuigmodus Instellingen Wi-Fi Inst. v. Bluetooth Bijnaam Instellingen GPS-systeem Reset communicatie-instell. Waarschuwing Draadloze communicatie is niet beschikbaar als de camera via een interfacekabel is aangesloten op een computer of een ander apparaat. Andere apparaten, zoals computers, kunnen niet worden gebruikt met de camera door ze met een interfacekabel aan te sluiten terwijl de camera via Wi-Fi met apparaten is verbonden.
  • Pagina 656: Wi-Fi/Bluetooth-Verbinding

    Wi-Fi/Bluetooth-verbinding Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie waarmee de camera verbinding moet maken. Verbinden met smartphone ( Bedien de camera op afstand en blader door beelden op de camera via een Wi-Fi- verbinding met behulp van de speciale Camera Connect-app op smartphones en tablets (waarnaar gezamenlijk wordt verwezen als “smartphones”...
  • Pagina 657: Uploaden Naar Webservice

    Uploaden naar webservice ( Beelden kunnen rechtstreeks vanaf de camera naar de cloudservice image.canon voor Canon-klanten worden verzonden nadat u zich gratis als lid hebt geregistreerd voor deze dienst. De originele bestanden van beelden die naar image.canon zijn verzonden, worden 30 dagen bewaard, zonder opslagbeperkingen.
  • Pagina 658: Verbinding Maken Met Een Smartphone

    Verbinding maken met een smartphone Bluetooth en Wi-Fi op een smartphone inschakelen Camera Connect installeren op een smartphone Verbinding maken met een Bluetooth-smartphone via Wi-Fi Functies van Camera Connect Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld Het koppelen annuleren Wi-Fi-verbinding zonder gebruik van Bluetooth Automatische beeldoverdracht tijdens opname Beelden verzenden naar een smartphone vanaf de camera...
  • Pagina 659: Bluetooth En Wi-Fi Op Een Smartphone Inschakelen

    Bluetooth en Wi-Fi op een smartphone inschakelen Schakel Bluetooth en Wi-Fi in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Houd er rekening mee dat koppelen met de camera niet mogelijk is vanaf het Bluetooth- instellingenscherm van de smartphone. Opmerking Om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen via een access point raadpleegt u Wi-Fi-verbinding via access points.
  • Pagina 660: Camera Connect Installeren Op Een Smartphone

    Camera Connect installeren op een smartphone De speciale Camera Connect-app (gratis) moet zijn geïnstalleerd op de smartphone waarop Android of iOS is geïnstalleerd. Gebruik de nieuwste versie van het besturingssysteem van de smartphone. Camera Connect kan worden geïnstalleerd via Google Play of de App Store. Google Play en de App Store zijn tevens bereikbaar met de QR-codes die verschijnen als de camera via Wi-Fi wordt gekoppeld of verbonden met een smartphone.
  • Pagina 661: Verbinding Maken Met Een Bluetooth-Smartphone Via Wi-Fi

    Verbinding maken met een Bluetooth-smartphone via Wi-Fi Stappen op de camera (1) Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe].
  • Pagina 662 Selecteer een optie. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteert u [Niet weergeven]. Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, selecteert u [Android] of [iOS], scant u de QR-code met de smartphone en gaat u naar Google Play of App Store en installeert u Camera Connect.
  • Pagina 663 Selecteer [Koppelen via Bluetooth]. Druk op de knop < > om de koppeling te starten. Als u de camera met een andere smartphone wilt verbinden nadat u al eerder een smartphone hebt verbonden, selecteert u [OK] in het bovenstaande scherm.
  • Pagina 664: Stappen Op De Smartphone

    Stappen op de smartphone (1) Start Camera Connect. Tik op de camera om te paren. In Android gaat u naar Stappen op de camera (2). Tik op [Pair/Koppelen] (alleen iOS).
  • Pagina 665: Stappen Op De Camera

    Stappen op de camera (2) Selecteer [OK]. Druk op de knop < >. Het koppelen is nu voltooid en de camera is via Bluetooth verbonden met de smartphone. Een Bluetooth-pictogram verschijnt op het hoofdscherm van Camera Connect.
  • Pagina 666 Waarschuwing De camera kan niet via Bluetooth met twee of meer apparaten tegelijkertijd worden verbonden. Zie Opnieuw verbinden via Wi-Fi/Bluetooth als u een andere smartphone wilt gebruiken voor de Bluetooth-verbinding. Een Bluetooth-verbinding gebruikt ook accustroom nadat automatisch uitschakelen op de camera is geactiveerd. Daardoor kan het gebeuren dat het accuniveau al vrij laag is als u de camera gebruikt.
  • Pagina 667 Stappen op de smartphone (2) Tik op een Camera Connect-functie. Tik in iOS op [Join/Verbind] wanneer er een bericht verschijnt waarin u wordt gevraagd de verbinding met de camera te bevestigen. Er wordt mogelijk een foutmelding op de smartphone weergegeven, zelfs als Camera Connect is verbonden.
  • Pagina 668 Wi-Fi-verbindingen verbreken voor het beëindigen van de Wi-Fi-verbinding. Als u de Wi-Fi-verbinding afsluit, wisselt de camera naar de Bluetooth-verbinding. Om de Wi-Fi-verbinding te herstellen start u Camera Connect en tikt u op de gewenste functie. [ Wi-Fi aan]-scherm Verbr., afs. Verbreekt de Wi-Fi-verbinding.
  • Pagina 669: Functies Van Camera Connect

    Functies van Camera Connect Images on camera/Beelden op camera U kunt beelden bekijken, verwijderen en classificeren. Beelden kunnen op een smartphone worden opgeslagen. Effecten kunnen op RAW-beelden worden toegepast en op een smartphone worden opgeslagen (Creatieve hulp). Remote live view shooting/Op afstand Live View-opnames Biedt de mogelijk op afstand beelden te maken terwijl u live op de smartphone kijkt.
  • Pagina 670 Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld Ook als de aan-/uitschakelaar van de camera op < > staat, kunt u met de smartphone verbinding maken via Wi-Fi en door beelden op de camera bladeren of andere handelingen uitvoeren zolang de camera via Bluetooth aan een smartphone is gekoppeld. Als u geen verbinding met de camera via Wi-Fi wilt maken wanneer deze is uitgeschakeld, stelt u [Vliegtuigmodus] in op [Aan] of stelt u [Inst.
  • Pagina 671: Het Koppelen Annuleren

    Het koppelen annuleren U kunt als volgt annuleren dat de smartphone wordt gekoppeld. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Als de historie ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met het instelwiel < > of met de < >.
  • Pagina 672 Selecteer de smartphone waarvoor u het koppelen wilt annuleren. Bij smartphones die aan de camera zijn gekoppeld, staat de aanduiding [ ]. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.]. Selecteer [OK]. Wis de camera-informatie op de smartphone. In het menu met Bluetooth-instellingen van de smartphone wist u de camera-informatie die op de smartphone is geregistreerd.
  • Pagina 673: Wi-Fi-Verbinding Zonder Gebruik Van Bluetooth

    Wi-Fi-verbinding zonder gebruik van Bluetooth Stappen op de camera (1) Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Als de historie ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met het instelwiel < > of met de < >. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe].
  • Pagina 674 Selecteer een optie. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteert u [Niet weergeven]. Selecteer [Verbinden via Wi-Fi]. Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Ga naar stap 6 in Wi-Fi-verbinding via access points.
  • Pagina 675 Stappen op de smartphone Werk met de smartphone om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen. Smartphonescherm (voorbeeld) Activeer de Wi-Fi-functie op de smartphone en tik vervolgens de SSID (netwerknaam) in die u hebt gecontroleerd in stap 6 van Stappen op de camera (1).
  • Pagina 676 Stappen op de camera (2) Selecteer [OK]. Druk op de knop < > om beelden die kunnen worden bekeken te specificeren. Maak de configuratie zoals beschreven in Instellingen waarmee beelden kunnen worden weergegeven vanaf een smartphone, te beginnen in stap 5. Het hoofdvenster van Camera Connect wordt weergegeven op de smartphone.
  • Pagina 677: Automatische Beeldoverdracht Tijdens Opname

    Automatische beeldoverdracht tijdens opname Uw opnames kunnen automatisch worden verzonden naar een smartphone. Voordat u deze stappen doorloopt, dient u ervoor te zorgen dat de camera en de smartphone met elkaar verbonden zijn via Wi-Fi. Selecteer [ : Instellingen Wi-Fi]. Selecteer [Verzend n. smartphone na opn.]. Stel [Autom.
  • Pagina 678 Stel [Te verz. formaat] in. Maak de opname.
  • Pagina 679: Beelden Verzenden Naar Een Smartphone Vanaf De Camera

    Beelden verzenden naar een smartphone vanaf de camera U kunt de camera gebruiken om beelden naar een smartphone te versturen die is gekoppeld via Bluetooth (alleen Android-apparaten) of via Wi-Fi. Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Selecteer [ Bld.
  • Pagina 680 Selecteer verzendopties en verzend de beelden.
  • Pagina 681: Afzonderlijke Beelden Verzenden

    (1) Afzonderlijke beelden verzenden Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Draai aan het instelwiel < > om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Beelden kunnen met een aanraking worden geselecteerd in de indexweergave ( Selecteer [Wrg.
  • Pagina 682: Meerdere Geselecteerde Beelden Verzenden

    (2) Meerdere geselecteerde beelden verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Gesel. verz.].
  • Pagina 683 Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Draai aan het instelwiel < > om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Beelden kunnen met een aanraking worden geselecteerd in de weergave van drie beelden ( Nadat u de beelden die u wilt verzenden hebt geselecteerd, drukt u op de knop <...
  • Pagina 684 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 685: Een Opgegeven Bereik Aan Beelden Verzenden

    (3) Een opgegeven bereik aan beelden verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Reeks verzend.]. Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt). Selecteer het laatste beeld (eindpunt). Herhaal deze stap om de selectie op te heffen. Beelden kunnen met een aanraking worden geselecteerd in de indexweergave (...
  • Pagina 686 Bevestig het bereik. Druk op de knop < >. Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 687: Alle Beelden Op De Kaart Verzenden

    (4) Alle beelden op de kaart verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Alle op krt vrz.].
  • Pagina 688 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 689 (5) Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen Alle beelden die aan de zoekcriteria voldoen zoals ingesteld in [Beeldzoekvoork. instellen] tegelijk verzenden. Zie Zoekcriteria voor beelden instellen voor meer informatie over [Beeldzoekvoork. instellen]. Druk op de knop < >. Selecteer [Alle gev. vrz.].
  • Pagina 690 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 691: Beeldoverdracht Beëindigen

    Beeldoverdracht beëindigen Opnamen overbrengen van de camera indien gekoppeld via Bluetooth (alleen Android-apparaten) Druk op de knop < > op het scherm voor beeldoverdracht. Selecteer [OK] om de beeldoverdracht en de Wi-Fi-verbinding te beëindigen. Beelden van de camera via een Wi-Fi-verbinding verzenden Druk op de knop <...
  • Pagina 692 Opmerking Als u de beeldoverdracht wilt annuleren, selecteert u [Annuleer] tijdens de overdracht. U kunt maximaal 999 bestanden tegelijk selecteren. Het is raadzaam om gedurende een Wi-Fi-verbinding de energiebesparingsfunctie van de smartphone uit te schakelen. Het selecteren van het gereduceerde formaat voor foto's is van toepassing op alle foto's die op dat moment worden verzonden.
  • Pagina 693: Wi-Fi-Verbindingen Verbreken

    Wi-Fi-verbindingen verbreken Voer een van de volgende handelingen uit. Tik op het Camera Connect-scherm op [ ]. Selecteer op het scherm [ Wi-Fi aan] de optie [Verbr., afs.]. Als het scherm [ Wi-Fi aan] niet wordt weergegeven, selecteert u [ : Wi-Fi-/ Bluetooth-verbinding].
  • Pagina 694: Instellingen Waarmee Beelden Kunnen Worden Weergegeven Vanaf Een Smartphone

    Instellingen waarmee beelden kunnen worden weergegeven vanaf een smartphone Na het verbreken van de Wi-Fi-verbinding kunt u beelden opgeven. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Als de historie ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met het instelwiel <...
  • Pagina 695 Selecteer een smartphone. Selecteer de naam van de smartphone waarop u de beelden zichtbaar wilt maken. Selecteer [Weerg. beelden].
  • Pagina 696 Selecteer een optie. Selecteer [OK] om het instelscherm te openen. [Alle beelden] Alle beelden op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. [Beelden v. afgelopen dagen] Geef op basis van de datum aan welke beelden kunnen worden bekeken. Dit kan tot negen dagen terug. Wanneer [Afgel.
  • Pagina 697 [Selecteer op classificatie] Specificeer welke beelden kunnen worden bekeken op basis van de (al dan niet) toegekende classificatie of het type classificatie. Nadat u het type classificatie hebt geselecteerd, worden de beelden die kunnen worden bekeken ingesteld. [Bestandsnummerreeks] (Selecteer reeks) Selecteer het eerste en laatste beeld dat kan worden bekeken van de reeks opnamen die op bestandsnummer zijn gesorteerd.
  • Pagina 698 Waarschuwing Als de Wi-Fi-verbinding wordt verbroken terwijl u op afstand een video opneemt, gebeurt het volgende. • Elke video-opname die actief is in de video-opnamemodus blijft doorgaan. • Elke movieopname die actief is in de foto-opnamemodus stopt. Als een Wi-Fi-verbinding met een smartphone is opgezet, zijn bepaalde functies niet beschikbaar.
  • Pagina 699: Verbinden Met Een Computer Via Wi-Fi

    Verbinden met een computer via Wi-Fi De camera met EOS Utility bedienen In deze sectie wordt beschreven hoe u de camera via Wi-Fi met een computer verbindt en hoe u werkingen van de camera bedient met EOS-software of andere speciale software. Installeer de laatste versie van software op de computer voordat u een Wi-Fi-verbinding instelt.
  • Pagina 700 Selecteer [ Afstandsbedien. (EOS Utility)]. Als de historie ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met het instelwiel < > of met de < >. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe]. Controleer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord. Controleer de SSID (1) en het Wachtwoord (2) die op het camerascherm worden weergegeven.
  • Pagina 701: Stappen Op De Computer

    Stappen op de computer (1) Selecteer de SSID en voer het wachtwoord in. Computerscherm (voorbeeld) Selecteer op het instelscherm van de computer de SSID die in stap 4 is gemarkeerd in Stappen op de camera (1). Voer als wachtwoord het in stap 4 gecontroleerde wachtwoord in van Stappen op de camera (1).
  • Pagina 702 Stappen op de camera (2) Selecteer [OK]. Het volgende bericht wordt weergegeven. “******” staat voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres van de camera waarmee u verbinding maakt.
  • Pagina 703 Stappen op de computer (2) Start de EOS Utility. Klik in EOS Utility op [Pairing over Wi-Fi/LAN/Koppelen via Wi-Fi/ LAN]. Als een bericht wordt weergegeven met betrekking tot de firewall, selecteert u [Yes/Ja]. Klik op [Connect/Verbinden]. Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken en klik op [Connect/Verbinden].
  • Pagina 704 Stappen op de camera (3) Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Selecteer [OK].
  • Pagina 705 [ Wi-Fi aan]-scherm Verbr., afs. Verbreekt de Wi-Fi-verbinding. Bevestig inst. U kunt de instellingen controleren. Foutdetails Als een Wi-Fi-verbindingsfout optreedt, kunt u de details van de fout controleren. De Wi-Fi-verbinding met een computer is nu voltooid. Bedien de camera met de EOS Utility op de computer. Opnieuw verbinden via Wi-Fi/Bluetooth voor het herstellen van de verbinding via Wi-Fi.
  • Pagina 706: Verbinding Maken Met Een Printer Via Wi-Fi

    Verbinding maken met een printer via Wi-Fi Beelden printen Afdrukinstellingen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u beelden kunt printen door de camera rechtstreeks te verbinden met een printer die PictBridge (Wireless LAN) via Wi-Fi ondersteunt. Raadpleeg de handleiding van de printer voor de gebruiksaanwijzingen voor de printer. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding].
  • Pagina 707 Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe]. Controleer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord. Controleer de SSID (1) en het Wachtwoord (2) die op het camerascherm worden weergegeven. Installeer de printer. Selecteer in het Wi-Fi-instellingenmenu van de printer de SSID die u hebt gemarkeerd.
  • Pagina 708 Selecteer de printer. Selecteer in de lijst met gedetecteerde printers de gewenste printer voor een Wi-Fi-verbinding. Als uw voorkeursprinter niet in de lijst wordt weergegeven, kunt u door [Zoek opnieuw] te selecteren de camera inschakelen om uw printer te zoeken. Opmerking Om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen via een access point raadpleegt u Wi-Fi-verbinding via access...
  • Pagina 709: Beelden Printen

    Beelden printen Afzonderlijke beelden printen Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Draai aan het instelwiel < > om een af te drukken beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Beelden kunnen met een aanraking worden geselecteerd in de indexweergave ( Selecteer [Beeld printen].
  • Pagina 710 Druk de opname af. Afdrukinstellingen voor de instelprocedure voor afdrukinstellingen. Selecteer [Print] en vervolgens [OK] om het afdrukken te starten.
  • Pagina 711: Printen Op Basis Van Opgegeven Opties Voor Beelden

    Printen op basis van opgegeven opties voor beelden Druk op de knop < >. Selecteer [Printopties]. Stel de gewenste afdrukopties in. Printopties (DPOF) voor de instelprocedure voor afdrukinstellingen. Als de printopties zijn voltooid voordat een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, gaat u naar stap 4.
  • Pagina 712 Selecteer [Print]. [Print] kan alleen worden geselecteerd als een beeld is geselecteerd en de printer klaar is om af te drukken. Configureer [Papier inst.] ( Druk de opname af. Als [OK] wordt geselecteerd, start het afdrukken. Waarschuwing Het maken van opnamen is niet mogelijk wanneer via Wi-Fi verbinding is gemaakt met een printer.
  • Pagina 713 Opmerking Wanneer u een accu als voeding voor de camera gebruikt, moet de accu volledig opgeladen zijn. Afhankelijk van de bestandsgrootte en beeldkwaliteit kan het even duren voordat het printen start nadat u [Print] hebt geselecteerd. Als u het printen wilt beëindigen, drukt u op < >...
  • Pagina 714: Afdrukinstellingen

    Afdrukinstellingen De schermweergave en instellingsopties verschillen per printer. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Scherm met printinstellingen Hiermee stelt u het afdrukken van datum of bestandsnummer in ( Hiermee stelt u de afdrukeffecten in ( Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in ( Hiermee stelt u het printgebied in ( Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in (...
  • Pagina 715: Papierinstellingen

    Papierinstellingen Selecteer [Papier inst.]. [ ] Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier in de printer.
  • Pagina 716: De Papiersoort Instellen

    [ ] De papiersoort instellen Selecteer het type papier in de printer. [ ] De pagina-indeling instellen Selecteer de pagina-indeling. Waarschuwing Als de aspect ratio van de opname afwijkt van de hoogte/breedteverhouding van het printpapier, kunt u de opname aanzienlijk bijsnijden door de opname zonder randen af te drukken.
  • Pagina 717 Selecteer [ Selecteer wat u wilt afdrukken.
  • Pagina 718: Afdrukeffecten Instellen (Beeldoptimalisatie)

    ] Afdrukeffecten instellen (beeldoptimalisatie) Selecteer [ Selecteer afdrukeffecten. Waarschuwing ISO-snelheden kunnen verkeerd worden geïdentificeerd in opname-informatie afgedrukt voor beelden gemaakt met een uitgebreide ISO-snelheid (H). [Standaard] in printeffecten en andere opties verwijst naar standaardinstellingen die door de printerfabrikant zijn bepaald. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie over [Standaard].
  • Pagina 719: Het Beeld Bijsnijden

    Het beeld bijsnijden Stel bijsnijden in vlak voordat u afdrukt. Als u andere afdrukinstellingen wijzigt nadat u beelden hebt bijgesneden, moet u de beelden mogelijk opnieuw bijsnijden. Selecteer [Trimmen] in het scherm met printinstellingen. Stel de grootte, positie en richting van het bijsnijdkader in. Het beeldgebied dat binnen het bijsnijdkader valt, wordt afgedrukt.
  • Pagina 720 Waarschuwing Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden beeldgebied niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De verlaging van de resolutie waarmee opnamen worden afedrukt neemt toe naarmate het bijsnijdkader kleiner wordt. Opmerking Printerproblemen oplossen Als het afdrukken niet wordt hervat nadat u een printerfout hebt opgelost (geen inkt of papier) en [Doorgaan] hebt geselecteerd, gebruik dan de knoppen op de printer.
  • Pagina 721: Beelden Naar Een Webservice Verzenden

    Automatische beeldoverdracht In deze sectie wordt beschreven hoe u beelden verzendt naar image.canon. Verbinden met image.canon Koppel de camera met image.canon om beelden rechtstreeks vanaf de camera te verzenden. Een computer of smartphone met een browser en internetverbinding is vereist.
  • Pagina 722 Selecteer [ Uploaden naar image.canon]. Selecteer [Verbinden]. Selecteer [OK].
  • Pagina 723 Scan de QR-code met de speciale app. Selecteer [OK]. Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Ga naar stap 6 in Wi-Fi-verbinding via access points. Bevestig dat het nummer in de speciale app wordt weergegeven. Selecteer [OK].
  • Pagina 724: Stappen Op De Computer Of Smartphone

    Selecteer [OK]. Het pictogram [ ] verandert in [ Stappen op de computer of smartphone Stel de webkoppeling op de camera in. Volg de instructies op de pagina met instellingen voor het koppelen van de camera om de instellingen te voltooien.
  • Pagina 725: Automatische Beeldoverdracht

    Automatische beeldoverdracht Beelden worden automatisch geüpload op image.canon nadat de camera is opgestart (of is hersteld van automatisch uitschakelen). De originele bestanden van beelden die naar image.canon zijn verzonden, worden 30 dagen bewaard, zonder opslagbeperkingen. Ze kunnen naar computers worden gedownload of naar andere webservices worden verzonden.
  • Pagina 726 Stel [Te verzenden type] in. In [Te verzenden type] kunt u het type beelden selecteren dat moet worden geüpload.
  • Pagina 727: Beelden Streamen

    Waarschuwing Controleer vooraf de YouTube-streamingvereisten op de YouTube-website. Streamen voorbereiden Configureer “Live streamen” op de camera om streamen vanaf de camera in te schakelen. Registreer de camera voor image.canon en voltooi de camerakoppelingsinstellingen zoals beschreven in Verbinden met image.canon. Vul de vereiste streaminginstellingen in op de YouTube-website.
  • Pagina 728 Verbinden met image.canon voor instructies over het verbinden met image.canon. Een [Live streamen]-pictogram wordt toegevoegd zodra de camera met image.canon is verbonden. Als het [Live streamen]-pictogram niet werkt, raadpleeg dan Stappen op de computer of smartphone en controleer de YouTube-instellingen.
  • Pagina 729 YouTube-streaming is onderhevig aan verandering, opheffing of beëindiging, zonder voorafgaande kennisgeving. Canon is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor diensten van derden zoals YouTube-streaming. Tijdens het streamen worden er geen beelden op de kaart opgeslagen (maar de camera moet een kaart bevatten).
  • Pagina 730: Livestreamen

    Livestreamen U kunt ook streamen door met de camera een evenement te selecteren dat u vooraf op de YouTube-site hebt geconfigureerd (door de streamingtijd en -titel in te voeren). Vul de evenementinstellingen in op de YouTube-website. Ga voor instructies naar de YouTube-website. Stel het programmakeuzewiel in op <...
  • Pagina 731 Controleer de gebruiksvoorwaarden. Lees de weergegeven overeenkomst en kies [Akkoord]. Selecteer een evenement. Selecteer een evenement dat u vooraf op de YouTube-website hebt toegevoegd. Er worden maximaal 20 evenement weergegeven. Opmerking Indien u meldingen krijgt dat de streaming niet kan starten, is het evenement nog niet geregistreerd.
  • Pagina 732 Controleer de streamingdetails. Selecteer [OK]. Selecteer [OK]. Selecteer [PRVW] of [LIVE]. Als u [PRVW] (Voorbeeld) selecteert, kunt u de streaming testen zonder de beelden openbaar weer te geven. Dit is nuttig om beelden te controleren voordat u ze streamt. Als u [LIVE] (Live) selecteert, kunt u onmiddellijk beginnen met streamen.
  • Pagina 733 Voorbeeldweergave of streamen starten. Configureer de opnamefuncties, net als bij normale video-opname. Druk op de video-opnameknop wanneer u klaar bent. Voorbeeldweergave of streamen start automatisch nadat [Voorbeeld voorbereiden] of [Voorbereiden op streamen] wordt weergegeven. PRVW] of [ LIVE] wordt rechtsboven weergegeven tijdens de voorbeeldweergave of het streamen.
  • Pagina 734 De streamingmodus verlaten. Druk op de knop < > en selecteer vervolgens [OK]. Waarschuwing Het duurt even voordat even voordat de streaming in stap 9 begint. Bedien de camera niet terwijl de melding wordt weergegeven. In geval van weergaveproblemen (tekenmisvorming) op de camera van tekst die u op de YouTube-website hebt ingevoerd, voert u de tekst opnieuw in op de YouTube-website opnieuw in ASCII-formaat (letters en getallen van een enkele byte).
  • Pagina 735: Wi-Fi-Verbinding Via Access Points

    Wi-Fi-verbinding via access points Camera access point modus IP-adres handmatig instellen In deze sectie wordt het aansluiten bij een Wi-Fi-netwerk via een access point dat compatibel is met WPS (PBC-modus), beschreven. Controleer eerst de locatie van de WPS-knop en hoe lang u deze moet indrukken. Het kan circa een minuut duren om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
  • Pagina 736 Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe]. Het volgende bericht wordt weergegeven als u [ Verbinden met smartphone] hebt geselecteerd. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteert u [Niet weergeven]. Op het scherm [Verbinden met smartphone] dat erna wordt weergegeven, selecteert u [Verbinden via Wi-Fi]. Selecteer [Ander netwerk].
  • Pagina 737 Selecteer [Verbind via WPS]. Opmerking Camera access point modus als [Camera access point modus] wordt weergegeven in stap 5. Selecteer [WPS (PBC-modus)]. Selecteer [OK].
  • Pagina 738 Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Druk op de WPS-knop van het access point. Selecteer [OK]. Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [OK] om het instelscherm voor de Wi-Fi-functie te openen. Als een fout optreedt met [Autom. instellen] raadpleegt u IP-adres handmatig instellen.
  • Pagina 739 Afstandsbedien. (EOS Utility)] Ga naar stap 7 of 8 in Stappen op de computer (2). Afdrukken van Wi-Fi-printer] Ga naar stap 6 in Verbinding maken met een printer via Wi-Fi. Registreer bij image.canon. Ga naar stap 5 in Verbinden met image.canon.
  • Pagina 740: Camera Access Point Modus

    Camera access point modus Camera access point modus is een verbindingsmodus om de camera rechtstreeks met elk apparaat via Wi-Fi te verbinden. Weergegeven wanneer [ ], [ ] of [ ] is geselecteerd na : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Gemakkelijke verbinding Gebruik het andere apparaat om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen met de SSID die op het camerascherm wordt weergegeven.
  • Pagina 741: Ip-Adres Handmatig Instellen

    IP-adres handmatig instellen De weergegeven opties verschillen afhankelijk van de Wi-Fi-functie. Selecteer [Handm. Instellen]. Selecteer [OK]. Selecteer een optie. Selecteer een optie om het scherm voor numerieke invoer te openen. Selecteer [Inschak.] en vervolgens [Adres] om een gateway te gebruiken.
  • Pagina 742 Voer het nummer in. Draai aan het instelwiel < > om de invoerpositie in het bovenste gedeelte te verplaatsen en gebruik het instelwiel < > of de < > om cijfers te selecteren om in te voeren. Druk op de knop < >...
  • Pagina 743: Verbinding Maken Met Een Draadloze Afstandsbediening

    Verbinding maken met een draadloze afstandsbediening Het koppelen annuleren Deze camera kan ook via Bluetooth worden verbonden met de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar, ) voor opnamen maken met de afstandsbediening. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verb. m. draadl.afstandsb.]. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe].
  • Pagina 744 Koppel de apparaten. Wanneer het scherm [Pairing] wordt weergegeven, houdt u de knoppen <W> en <T> op de BR-E1 ten minste 3 seconden tegelijkertijd ingedrukt. Druk op de knop < > zodra u een bevestiging ziet dat de camera is gekoppeld aan de BR-E1.
  • Pagina 745 Het koppelen annuleren Wis informatie over de verbonden afstandsbediening voordat u met een andere BR-E1 koppelt. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verb. m. draadl.afstandsb.]. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.].
  • Pagina 746 Selecteer [OK].
  • Pagina 747: Opnieuw Verbinden Via Wi-Fi/Bluetooth

    Opnieuw verbinden via Wi-Fi/Bluetooth Ga als volgt te werk om opnieuw verbinding te maken met apparaten of webservices met geregistreerde verbindingsinstellingen. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie. Selecteer in de lijst van afgelopen verbindingen een optie om via Wi-Fi of Bluetooth verbinding te maken. Als de optie niet wordt weergegeven, draai dan het instelwiel <...
  • Pagina 748 Bedien het verbonden apparaat. [ ] Smartphone Start Camera Connect. Als het doel van de verbinding van de smartphone is gewijzigd, herstelt u deze om via Wi-Fi verbinding te kunnen maken met de camera of hetzelfde access point als de camera. Als de camera rechtstreeks via Wi-Fi wordt verbonden met een smartphone, wordt “_Canon0A”...
  • Pagina 749: Meerdere Verbindingsinstellingen Vastleggen

    Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal 10 verbindingsinstellingen voor de draadloze communicatiefuncties vastleggen. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie. Als de historie ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met het instelwiel < > of met de < >. Verbinding maken met een smartphone voor meer informatie over [ Verbinden met smartphone].
  • Pagina 750 Opmerking Als u verbindingsinstellingen wilt verwijderen, raadpleegt u Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen.
  • Pagina 751: Vliegtuigmodus

    Vliegtuigmodus U kunt de Wi-Fi- en Bluetooth-functies tijdelijk uitschakelen. Selecteer [ : Vliegtuigmodus]. Stel [Aan] in. ] wordt weergegeven op het scherm. Opmerking ] wordt mogelijk niet weergegeven bij foto's maken, video-opnamen of afspelen afhankelijk van de weergave-instellingen. Als dit niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de knop <...
  • Pagina 752: Wi-Fi-Instellingen

    Wi-Fi-instellingen Selecteer [ : Instellingen Wi-Fi]. Selecteer een optie. Wi-Fi Als het gebruik van elektronische en draadloze apparaten is verboden, zoals in een vliegtuig of ziekenhuis, stelt u deze optie in op [Uitschak.]. Verbindingshist. U kunt de verbindingshistorie voor apparaten die via Wi-Fi zijn aangesloten, instellen op [Weergeven] of [Niet weergeven].
  • Pagina 753: Bluetooth-Instellingen

    Bluetooth-instellingen Selecteer [ : Inst. v. Bluetooth]. Selecteer een optie. Bluetooth Selecteer [Uitschak.] als u de Bluetooth-functie niet gebruikt. Verbindingsinfo controleren U kunt de naam en de communicatiestatus van het gekoppelde apparaat controleren. Bluetooth-adres U kunt het Bluetooth-adres van de camera controleren.
  • Pagina 754: Bijnaam

    Bijnaam U kunt de bijnaam van de camera (die wordt weergegeven op smartphones en andere camera’s) zo nodig wijzigen. Selecteer [ : Bijnaam]. Voer tekst in met behulp van de Bediening van het virtuele toetsenbord. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, drukt u op de knop <...
  • Pagina 755: Instellingen Gps-Systeem

    Instellingen GPS-systeem GP-E2 Smartphone Weergave GPS-verbinding U kunt beelden van geotags voorzien met GPS-ontvanger GP-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) of een Bluetooth-compatibele smartphone. GP-E2 Bevestig GP-E2 op de camera. Bevestig GP-E2 op de flitsschoen van de camera en schakel hem in. Raadpleeg de GP-E2-instructiehandleiding voor meer informatie. Selecteer [ : Instellingen GPS-systeem].
  • Pagina 756 Werk de GP-E2-firmware bij naar versie 2.0.0 of hoger. Voor het bijwerken van firmware is een interfacekabel nodig. Ga naar de Canon- website voor bijwerkinstructies. GP-E2 kan niet met een kabel op de camera worden aangesloten.
  • Pagina 757 Smartphone Voltooi deze instellingen nadat u de speciale Camera Connect-app ( ) hebt geïnstalleerd op de smartphone. Activeer locatiediensten op de smartphone. Zet een Bluetooth-verbinding op. Start Camera Connect en koppel de camera en de smartphone via Bluetooth. Selecteer [ : Instellingen GPS-systeem].
  • Pagina 758: Weergave Gps-Verbinding

    Weergave GPS-verbinding U kunt de status van de verkregen locatie-informatie op de smartphone bekijken op het GPS-verbindingspictogram op de schermen voor foto's maken of video-opnamen (respectievelijk Grijs: locatiediensten zijn uitgeschakeld Knippert: locatie-informatie kan niet worden opgehaald Aan: locatie-informatie opgehaald Zie de instructiehandleiding voor GP-E2 voor details over hoe de GPS-verbindingsstatus wordt weergegeven bij gebruik van de GP-E2.
  • Pagina 759 Waarschuwing De smartphone kan locatie-informatie alleen ophalen als hij met de camera is verbonden via Bluetooth. Route-informatie wordt niet opgehaald. De opgehaalde locatie-informatie is mogelijk niet nauwkeurig afhankelijk van de reisomstandigheden en de status van de smartphone. Het kan even duren voordat locatie-informatie is opgehaald van de smartphone nadat de camera is ingeschakeld.
  • Pagina 760: Verbindingsinstellingen Wijzigen Of Verwijderen

    Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen Als u de verbindingsinstellingen wilt wijzigen of verwijderen, verbreekt u eerst de Wi-Fi- verbinding. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie. Als de historie ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met het instelwiel < > of met de < >.
  • Pagina 761 Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen]. U kunt de Bluetooth-verbinding wijzigen door een smartphone met de aanduiding [ ] in het grijs te selecteren. Nadat het scherm [Verbinden met smartphone] wordt weergegeven, selecteert u [Koppelen via Bluetooth] en vervolgens drukt u op < >...
  • Pagina 762 De instellingen worden onder op het scherm weergegeven. Verbindingsinformatie verwijd. Bij het verwijderen van verbindingsinformatie voor een gekoppelde smartphone verwijdert u ook de camera-informatie die op de smartphone is geregistreerd ( Opmerking Ga naar de website van image.canon om de verbindingsinstellingen van image.canon te wissen.
  • Pagina 763: Resetten Van De Communicatie-Instellingen

    Resetten van de communicatie-instellingen Alle draadloze communicatie-instellingen kunnen worden gewist. Door de draadloze communicatie-instellingen te wissen kunt u voorkomen dat de informatie wordt weergegeven wanneer u de camera uitleent of weggeeft. Selecteer [ : Reset communicatie-instell.]. Selecteer [OK]. Waarschuwing Als u de camera hebt gekoppeld aan een smartphone, verwijdert u via het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone de verbindingsinformatie van de camera waarvoor u de draadloze communicatie-instellingen hebt hersteld.
  • Pagina 764: Scherm Info Bekijken

    Scherm Info bekijken U kunt de details van foutmeldingen en het MAC-adres van de camera controleren. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Druk op de knop < >. Het scherm [Info bekijken] wordt weergegeven. Als een fout is opgetreden, druk dan op de knop < >...
  • Pagina 765: Bediening Van Het Virtuele Toetsenbord

    Bediening van het virtuele toetsenbord Invoergebied, voor het invoeren van tekst Cursortoetsen, voor verplaatsingen binnen het invoergebied Huidig aantal tekens/beschikbaar aantal Toetsenbord Van input-modus wisselen Spatie Een teken verwijderen in het invoergebied De invoer afsluiten Gebruik het instelwiel < > om binnen (1) te bewegen. Gebruik <...
  • Pagina 766: Reageren Op Foutmeldingen

    Reageren op foutmeldingen Wanneer een fout optreedt, kunt u op een van de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Druk op het [Info bekijken]-scherm op de knop < >.
  • Pagina 767: Geen Adres Toegewezen Door Dhcp Server

    11: Verb.doel niet gevonden In het geval van [ ], wordt Camera Connect uitgevoerd? • Maak verbinding met behulp van Camera Connect ( In het geval van [ ], wordt EOS Utility uitgevoerd? • Start EOS Utility en probeer opnieuw verbinding te maken ( Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde encryptiesleutel voor de verificatie gebruiken? •...
  • Pagina 768: Geen Respons Van Dns Server

    22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Het DNS-adres op de camera is ingesteld op [Handm. Instellen]. Is dit de juiste instelling? • Als er geen DNS-server wordt gebruikt, stelt u de DNS-adresinstelling van de camera in op [Uitschak.] ( Komt de IP-adresinstelling van de DNS-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de DNS-server? •...
  • Pagina 769: Controleren Bij Het Access Point

    23: Device met zelfde IP-adres bestaat op gesel. netwerk Gebruikt een ander apparaat in het cameranetwerk hetzelfde IP-adres als de camera? • Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee apparaten op het netwerk hetzelfde adres gebruiken. U kunt ook het IP-adres van het andere apparaat met het dubbele adres wijzigen.
  • Pagina 770: Kan Niet Verbinden Met Wireless Lan-Terminal

    64: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde encryptiemethode gebruiken? • De camera ondersteunt de volgende encryptiemethoden: WEP, TKIP en AES ( Wordt op MAC-adres gefilterd en is het MAC-adres van de gebruikte camera bij het access point geregistreerd? •...
  • Pagina 771: Probeer Het Nogmaals

    Tijdens het verbinden van de camera met de webservice heeft zich een ander probleem voorgedaan dan foutnummercode 121 t/m 126. • Probeer opnieuw om de Wi-Fi-verbinding met image.canon tot stand te brengen. 130: De server is bezet Wacht even en probeer het opnieuw De website image.canon is momenteel niet beschikbaar.
  • Pagina 772 137: De QR-code weergegeven op de camera is verlopen. Probeer opnieuw de weblink-instellingen van de camera te maken. De weergegeven QR-code is verlopen. • Herconfigureer de instellingen van de cameraweblink en scan opnieuw de QR-code die op de camera wordt weergegeven.
  • Pagina 773 138: Communicatiefout met server. Zend opnieuw. Om een of andere reden kon geen verbinding met de server worden gemaakt. • Controleer op image.canon de status van online RAW-beeldverwerking in de cloud en probeer de beelden opnieuw te uploaden. 141: Printer is bezig. Probeer opnieuw te verbinden.
  • Pagina 774: Voorzorgsmaatregelen Voor De Draadloze Communicatiefunctie

    Voorzorgsmaatregelen voor de draadloze communicatiefunctie Afstand tussen de camera en de smartphone Installatielocatie van de antenne voor het access point Elektronische apparaten in de buurt Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van meerdere camera's Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen.
  • Pagina 775: Afstand Tussen De Camera En De Smartphone

    Afstand tussen de camera en de smartphone Als de camera te ver uit de buurt is van de smartphone, wordt een Wi-Fi-verbinding mogelijk niet opgezet, zelfs als een Bluetooth-verbinding mogelijk is. Breng in dat geval de camera en de smartphone dichter bij elkaar en zet een Wi-Fi-verbinding op. Installatielocatie van de antenne voor het access point Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar u de camera gebruikt.
  • Pagina 776: Beveiliging

    Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen de volgende problemen optreden. Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen wireless LAN-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen.
  • Pagina 777: Netwerkinstellingen Controleren

    Netwerkinstellingen controleren Windows Open [Opdrachtprompt] van Windows, typ ipconfig/all en druk op de <Enter>-toets. Behalve het aan de computer toegewezen IP-adres, worden ook het subnetmasker, de gateway en de DNS-server getoond. macOS Open in macOS de toepassing [Terminal], typ ifconfig -a en druk op <Return>. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen, staat onder het item [enX] (X: nummer) naast [inet], in de indeling “***.***.***.***”.
  • Pagina 778: Status Draadloze Verbinding

    Status draadloze verbinding De status van de draadloze verbinding wordt weergegeven op het scherm. Scherm Snel instellen Scherm informatiedisplay tijdens weergave (1) Wi-Fi-functie (2) Bluetooth-functie (3) Sterkte van draadloos signaal...
  • Pagina 779: Indicator Bluetooth-Functie

    Scherm Communicatiestatus Wi-Fi-functie Sterkte van draadloos signaal Wi-Fi: Uitschakelen Geen verbinding Wi-Fi: Inschakelen Verbinden (Knippert) Verbonden Gegevens verzenden Verbindingsfout (Knippert) Indicator Bluetooth-functie Bluetooth-functie Verbindingsstatus Scherm Bluetooth verbonden Anders dan [Uitschak.] Bluetooth niet verbonden [Uitschak.] Bluetooth niet verbonden Niet weergegeven...
  • Pagina 780: Instellen

    Instellen In dit hoofdstuk worden menu-instellingen op het insteltabblad [ ] beschreven. rechts van een paginatitel geeft functies aan die alleen in Creatieve modi beschikbaar zijn (< >/< >/< >/< >/< >/< >). • Tabbladmenu's: Instellen • Mapinstellingen • Bestandsnummering •...
  • Pagina 781: Tabbladmenu's: Instellen

    Tabbladmenu's: Instellen Instellingen 1 Selecteer map • Een map maken Bestandnr. Kaart formatteren Auto. roteren Rotatiegeg. toev. Datum/tijd/zone Taal Instellingen 2 Videosysteem Grootte helptekst Modusuitleg Pieptoon Volume Spaarstand...
  • Pagina 782 Instellingen 3 Scherm-/zoekerweergave Schermhelderheid Zoekerhelderheid Zoekerkleurtoon fijnregelen UI-vergroting HDMI-resolutie Instellingen 4 Aanraakbediening Multifunctievergrendeling -schakel. (AF/MF) Sensorreiniging Kies USB-verbindingsapp...
  • Pagina 783 Instellingen 5 Camera resetten Aangep. opnamemodus (C1, C2) Accu-info Copyrightinformatie Handleiding/software URL Certificaatlogo weergeven Firmware...
  • Pagina 784: Mapinstellingen

    Mapinstellingen Een map maken Een map selecteren U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de vastgelegde beelden worden opgeslagen. Een map maken Selecteer [ : Selecteer map]. Selecteer [Maak map].
  • Pagina 785 Selecteer [OK].
  • Pagina 786: Een Map Selecteren

    Een map selecteren (1) Aantal beelden in de map (2) Laagste bestandsnummer (3) Mapnaam (4) Hoogste bestandsnummer Selecteer een map op het mapselectiescherm. Vastgelegde beelden worden opgeslagen in de geselecteerde map. Opmerking Mappen Mappen krijgen een naam als “100CANON”, met een driecijferig mapnummer gevolgd door vijf letters of cijfers.
  • Pagina 787: Bestandsnummering

    Bestandsnummering Continu Automatisch resetten Handmatig resetten Aan de vastgelegde beelden die in een map zijn opgeslagen, wordt een bestandsnummer toegekend van 0001 tot 9999. U kunt de nummering van de beeldbestanden wijzigen. (voorbeeld) (1) Bestandsnummer Selecteer [ : Bestandnr.].
  • Pagina 788 Stel het item in. Selecteer [Nummering]. Selecteer [Continu] of [Auto. reset]. Als u de bestandsnummering opnieuw wilt instellen, selecteert u [Handm. reset] ( Selecteer [OK] om een nieuwe map te maken waarna het bestandsnummer begint met 0001. Waarschuwing Als het bestandsnummer in map 999 het nummer 9999 bereikt, kunt u geen opnamen meer maken, zelfs niet als de kaart nog vrije ruimte heeft.
  • Pagina 789: Voor Een Continue Bestandsnummering, Ongeacht Of U Van Kaart Wisselt Of Mappen Maakt

    Continu Voor een continue bestandsnummering, ongeacht of u van kaart wisselt of mappen maakt Zelfs nadat u de kaart hebt vervangen of een nieuwe map hebt gemaakt, loopt de opeenvolgende bestandsnummering door tot 9999. Dit is handig wanneer u afbeeldingen met nummers tussen 0001 en 9999 op meerdere kaarten of uit meerdere mappen in één map op de computer wilt opslaan.
  • Pagina 790: Automatisch Resetten

    Automatisch resetten Voor het herstarten van de bestandsnummering vanaf 0001 na het verwisselen van kaarten of het aanmaken van mappen Als u de kaart vervangt of een map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001 voor de nieuwe beelden. Dit is handig als u de beelden per kaart of map wilt archiveren. Als de vervangende kaart of de bestaande map beelden bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de nieuwe beelden worden voortgezet vanaf de nummers van de bestaande beelden op de kaart of in de map.
  • Pagina 791: Handmatig Resetten

    Handmatig resetten Voor het terugzetten van de bestandsnummering op 0001 of het beginnen met het bestandsnummer 0001 in een nieuwe map Wanneer u de bestandsnummering handmatig opnieuw instelt, wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt en begint de nummering van de beelden die in die map worden opgeslagen bij 0001.
  • Pagina 792: Formatteren Van De Kaart

    Formatteren van de kaart Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren. Waarschuwing Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle beelden en gegevens van de kaart gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist; controleer dus of er geen beelden op de kaart staan die u wilt bewaren.
  • Pagina 793 Formatteer de kaart. Selecteer [OK]. Druk voor low-levelformattering op de knop < > om een vinkje [ ] toe te voegen bij [Low level format] en selecteer vervolgens [OK].
  • Pagina 794: Omstandigheden Waarbij De Kaart Moet Worden Geformatteerd

    Omstandigheden waarbij de kaart moet worden geformatteerd De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met beelden of gegevens. Er wordt een aan de kaart gerelateerde fout weergegeven ( Low-levelformattering Voer een low-levelformattering uit als de schrijf- of leessnelheid van de kaart laag is of als u alle gegevens op de kaart volledig wilt wissen.
  • Pagina 795: Automatisch Roteren

    Automatisch roteren U kunt de instelling voor automatische rotatie wijzigen die beelden bij de weergave rechtop zet welke in verticale stand zijn opgenomen. Selecteer [ : Auto. roteren].
  • Pagina 796 Selecteer een optie. Roteert beelden automatisch tijdens het afspelen op zowel de camera als computers. Roteert beelden automatisch alleen tijdens het afspelen op computers. Beelden worden niet automatisch geroteerd. Waarschuwing Beelden die zijn vastgelegd met automatische rotatie ingesteld op [Uit], worden niet geroteerd tijdens afspelen, zelfs als u automatisch roteren later op [Aan] inschakelt.
  • Pagina 797: Richtingsinformatie Toevoegen Aan Video's

    Richtingsinformatie toevoegen aan video's Voor video's die zijn opgenomen met de camera in de verticale stand, kan richtingsinformatie die aangeeft welke kant omhoog moet, automatisch worden toegevoegd om afspelen in dezelfde richting op smartphones of andere apparaten mogelijk te maken. Selecteer [ : rotatiegegevens Rotatiegeg.
  • Pagina 798: Datum/Tijd/Zone

    Datum/tijd/zone Als u de camera voor het eerst inschakelt of als de datum/tijd/zone opnieuw zijn ingesteld, gaat u als volgt te werk om eerst de tijdzone in te stellen. Door eerst de tijdzone in te stellen kunt u deze instelling gemakkelijk in de toekomst aanpassen als dat nodig is waarna datum/tijd aan de hand daarvan worden bijgewerkt.
  • Pagina 799 Selecteer de tijdzone. Als uw tijdzone niet in de lijst voorkomt, druk dan op de knop < > en stel het verschil met UTC in [Tijdverschil] in. Selecteer een [Tijdverschil]-optie (+-/uur/minuut) en druk vervolgens op de knop < >. Druk wanneer u klaar bent met het instellen van het item op de knop <...
  • Pagina 800 Stel de zomertijd in. Stel dit naar wens in. Selecteer [ ] of [ ] en druk vervolgens op de knop < >. Wanneer de zomertijd wordt ingesteld op [ ], wordt de tijd die u bij stap 3 hebt ingesteld één uur vooruit gezet. Als [ ] wordt ingesteld, wordt de zomertijd uitgeschakeld en wordt de tijd één uur teruggezet.
  • Pagina 801 Opmerking De tijd voor Auto uitschakelen kan worden verlengd terwijl het scherm [ : Datum/ tijd/zone] wordt weergegeven.
  • Pagina 802: Taal

    Taal Selecteer [ : Taal Stel de gewenste taal in.
  • Pagina 803: Videosysteem

    Videosysteem Stel het videosysteem in voor elke televisie die wordt gebruikt voor weergave. Deze instelling bepaalt de beschikbare framerates bij het opnemen van video's. Selecteer [ : Videosysteem]. Selecteer een optie. Voor NTSC Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van NTSC (Noord-Amerika, Japan, Korea, Mexico, enzovoort).
  • Pagina 804: Help

    Help De grootte van de helptekst wijzigen Wanneer [ Help] wordt weergegeven, kunt u een beschrijving van de functie weergeven door op de knop < > te drukken. Druk opnieuw op de knop om het Hulp-scherm te sluiten. Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 805 Voorbeeld: [ : Multifunctievergrendeling] < >...
  • Pagina 806 De grootte van de helptekst wijzigen Selecteer [ : Grootte helptekst]. Selecteer een optie.
  • Pagina 807: Uitleg Voor Opnamemodus

    Uitleg voor opnamemodus U kunt een korte beschrijving van de opnamemodus weergeven wanneer u schakelt tussen opnamemodi. De standaardinstelling is [Inschakelen]. Selecteer [ : Modusuitleg]. Selecteer [Inschakelen]. Draai aan het programmakeuzewiel. Een beschrijving van de geselecteerde opnamemodus verschijnt.
  • Pagina 808 Druk op de toets < >. De rest van de beschrijving verschijnt. Als u de modusuitleg van het scherm wilt wissen, drukt u op de knop < >. In de modus < >/< > kunt u het opnamemodus- selectiescherm weergeven.
  • Pagina 809: Pieptonen

    Pieptonen Selecteer [ : Pieptoon]. Selecteer een optie. Inschak. De camera laat een pieptoon horen na het scherpstellen en als reactie op aanraakbediening. Uitschak. Schakelt het piepen uit voor de scherpstelling, zelfontspanner, sluiter en aanrakingsbediening. Opmerking Standaard is het volume voor aanraakbedieningen ingesteld op [0] (...
  • Pagina 810: Volume

    Volume Het is volume van camerageluiden kan worden aangepast. Selecteer [ : Volume]. Stel de optie in. Selecteer een optie en draai vervolgens het instelwiel < > om het volume aan te passen.
  • Pagina 811: Energiebesparing

    Energiebesparing U kunt de timing aanpassen wanneer het scherm dimt en uitschakelt, wanneer de camera uitschakelt en wanneer de zoeker uitschakelt nadat de camera niet is gebruikt (schermdimmer, scherm uit, automatisch uitschakelen en zoeker uit). Selecteer [ : Spaarstand]. Selecteer een optie.
  • Pagina 812 Opmerking [Scherm gedimd] en [Scherm uit] worden gebruikt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven. Deze instellingen zijn niet van toepassing tijdens menuweergave of beelden afspelen. Als tijdens menuweergave of beelden afspelen de tijd ingesteld in [Scherm gedimd], [Scherm uit] en [Uitschakelen] is verstreken, schakelt de camera uit. Om het scherm te beschermen schakelt het scherm 30 min.
  • Pagina 813: Scherm- En Zoekerweergave

    Scherm- en zoekerweergave U kunt het gebruik van het scherm of de zoeker voor weergave opgeven om te voorkomen dat de zoekersensor onbedoeld wordt geactiveerd wanneer het scherm open is. Selecteer [ : Scherm-/zoekerweergave]. Selecteer een optie. AUTO1: Auto 1 ( : alleen scherm) Gebruik altijd het scherm voor weergave als het is geopend.
  • Pagina 814 Opmerking U kunt ook schakelen tussen de zoekerweergave en de schermweergave door op een knop te drukken die u hebt aangepast en toegewezen aan overschakelen. Met deze instelling ingesteld op [AUTO1] of [AUTO2], reageert de camera dienovereenkomstig op de zoekersensor. Met [AUTO1] ingesteld, reageert de camera niet op de zoekersensor wanneer het scherm is geopend.
  • Pagina 815: Schermhelderheid

    Schermhelderheid Selecteer [ : Schermhelderheid]. Maak de afstelling. Met het grijsbeeld als referentie, draait u aan het instelwiel < > om de helderheid aan te passen en druk vervolgens op de knop < >. Controleer het effect op het scherm. Opmerking Als u de belichting van het beeld wilt controleren, raden we u aan het histogram te raadplegen (...
  • Pagina 816: Zoekerhelderheid

    Zoekerhelderheid Selecteer [ : Zoekerhelderheid]. Draai aan het < > instelwiel en selecteer [Auto] of [Handmatig]. Automatisch Druk op de knop < >. Controleer het effect in de zoeker tijdens het fotograferen. Handmatig Draai het instelwiel < > om de zoekerhelderheid aan te passen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 817: Kleurtoon Van Zoeker Verfijnen

    Kleurtoon van zoeker verfijnen Selecteer [ : Zoekerkleurtoon fijnregelen]. Maak de afstelling. Met het grijsbeeld als referentie gebruikt u < > voor de aanpassing en vervolgens drukt u op de knop < >. Controleer het effect in de zoeker.
  • Pagina 818: Ui-Vergroting

    UI-vergroting U kunt menuschermen vergroten door met twee vingers te dubbeltikken. Dubbeltik opnieuw om de oorspronkelijke weergavegrootte te herstellen. Selecteer [ : UI-vergroting]. Selecteer [Inschak.]. Waarschuwing Gebruik camerabedieningsknoppen bij het configureren van menufuncties bij vergrote weergave. Touchscreenbediening is niet mogelijk.
  • Pagina 819: Hdmi-Resolutie

    HDMI-resolutie Stel de uitgangsresolutie voor beelden in die gebruikt wordt als de camera met een HDMI- kabel wordt aangesloten op een televisie of extern opnameapparaat. Selecteer [ : HDMI-resolutie]. Selecteer een optie. Auto De beelden worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie passend bij de aangesloten televisie.
  • Pagina 820: Aanraakbediening

    Aanraakbediening Selecteer [ : Aanraakbediening]. Selecteer een optie. [Gevoelig] maakt het touchscreenpaneel gevoeliger dan [Standaard]. Selecteer [Uitschak.] om de aanraakbediening uit te schakelen. Waarschuwing Aandachtspunten voor bediening via het touchscreenpaneel Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals uw nagel of een balpen bij aanraakbediening.
  • Pagina 821: Multifunctievergrendeling

    Multifunctievergrendeling Geef aan welke camerabediening vergrendeld moet worden als de multifunctievergrendeling is ingeschakeld. Dit kan helpen bij het per ongeluk wijzigen van instellingen. Selecteer [ : Multifunctievergrendeling]. Selecteer de te vergrendelen camerabediening. Druk op de knop < > om een vinkje [ ] toe te voegen. Selecteer [OK].
  • Pagina 822: Scherpstelmodusknop (Af/Mf)

    Scherpstelmodusknop (AF/MF) Als een RF-lens zonder scherpstelmodus is bevestigd, kunt u de werking van de scherpstelmodusknop van de camera configureren. Selecteer [ :  -schakel. (AF/MF)]. Selecteer een optie. Inschakelen Schakelt de scherpstelmodusknop van de camera in. Uitschakelen Schakelt de scherpstelmodusknop van de camera uit. Stel in dit geval [AF] of [MF] in [ : Scherpstelmodus] ( ).
  • Pagina 823: Sensorreiniging

    Sensorreiniging Reinig nu Automatisch reinigen De sensorreinigingsfunctie van de camera reinigt de voorkant van de beeldsensor. Opmerking Plaats de camera rechtop op een bureau of een ander oppervlak voordat u begint te reinigen, voor de beste reinigingsresultaten. Reinig nu Selecteer [ : Sensorreiniging]. Selecteer [Reinig nu Selecteer [OK] in het bevestigingsscherm.
  • Pagina 824 Opmerking Wanneer u de sensorreiniging een aantal keren herhaalt, wordt het resultaat niet echt beter. Merk op dat [Reinig nu ] direct na het reinigen mogelijk niet beschikbaar is voor selectie.
  • Pagina 825: Automatisch Reinigen

    Automatisch reinigen Selecteer [Auto. reiniging Selecteer een optie. Draai aan het instelwiel < > om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Opmerking Wanneer ingesteld op [Bij uit] of [Inschak.], wordt de sensor gereinigd wanneer het scherm uitschakelt, ook wanneer het automatisch is uitgeschakeld.
  • Pagina 826: App-Selectie Voor Usb-Verbindingen

    Selecteer als u EOS Utility gebruikt nadat u de camera met een computer hebt verbonden, of als u speciale Android-apps of de iOS- versie van Photos gebruikt. Canon app(s) voor iPhone Selecteer als u een iOS-app gebruikt. U hebt een speciale kabel nodig om de camera met een smartphone te verbinden.
  • Pagina 827: De Camera Resetten

    De camera resetten De standaardwaarden voor de instellingen van de camera voor opname- en menufuncties kunnen worden hersteld. Selecteer [ : Camera resetten]. Selecteer een optie. Basis instell. Herstelt standaardinstellingen voor camera-opnamefuncties en menu- instellingen. Overige instell. Instellingen voor individueel geselecteerde opties die kunnen worden hersteld.
  • Pagina 828: Aangepaste Opnamemodus (C1, C2)

    Aangepaste opnamemodus (C1, C2) Automatisch bijwerken van opgeslagen instellingen Opgeslagen aangepaste opnamemodi annuleren Huidige camera-instellingen zoals opname-, menu- en Persoonlijke voorkeuze-instellingen kunnen worden geregistreerd in Aangepaste opnamemodi < > of < >. Selecteer [ : Aangep. opnamemodus (C1, C2)]. Selecteer [Registreer instellingen].
  • Pagina 829: Automatisch Bijwerken Van Opgeslagen Instellingen

    Leg de gewenste items vast. Selecteer de aangepaste opnamemodus voor registratie en selecteer vervolgens [OK] op het scherm [Registreer instellingen]. De huidige camera-instellingen worden vastgelegd in de Aangepaste opnamemodus C*. Automatisch bijwerken van opgeslagen instellingen Als u een instelling wijzigt tijdens opname in de Aangepaste opnamemodus, kan de modus automatisch worden bijgewerkt met de nieuwe instelling (Automatisch bijwerken).
  • Pagina 830: Opgeslagen Aangepaste Opnamemodi Annuleren

    Opgeslagen aangepaste opnamemodi annuleren Als u [Wis instellingen] selecteert in stap 2 kunnen de instellingen van elke modus worden hersteld naar de standaardinstellingen, zoals deze waren voorafgaand aan registratie. Opmerking U kunt opname- en menu-instellingen ook veranderen in de Aangepaste opnamemodi.
  • Pagina 831: Accugegevens

    (Rood): Aanbevolen wordt om een nieuwe accu te kopen. Waarschuwing Het gebruik van een originele Canon-accu van het type LP-E17 wordt aanbevolen. Als u een accu van een ander merk dan Canon gebruikt, zijn de prestaties van de camera mogelijk niet optimaal of kunnen er storingen optreden.
  • Pagina 832 Opmerking Als voor de accu een communicatiefoutmelding wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen in het bericht.
  • Pagina 833: Copyrightinformatie

    Copyrightinformatie De copyrightinformatie controleren De copyrightinformatie verwijderen Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan het beeld toegevoegd. Waarschuwing Als de vermelding voor “Auteur” of “Copyright” lang is, wordt deze mogelijk niet helemaal weergegeven wanneer u [Geef copyrightinfo weer] selecteert. Opmerking U kunt de copyrightinformatie ook instellen of controleren met EOS Utility (EOS- software,...
  • Pagina 834: De Copyrightinformatie Controleren

    Voer tekst in. Gebruik het instelwiel < > of < > om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop < > om het in te voeren. Door [ ] te selecteren kunt u de input-modus wijzigen. Selecteer [ ] om een teken te verwijderen.
  • Pagina 835: De Copyrightinformatie Verwijderen

    De copyrightinformatie verwijderen Wanneer u [Verwijder copyrightinfo] selecteert in stap 2, kunt u de ingevoerde gegevens voor [Auteur] en [Copyright] verwijderen.
  • Pagina 836: Overige Informatie

    Overige informatie Handleiding/software URL Selecteer [ : Handleiding/software URL] en scan de weergegeven QR-code met een smartphone om instructiehandleidingen te downloaden. U kunt ook een computer gebruiken om de website te openen via de weergegeven URL en software downloaden. Certificaatlogo weergeven Selecteer [ : Certificaatlogo weergeven] voor weergave van een aantal van de logo's van de cameracertificaten.
  • Pagina 837: Persoonlijke Voorkeuze/My Menu

    Persoonlijke voorkeuze/My Menu U kunt camerafuncties heel nauwkeurig instellen en de werking van knoppen en instelwielen aanpassen aan uw opnamevoorkeuren. U kunt ook menu-items en persoonlijke voorkeuzen die u regelmatig instelt toevoegen aan de tabbladen van My Menu. • Tabbladmenu's: Persoonlijke voorkeuze •...
  • Pagina 838: Tabbladmenu's: Persoonlijke Voorkeuze

    Tabbladmenu's: Persoonlijke voorkeuze Persoonlijke voorkeuze 1 Belichtingsniveauverhogingen ISO-stappen Snelheid van meting/ISO auto Bracketing autom. annuleren Bracketingvolgorde Aantal bracketed opnamen Veiligheidsshift Persoonlijke voorkeuzen 2 Zelfde bel. v. nieuw diafr. Mtmth., AE vrgr. na schrpst. Sluitertijdbereik instellen Diafragmabereik instellen...
  • Pagina 839 Persoonlijke voorkeuzen 3 richting vr. instel. tv/AV richting vr instellen tv/AV Schakelaar tijdens opnm. Knoppen aanpassen Wielen aanpassen Aangepaste instell. wissen Persoonlijke voorkeuzen 4 Voeg bijsnijdinformatie toe Standaardwisoptie Ontspan sluiter zonder lens Objectief intrekken bij uit...
  • Pagina 840 Persoonlijke voorkeuzen 5 Wis pers. voorkeuze(C.Fn) Door [ : Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] te selecteren wist u alle persoonlijke voorkeuze-instellingen.
  • Pagina 841: Aangepaste Functie-Instellingen

    Aangepaste functie-instellingen C.Fn1 C.Fn2 C.Fn3 C.Fn4 C.Fn5 U kunt camerafuncties aanpassen op het tabblad [ ], zodat deze aansluiten op uw opnamevoorkeuren. Alle instellingen waarvoor u de standaardwaarden wijzigt, worden weergegeven in blauw.
  • Pagina 842: Belichtingsniveauverhogingen

    C.Fn1 Belichtingsniveauverhogingen Hiermee stelt u stappen van 1/2 stop in voor de sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingscompensatie, AEB, flitsbelichtingscorrectie, enzovoort. 1/3: 1/3-stop 1/2: 1/2-stop Opmerking Als [1/2-stop] is ingesteld, wordt het volgende weergegeven. ISO-stappen U kunt de handmatige instellingen ISO-snelheid wijzigen in een hele stop. 1/3: 1/3-stop 1/1: 1-stop Opmerking...
  • Pagina 843: Snelheid Van Meting/Iso Auto

    Snelheid van meting/ISO auto U kunt de ISO-snelheidsstatus instellen nadat de meettimer is beëindigd in gevallen waarbij, voor ISO Auto-bediening in de modus < >/< >/< >/< >/< >, de camera de ISO-snelheid heeft aangepast tijdens een meting of wanneer de meettimer actief is. : Auto herstellen na meting : Snelheid behouden na meting Bracketing autom.
  • Pagina 844 Aantal bracketed opnamen U kunt het aantal opnamen die zijn gemaakt met AEB en witbalansbracketing wijzigen. Als [Bracketingvolgorde] is ingesteld op [0, -, +], worden de bracketed opnamen gemaakt zoals aangeduid in de tabel hieronder. 3: 3 opnamen 2: 2 opnamen 5: 5 opnamen 7: 7 opnamen (tussenstappen van 1 stop)
  • Pagina 845 Veiligheidsshift Als de helderheid van het onderwerp verandert en de standaardbelichting niet binnen het bereik van de automatische belichting valt, wordt de handmatig opgegeven instelling automatisch door de camera gewijzigd, zodat de standaardbelichting kan worden gebruikt. [Sluitertijd/diafragma] is van toepassing op de modi < >...
  • Pagina 846 C.Fn2 Zelfde bel. v. nieuw diafr. De maximale diafragmawaarde kan afnemen (het laagste f/getal kan toenemen) in < >- modus (handmatige belichtingsopname) met de ISO-snelheid handmatig ingesteld (behalve wanneer ingesteld op ISO auto) als u (1) Lenzen verwisselt, (2) Een opzetstuk bevestigt of (3) Een zoomlens met een variabele maximale diafragmawaarde gebruikt.
  • Pagina 847 Mtmth., AE vrgr. na schrpst. Voor elke meetmethode kunt u instellen of u de belichting wilt vergrendelen (AE- vergrendeling) zodra op onderwerpen is scherpgesteld met 1-beeld AF. De belichting wordt vergrendeld terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Selecteer meetmethoden voor AE-vergrendeling en voeg een vinkje toe [ ].
  • Pagina 848 Diafragmabereik instellen U kunt het diafragmawaardebereik instellen. In de modus < >, < >, < > of < > kunt u de diafragmawaarde handmatig instellen binnen het opgegeven bereik. In de modus < > en < > of in de modus < >...
  • Pagina 849 C.Fn3 richting vr. instel. tv/AV U kunt de draairichting omkeren waarin u het instelwiel moet draaien om de sluitertijd en de diafragmawaarde in te stellen. Keert de draairichting van de instelwielen < > en < > in de opnamemodus < >...
  • Pagina 850 Schakelaar tijdens opnm. Functies die aan het hoofdinstelwiel en het snelinstelwiel zijn toegewezen, kunnen worden omgekeerd. OFF: Uitschak. ON: Inschak.
  • Pagina 851: Knoppen Aanpassen

    Knoppen aanpassen U kunt veelgebruikte functies toewijzen aan cameraknoppen die gemakkelijk te gebruiken zijn. U kunt verschillende functies, voor gebruik bij het maken van foto's of video's, toewijzen aan dezelfde knop. Selecteer [ : Knoppen aanpassen]. Selecteer een camerabediening. Selecteer een functie om toe te wijzen. Druk op de knop <...
  • Pagina 852 Opmerking De instellingen voor [ : Knoppen aanpassen] worden niet gewist, zelfs als u : Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] selecteert. Selecteer [ : Aangepaste instell. wissen] om de instellingen te wissen.
  • Pagina 853: Functies Beschikbaar Voor Aanpassing

    Functies beschikbaar voor aanpassing ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing : Meten en AF-start ● ● ○ ○ ○ : AF-stop ○ ○ ○ ○ ● ○ : AF-puntselectie ○ ○ ○ ● ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○...
  • Pagina 854: Belichting

    Belichting ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing : Start meten ○ : AE-vergrendeling ○ ○ ○ ○ ○ ○ : AE-vergr. (vasth.) ○ ○ ●* ○ ○ ○ : AE-vergrendeling, AF-stop ○ ○ ○ ○ ○ ○ : AE-vergr. (bij ingedrukte knop)* ○...
  • Pagina 855 Beeld ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing : Beeldkwaliteit* ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Directe inst. beeldkwaliteit* ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Dir. inst. beeldkw (vasth.)* ○...
  • Pagina 856 Video's ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing : Zebra* ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Movie-opname ● ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Servo AF voor movies gepauzeerd ○ ○ ○ ○ ○ ○...
  • Pagina 857: Bewerking

    Bewerking ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing : Flitsfunctie-instellingen* ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Functie-instell. instelwielen ○ ○ ○ ○ ○ ○ ● ○ ○ ○ ○ ○ : Breedte-/dieptecontrole* ○ ○ ○...
  • Pagina 858 ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing : OVF sim. weerg.hulp* ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Schermhelderh. maxim. (tijd.) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ : Schakel uit ○...
  • Pagina 859: Wielen Aanpassen

    Wielen aanpassen Veelgebruikte functies kunnen worden toegewezen aan de instelwielen < >, < > en < >. Selecteer [ : Wielen aanpassen]. Selecteer een camerabediening. Selecteer een functie om toe te wijzen. Druk op de knop < > om hem in te stellen.
  • Pagina 860 Opmerking De instellingen voor [ : Wielen aanpassen] worden niet gewist, zelfs als u : Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] selecteert. Selecteer [ : Aangepaste instell. wissen] om de instellingen te wissen. [ : Schakelaar tijdens opnm.] op [Inschak.] wijzigt ook de functies die u kunt toewijzen.
  • Pagina 861: Functies Beschikbaar Voor Instelwielen

    Functies beschikbaar voor instelwielen ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing Functie Selecteer AF-gebied ○ ○ AF-gebied (houd meterkn. ingedr.) ○ Sluitertijd wijzigen ○ Diafragmawaarde wijzigen ○ Belichtingscompensatie ○ ○ ISO-snelheid instellen ○ ○ Wijzig sluitrt. (hd mtrkn. ingd.) ○ Wijzig diafr. (hd mtrkn. ingd.) ○...
  • Pagina 862 Aangepaste instell. wissen Selecteer [ : Aangepaste instell. wissen]. Selecteer [OK]. [Knoppen aanpassen] en [Wielen aanpassen] worden hersteld naar de standaardwaarden.
  • Pagina 863: Voeg Bijsnijdinformatie Toe

    C.Fn4 Voeg bijsnijdinformatie toe Het toevoegen van bijsnijdinformatie toont verticale lijnen voor de aspect ratio die is gespecificeerd in opname, zodat u opnamen kunt samenstellen alsof u fotografeert met een gemiddelde of grote camera (6×6 cm, 4×5 inch, enz.). Wanneer u fotografeert, voegt de camera aspect ratio-informatie toe aan beelden voor bijsnijden in Digital Photo Professional (EOS-software), in plaats van het bijsnijden van beelden opgeslagen op de kaart.
  • Pagina 864: Standaardwisoptie

    Standaardwisoptie In het menu Wissen kunt u instellen welke optie standaard wordt geselecteerd ( ), door te drukken op de knop < > tijdens beelden afspelen of tijdens bekijken na opnamen. Door het instellen van een optie anders dan [Annuleer] drukt u eenvoudigweg op de knop <...
  • Pagina 865: Objectief Intrekken Bij Uit

    Objectief intrekken bij uit U kunt instellen of gemotoriseerde STM-lenzen (zoals RF35mm F1.8 Macro IS STM) automatisch worden ingetrokken als de aan-/uitschakelaar van de camera wordt ingesteld op < >. ON: Inschak. OFF: Uitschak. Waarschuwing Bij automatisch uitschakelen wordt de lens niet ingetrokken, ongeacht de instelling. Controleer of de lens is ingetrokken voordat u deze verwijdert.
  • Pagina 866 C.Fn5 Wis pers. voorkeuze(C.Fn) Door [ : Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] te selecteren wist u alle persoonlijke voorkeuze- instellingen behalve [Knoppen aanpassen] en [Wielen aanpassen]. Opmerking Om instellingen die zijn geconfigureerd met [ : Knoppen aanpassen] en : Wielen aanpassen] te wissen, selecteert u [ : Aangepaste instell.
  • Pagina 867: Tabbladmenu's: My Menu

    Tabbladmenu's: My Menu My Menu-tab toevoegen Verwijder alle My Menu-tabs Verwijder alle items Menuweergave...
  • Pagina 868: My Menu Vastleggen

    My Menu vastleggen My Menu-tabbladen maken en toevoegen Menu-items op de My Menu-tabbladen vastleggen Instellingen van het tabblad My Menu Verwijder alle My Menu-tabbladen/Verwijder alle items Menuweergave-instellingen Op het tabblad My Menu kunt u menu-items en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt.
  • Pagina 869: My Menu-Tabbladen Maken En Toevoegen

    My Menu-tabbladen maken en toevoegen Selecteer [My Menu-tab toevoegen]. Selecteer [OK]. U kunt maximaal vijf My Menu-tabbladen maken door stap 1 en 2 opnieuw uit te voeren.
  • Pagina 870: Menu-Items Op De My Menu-Tabbladen Vastleggen

    Menu-items op de My Menu-tabbladen vastleggen Selecteer [MY MENU*: Configureer]. Selecteer [Selecteer te registr. items]. Leg de gewenste items vast. Selecteer een item en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer [OK] in het bevestigingsscherm. U kunt maximaal zes items vastleggen. Druk op de knop <...
  • Pagina 871: Instellingen Van Het Tabblad My Menu

    Instellingen van het tabblad My Menu U kunt items op het menutabblad sorteren en verwijderen en het menutabblad een andere naam geven of verwijderen. Sorteer geregistreerde items U kunt de volgorde van de in My Menu vastgelegde items wijzigen. Selecteer [Sorteer geregistreerde items], selecteer een item dat u wilt verplaatsen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 872 Hernoem tab U kunt de naam van het My Menu-tabblad wijzigen vanuit [MY MENU*]. Selecteer [Hernoem tab]. Voer tekst in. Gebruik het instelwiel < > of < > om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop < >...
  • Pagina 873: Verwijder Alle My Menu-Tabbladen/Verwijder Alle Items

    Verwijder alle My Menu-tabbladen/Verwijder alle items U kunt alle gemaakte tabbladen in My Menu of de My Menu-items die daarop geregistreerd zijn, verwijderen. Verwijder alle My Menu-tabs U kunt alle My Menu-tabbladen die u hebt gemaakt, verwijderen. Wanneer u [Verwijder alle My Menu-tabs] selecteert, worden alle tabbladen van [MY MENU1] tot en met [MY MENU5] verwijderd en wordt het tabblad [ ] teruggesteld op de standaardinstelling.
  • Pagina 874: Menuweergave-Instellingen

    Menuweergave-instellingen U kunt [Menuweergave] selecteren om het menuscherm in te stellen dat als eerste wordt weergegeven wanneer u op de knop < > drukt. Normale weergave Hiermee wordt het laatst weergegeven menuscherm weergegeven. Weergave van My Menu-tab Hiermee wordt My Menu weergegeven met het tabblad [ ] geselecteerd.
  • Pagina 875: Referentie

    Referentie Dit hoofdstuk biedt referentie-informatie voor camerafuncties. • Beelden importeren naar een computer • Beelden importeren naar een smartphone • Een USB-voedingsadapter gebruiken om de camera op te laden/van stroom te voorzien • Problemen oplossen • Foutcodes • ISO-snelheid tijdens video-opname •...
  • Pagina 876: Beelden Importeren Naar Een Computer

    Beelden importeren naar een computer Verbinding met een computer met een interfacekabel Een kaartlezer gebruiken Verbinden met een computer via Wi-Fi U kunt EOS-software gebruiken om beelden van de camera naar een computer te downloaden. Verbinding met een computer met een interfacekabel Installatie van de EOS Utility ( Sluit de camera aan op de computer.
  • Pagina 877: Een Kaartlezer Gebruiken

    Een kaartlezer gebruiken U kunt een kaartlezer gebruiken om beelden naar een computer te importeren. Installeer Digital Photo Professional ( Plaats de kaart in de kaartlezer. Gebruik Digital Photo Professional om de beelden te importeren. Raadpleeg de Digital Photo Professional instructiehandleiding. Opmerking Als u beelden van de camera via een kaartlezer naar een computer wilt downloaden zonder gebruik van de EOS-software, kopieert u de DCIM-map op de...
  • Pagina 878 Verbinden met een computer via Wi-Fi U kunt de camera via Wi-Fi verbinden met de computer en beelden in de computer importeren (...
  • Pagina 879: Beelden Importeren Naar Een Smartphone

    Als u een AD-P1 gebruikt, raadpleeg dan de instructiehandleiding bij de AD-P1. Het gebruik van een Canon USB-kabel (interfacekabel IFC-100U of IFC-400U) wordt aanbevolen als u verbinding maakt met Android- smartphones. Ga naar de website van Canon voor informatie over USB-kabels voor het verbinden van iPhones.
  • Pagina 880: Camera Connect Gebruiken

    Camera Connect gebruiken Installeer Camera Connect op de smartphone en start het. Camera Connect installeren op een smartphone voor informatie over het installeren van Camera Connect. Schakel de camera in. Tik op [Images on camera/Beelden op camera]. Selecteer weergegeven beelden om ze op de smartphone te importeren.
  • Pagina 881: Smartphonefuncties Gebruiken

    Smartphonefuncties gebruiken Schakel de camera in. Gebruik de smartphone om beelden te importeren. Android-smartphones: Selecteer [Canon Digital Camera ***] in het menu [Bestanden] en importeer beelden naar de DCIM-map. iPhones: Start de Photos-app en importeer beelden van de kaart.
  • Pagina 882: Een Usb-Voedingsadapter Gebruiken Om De Camera Op Te Laden/Van Stroom Te Voorzien

    Een USB-voedingsadapter gebruiken om de camera op te laden/van stroom te voorzien Met de USB-voedingsadapter PD-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de accu LP-E17 laden zonder deze uit de camera te verwijderen. U kunt er de camera ook mee van stroom voorzien.
  • Pagina 883 Sluit het netsnoer aan. Sluit het netsnoer aan op de USB-voedingsadapter en steek het andere einde in een stopcontact. Het opladen begint en de lees-/schrijfindicator (1) licht groen op. Na afloop van het opladen dooft de lees-/schrijfindicator. Stroom wordt geleverd Als u de camera van stroom wilt voorzien zonder accu's op te laden, stelt u de aan-/ uitschakelaar in op <...
  • Pagina 884 Breng de camera naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het probleem zich blijft voordoen. De vereiste oplaadtijd en de geladen hoeveelheid verschillen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende capaciteit.
  • Pagina 885: Problemen Oplossen

    (1) er een probleem is met de acculader of accu, of (2) communicatie met de accu is mislukt (met een accu die niet van Canon is bijvoorbeeld). Maak in het geval van (1) het netsnoer los, herplaats de accu en wacht een paar minuten voordat u de stekker van de lader weer in het stopcontact steekt.
  • Pagina 886 Maak in dat geval het netsnoer los, bevestig de accu opnieuw en wacht een paar minuten voordat u de stekker weer in het stopcontact steekt. Breng de camera naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het probleem zich blijft voordoen.
  • Pagina 887: De Lees-/Schrijfindicator Blijft Branden Of Knipperen, Zelfs Wanneer De Aan-/Uitschakelaar Op

    [Communicatiefout met accu. Heeft deze accu/hebben deze accu's het logo van Canon?] wordt weergegeven. Laad alleen echte Canon-accu's op van het type LP-E17. Verwijder de accu en plaats deze weer terug ( Als de elektrische contacten van de accu vuil zijn, maakt u deze schoon met een zachte doek.
  • Pagina 888 Opnamegerelateerde problemen De lens kan niet worden bevestigd. Om EF- of EF-S-lenzen aan te sluiten hebt u een vattingadapter nodig. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-lenzen ( Er kunnen geen beelden worden gemaakt of opgeslagen. Controleer of de kaart correct is geplaatst ( Schuif het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart naar de stand voor schrijven/wissen Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige beelden om ruimte vrij te maken Opnemen is niet mogelijk als het AF-punt oranje wordt terwijl u probeert om scherp te...
  • Pagina 889 Maximale opnamereeks voor continue opnamen [Circa], is gebaseerd op de standaard Canon-testkaart en de feitelijke maximale opnamereeks is hoger voor kaarten met snelle schrijfsnelheden. Daarom kan de geschatte maximale opnamereeks verschillen van de feitelijke maximale opnamereeks. Hogesnelheidsweergave is niet beschikbaar bij continue opname met Hoge snelheid.
  • Pagina 890 Uitgebreide ISO-snelheden kunnen niet worden geselecteerd voor het maken van foto's. Controleer de [ISO-snelh.bereik]-instelling onder [ :  ISO-snelheidsinst.]. Uitgebreide ISO-snelheden zijn niet beschikbaar wanneer [ : Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot]. Uitgebreide ISO-snelheden zijn niet beschikbaar wanneer [ : HDR-opname is ingesteld op [Inschak.].
  • Pagina 891: Synchronisatie Op Hoge Snelheid Is Niet Beschikbaar In De Modus

    De Speedlite werkt altijd op vol vermogen. Als u een andere flitseenheid gebruikt dan Speedlite uit de EL/EX-serie, werkt de flitser altijd op vol vermogen ( De flitser flitst altijd op volledig vermogen wanneer [Flits meetmethode] onder Persoonlijke voorkeuze-instellingen voor de externe flitser ingesteld is op [1:TTL] (automatisch flitsen) ( De flitsbelichtingscorrectie voor de externe flitser kan niet worden ingesteld.
  • Pagina 892 Voer een low-level-formattering uit om de kaart te initialiseren als de opname- of leessnelheid van de kaart laag ( Een opname stopt automatisch wanneer uw video 2 uur duurt (of 30 min. voor een video met hoge framerate). De ISO-snelheid kan niet worden ingesteld voor video-opname. ISO-snelheid wordt automatisch ingesteld in de [ ]-opnamemodus.
  • Pagina 893 Het onderwerp ziet er vervormd uit tijdens video-opnamen. Als u de camera naar links of rechts beweegt (“pannen”) of een bewegend voorwerp opneemt, kan het beeld er vervormd uitzien. Het probleem kan meer zichtbaar zijn bij time-lapse-video-opnamen. Er wordt geen geluid opgenomen bij video's. Geluid wordt niet opgenomen in video's met hoge framerate.
  • Pagina 894: Problemen Met Draadloze Functies

    Problemen met draadloze functies Kan niet koppelen met een smartphone. Gebruik een smartphone die compatibel is met Bluetooth Specification Version 4.1 of later. Schakel Bluetooth in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Koppelen met de camera is niet mogelijk vanaf het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone.
  • Pagina 895: Problemen Met De Bediening

    Problemen met de bediening Instellingen veranderen wanneer ik het maken van foto's naar video- opnamen overschakel of omgekeerd. Afzonderlijke instellingen blijven behouden voor gebruik bij het maken van foto's en het opnemen van video's. Instellingen kunnen niet worden aangepast met < >, <...
  • Pagina 896: Problemen Met Schermweergave

    Problemen met schermweergave Het menuscherm geeft minder tabbladen en items weer. Tabbladen en items op het menuscherm variëren voor foto's en video's. De weergave begint met [ ] My Menu, of alleen het tabblad [ ] wordt weergegeven. [Menuweergave] op het tabblad [ ] is ingesteld op [Weergave van My Menu-tab] of [Alleen My Menu-tab weergeven].
  • Pagina 897 Het scherm toont een onduidelijk beeld. Als het scherm vuil is, dient u een zachte doek te gebruiken om het schoon te maken. Bij lage temperaturen kan de schermweergave langzamer reageren en bij hoge temperaturen kan het er zwart uitzien, maar het zal weer normaal worden bij kamertemperatuur.
  • Pagina 898: Problemen Met Afspelen Van Opnames

    Problemen met afspelen van opnames Een gedeelte van het beeld knippert zwart. : Overbel. waarsch.] is ingesteld op [Inschak.] ( Er wordt een rood vakje weergegeven op het beeld. : AF-punt weerg.] is ingesteld op [Inschak.] ( Tijdens het afspelen van beelden worden de AF-punten niet weergegeven.
  • Pagina 899 Mechanische geluiden of geluiden van de werking van de camera zijn hoorbaar tijdens het afspelen van video's. De ingebouwde microfoon van de camera neemt mogelijk ook mechanische geluiden van de lens of geluiden van camera- en lensbediening op als AF-bedieningen worden uitgevoerd of als de camera of lens wordt bediend tijdens video-opnamen.
  • Pagina 900 De kaartlezer herkent de kaart niet. Afhankelijk van de kaartlezer en het besturingssysteem van de computer worden SDXC- kaarten mogelijk niet correct herkend. Sluit in dat geval de camera op de computer aan met de interfacekabel en importeer de beelden op de computer met EOS Utility (EOS- software) Afbeeldingen kunnen niet worden aangepast of bijgesneden.
  • Pagina 901: Problemen Met Sensorreiniging

    Problemen met sensorreiniging De sluiter maakt een geluid tijdens sensorreiniging. Hoewel er na [Reinig nu ] is geselecteerd, een mechanisch geluid uit de sluiter komt, worden er geen beelden opgeslagen op de kaart ( Automatische sensorreiniging werkt niet. Door de aan-/uitschakelaar herhaaldelijk en snel achter elkaar op < >...
  • Pagina 902: Problemen Bij Aansluiten Op Een Computer

    Problemen bij aansluiten op een computer Ik kan geen beelden naar een computer importeren. Installeer EOS Utility (EOS-software) op de computer ( Zorg ervoor dat het hoofdvenster van EOS Utility wordt weergegeven. Als de camera al verbonden is via Wi-Fi, kan deze niet communiceren met een computer die is aangesloten met een interfacekabel.
  • Pagina 903: Problemen Met De Multifunctieschoen

    Als u het vuil of vocht niet kunt verwijderen, neem dan contact op met een Canon Service Center. Als [Status accessoire niet beschikbaar] wordt weergegeven, controleer dan de aansluitingen van de multifunctieschoen en het accessoire en verzeker u dat het accessoire niet is beschadigd.
  • Pagina 904: Foutcodes

    Foutcodes (1) Foutnummer (2) Oorzaak en tegenmaatregelen Als er zich een probleem met de camera voordoet, wordt er een foutmelding weergegeven. Volg de instructies op het scherm. Als het probleem aanhoudt, noteer dan de foutcode (Err xx) en dien een serviceverzoek in.
  • Pagina 905: Iso-Snelheid Tijdens Video-Opname

    ISO-snelheid tijdens video-opname In de modus [ De ISO-snelheid wordt automatisch ingesteld binnen het bereik van ISO 100-12800. Als u [Max voor auto] in [ :  ISO-snelheidsinst.] instelt op [H (25600)] ( ) wordt de maximumsnelheid in het automatische instelbereik uitgebreid tot H (gelijk aan ISO 25600).
  • Pagina 906: Informatiedisplay

    Informatiedisplay Opnamescherm voor foto's Video-opnamescherm Scènepictogrammen Afspeelscherm Opnamescherm voor foto's Telkens als u op de knop < > drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven. (13) (14) (15) (16) (17) (18) (19) (20) (21) (22) (10)
  • Pagina 907 Maximale opnamereeks Aantal beschikbare opnamen/sec. tot opname met zelfontspanner Scherpstelbracketing/HDR/Meervoudige belichting/Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen/Bulbtimer/Intervaltimer/Dual Pixel RAW-opnamen Opnamemodus AF-gebied AF-bediening Beeldkwaliteit Video-opnameformaat Meetmethode (10) Aspect ratio van foto’s (11) Digitaal waterpas (12) AF-punt (1-punt AF) (13) Aantal opnamen voor scherpstelbracketing, meervoudige belichting of intervaltimer (14) Beschikbare video-opnametijd (15)
  • Pagina 908 (26) (27) (36) (28) (29) (37) (30) (38) (31) (39) (32) (40) (33) (41) (34) (42) (35) (43) (44) (26) AEB/FEB (27) Beeldassistent (28) HDR PQ (29) Flitser gereed/FE-vergrendeling/Synchronisatie met hoge snelheid (30) Indicator accessoire bevestigd (31) Transportmodus (32) Elektronische sluiter (33) AE-vergrendeling (34)
  • Pagina 909 Video-opnamescherm Telkens als u op de knop < > drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven. (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) Waarschuwing multifunctievergrendeling () Accuniveau Beschikbare video-opnametijd/verlopen opnameduur Opnamemodus AF-gebied Video-opnameformaat Digitale zoom...
  • Pagina 910 (27) (19) (20) (28) (29) (21) (30) (22) (31) (23) (32) (24) (25) (33) (26) (34) (19) Beeldassistent (20) HDR PQ (21) Geluidsopnameniveau-indicator (handmatig) (22) Zelfontspanner video (23) AE-vergrendeling (24) Sluitertijd (25) Oververhittingscontrole (26) Diafragmawaarde (27) Wi-Fi-functie (28) Wi-Fi-signaalsterkte (29) Bluetooth-functie (30) Knop Vergroten...
  • Pagina 911 Opmerking Na het instellen van aanpassingen kunnen tijdelijk andere pictogrammen worden weergegeven.
  • Pagina 912 Scènepictogrammen In de opnamemodus < > detecteert de camera het type scène en past alle instellingen daarop aan. Het gedetecteerde scènetype wordt linksboven op het scherm weergegeven. Personen Andere onderwerpen dan mensen Onderwerp Achtergrondkleur Natuur- en buiten- Dichtbij* Achtergrond beweging* beweging* opnames Helder...
  • Pagina 913: Weergave Basisinformatie Voor Foto's

    Afspeelscherm Weergave basisinformatie voor foto's (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) HDR-uitvoerstatus/beeldassistent Bluetooth-functie Wi-Fi-signaalsterkte Wi-Fi-functie Accuniveau Huidig beeldnummer/Totaal aantal beelden/Aantal gevonden beelden Sluitertijd Diafragmawaarde Belichtingscorrectiewaarde (10) Reeds naar een computer/smartphone verzonden (11) Classificatie (12) Beeldbeveiliging (13) Mapnummer - Bestandsnummer (14) Beeldkwaliteit/Bewerkt beeld/Bijsnijden/Beeld overnemen (15)
  • Pagina 914 Waarschuwing Als het beeld is gemaakt met een andere camera, wordt bepaalde opname- informatie mogelijk niet weergegeven. Het kan zijn dat het niet mogelijk is om beelden die zijn gemaakt met deze camera op andere camera's weer te geven.
  • Pagina 915: Weergave Gedetailleerde Informatie Voor Foto's

    Weergave gedetailleerde informatie voor foto's (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) Diafragmawaarde Beeldstijl/Instellingen Sluitertijd Witbalanscorrectie/bracketing Opnamemodus/Meerdere opnamen/Beeld overnemen Witbalans Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) Eerste beeld van scène Beeldkwaliteit/Bewerkte opname/Trimmen (10) Belichtingscorrectiewaarde (11) Opnamedatum en -tijd (12) Histogram (Helderheid/RGB) (13)
  • Pagina 916: Weergave Gedetailleerde Informatie Voor Video's

    Weergave gedetailleerde informatie voor video's Video afspelen Video-opnamemodus/modus met hoge framerate Video-opnameformaat Framerate Compressiemethode Informatie over de richting van video Opnametijd/tijdcode Opname-indeling voor video's * Voor de eenvoud wordt geen uitleg gegeven voor items die ook zijn opgenomen in de basis/gedetailleerde informatieweergave voor foto's, die hier niet worden weergegeven.
  • Pagina 917: Specificaties

    Type: Digitale niet-reflex AF/AE-camera met enkele lens Lensvatting: RF-vatting van Canon Compatibele lenzen: Canon RF en RF-S-lensgroepen * Met gebruik van vattingadapter EF-EOS R: Canon EF- of EF-S-lenzen (EF-M-lenzen niet compatibel) Brandpuntsafstand van de lens: circa 1,6 keer de brandpuntsafstand die op de lens staat...
  • Pagina 918 Opnamemedia Opnamemedia SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten SD Speed Class Ondersteund UHS-snelheidsklasse Ondersteund UHS-I Ondersteund UHS-II Ondersteund Kaartsleuf: Uitgerust met een enkele sleuf * Ondersteunt UHS-II Foto-opnamen Aantal pixels voor foto's Vastgelegde pixels Beeldkwaliteit Aspect ratio 16:9 Circa 21,3 Circa 20,2 24,0 megapixel 16,0 megapixel megapixel* megapixel* (6000 ×...
  • Pagina 919 1362 29,9 + 9,1 RAW+HEIF* 16,9 + 9,1 1183 * 1: Aantal beschikbare opnamen geldt voor een kaart van 32 GB die voldoet aan de Canon- teststandaarden. * 2: Bij instelling op [HDR-opname : Uitschak.]. * 3: Bij instelling op [HDR-opname : Inschak.].
  • Pagina 920 ISO-snelheid, Beeldstijl en Aangepaste functie). * 1: Bij gebruik van een 32 GB UHS-I-kaart die overeenkomt met de Canon-teststandaarden. * 2: Bij gebruik van een 32 GB UHS-II-kaart die overeenkomt met de Canon-teststandaarden.
  • Pagina 921 Video-opname Opname-formaat voor video's: MP4 Geschatte opnametijd, bitsnelheid voor video's en bestandsgrootte HDR PQ: OFF Totale opnameduur Video-opnameformaat (bij benadering) Bitsnelheid Bestands- voor video's grootte Framerate (circa (circa MB/ (fps) Video-opname Compressiemethode Mbps) min) NTSC 2 uur 9 uur (Standaard) min.
  • Pagina 922 * Bitsnelheid: is alleen van toepassing op video-output, niet op audio of metadata. * Video-opname stopt als de maximale opnametijd per video wordt bereikt. * Geluid wordt niet opgenomen voor ongeveer de laatste twee frames wanneer de compressiemethode voor video-opnamekwaliteit IPB (Standaard) of IPB (Licht) is. Bovendien kunnen de video en het geluid enigszins afwijken qua synchronisatie wanneer video's in Windows worden weergegeven.
  • Pagina 923 HDR PQ: ON Totale opnameduur Video-opnameformaat (bij benadering) Bitsnelheid Bestands- voor video's grootte Framerate (circa (circa MB/ (fps) Video-opname Compressiemethode Mbps) min) NTSC 1 uur 6 uur 1218 (Standaard) min. min. min. 29,97 4K UHD 25,00 23,98 3 uur (Licht) min.
  • Pagina 924 Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] Video-opnameformaat SD-kaart Framerate (fps) 10 bit Resolutie Compressiemethode 8-bits (HDR PQ) NTSC UHS Speed Class 3 of Video Speed Class V60 of IPB (Standaard) hoger hoger 59,94 50,00 IPB (Licht) UHS Speed Class 3 of hoger 4K UHD IPB (Standaard) UHS Speed Class 3 of hoger...
  • Pagina 925: Ingebouwde En Externe Microfoons

    Ingebouwde en externe microfoons Ingebouwde microfoon: Stereo microfoons Externe microfoon (IN-aansluiting externe microfoon): stereo mini-aansluiting van 3,5 mm diameter Externe microfoon (multifunctieschoen): Compatibel met stereo-richtmicrofoon DM-E1D Zoeker Type: OLED kleuren elektronische zoeker Schermgrootte: Circa 1,00 cm (0,39 inch) Aantal dots: circa 2.360.000 beeldpunten Vergroting/beeldhoek: Circe 0,95×...
  • Pagina 926: Automatische Scherpstelling

    * Van toepassing wanneer een RF- of RF-S-lens met scherpstelmodusknop is bevestigd. * Wanneer lenzen met een scherpstelmodusknop zijn bevestigd, krijgt de instelling op de lens voorrang. Lenscompatibiliteit gebaseerd op AF-gebied: Raadpleeg de Canon-website Aantal beschikbare AF-gebieden voor automatische selectie Scherpstelgebied Horizontaal: Ca.
  • Pagina 927: Meetfuncties Onder Verschillende Opnameomstandigheden

    Belichting Meetfuncties onder verschillende opnameomstandigheden Optie Foto's maken Video-opname Meetsensor Meting met 384 zones (24×16) met uitvoersignalen van de beeldsensor ○ Meervlaksmeting ○ * Wanneer een gezicht wordt gedetecteerd ○ Deelmeting * Circa 5,8% in het midden van het scherm Meetmethode ○...
  • Pagina 928 Details voor ISO Auto voor foto's Opnamemodus Een flitser gebruiken Geen flitser Variabele instelling van maximale Compatibele lenzen Incompatibele lenzen ISO Auto-limiet voor E-TTL ISO 100* -32000* ISO 100* -6400* ISO 100* -1600* Creatieve modi ISO 400* ISO 100-6400 ISO 100-6400 ISO 100-3200* Basismodi Varieert per opnamemodus...
  • Pagina 929 ISO-snelheid (aanbevolen belichtingsindex) in foto video-opname Handmatige instelling ISO-snelheid voor video's ISO-snelheid Normale ISO-snelheid ISO 100-12800 (met tussenstappen van 1/3 of 1 stop) Uitgebreide ISO-snelheid H (gelijk aan ISO 16000-25600) (in tussenstappen van 1/3 stop) * Als de maximale en minimale ISO-snelheid handmatig wordt ingesteld, komt die overeen met de instelling [ISO-snelh.bereik].
  • Pagina 930: Sluiterfunctionaliteit In Video-Opname

    Sluiter De sluiterfunctionaliteit bij foto's maken Type: Elektronisch gestuurde focal-planesluiter Rollende sluiter, met gebruik van de beeldsensor Sluitermodus Flitser Mechanische sluiter Mogelijk Elektronisch 1e gordijn Mogelijk Elektronische sluiter Uitgeschakeld Sluitertijd / X-synchronisatiesnelheid Sluitermodus Instellingsbereik Stap instellen X-synchronisatie Mechanische sluiter 1/4000-30 sec., bulb 1/3 stop, 1/2 stop 1/200 sec.
  • Pagina 931: Ingebouwde Flitser

    Ingebouwde flitser Type: Inklapbare flitser Inklapmethode: Handmatig Richtgetal: Richtgetal van circa 6 (ISO 100/m) Flitsbelichtingscorrectie: ±2 in tussenstappen van 1/3 stop Buiten flitsbereik (voorbeeld) (Circa) Lens: RF-S18-45 mm F4.5-6.3 IS STM ISO-snelheid Groothoekkant f/4.5 Tele-zijde f/6.3 0,2-1,1 0,4-0,8 1600 0,4-4,4 0,4-3,2 25600 1,8-17,8...
  • Pagina 932: Transport

    Externe flitser Contacten van de accessoireschoen: 21 pins voor accessoires compatibel met de multifunctieschoen, 5 pins voor X-synchronisatie en communicatie Flitsbelichtingscorrectie: ±3-stops met tussenstappen van 1/3 of 1/2 stop Transport Transportmodus en continue opnamesnelheid Elektronisch 1e Transportmodi Werkingsmodi Mechanische sluiter Elektronische sluiter gordijn Enkelbeeld...
  • Pagina 933: Beeld Overnemen Van 4K-Video's

    RAW-beeldverwerking in de cloud Een functie voor het uploaden van beelden op image.canon voor RAW-beeldverwerking in de cloud. Vereist enige voorbereiding, zoals het koppelen van de camera en het indienen van informatie voor facturatie. Beeld overnemen van 4K-video's Individuele frames van 4K video's die met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden opgeslagen als foto's van circa 8,3 megapixel (3840×2160) (JPEG of HEIF*).
  • Pagina 934: Digital-Aansluiting

    Externe interface Digital-aansluiting Type terminal USB Type-C Transmissie Gelijk aan Hi-Speed USB (USB 2.0) • Voor computercommunicatie / smartphonecommunicatie Applicaties • Acculaden / cameravoeding via USB HDMI-uitgangterminal: HDMI micro OUT-aansluiting (Type D) Externe microfooningang: Uitgerust met stereoministekker van 3,5 mm diameter Aansluiting afstandsbediening: Afstandsbediening RS-60E3 type terminal ondersteund...
  • Pagina 935 * 1: Voldoet aan CIPA-richtlijnen. * 2: Gebaseerd op CIPA-richtlijnen, voldoet aan Canon-teststandaarden. * Met gebruik van een nieuwe of volledig opgeladen LP-E17 met een SD-kaart die voldoet aan de Canon- teststandaarden. * Het aantal beschikbare opnamen kan sterk variëren afhankelijk van de opnameomgeving.
  • Pagina 936: Beschikbare Bedieningstijd

    Beschikbare bedieningstijd Beschikbare Gebruiksomstandigheden Temperatuur bedieningstijd Circa 2 uur en 40 Beschikbare tijd voor bulb-belichting +23°C min. Circa 2 uur en 50 Tijd beschikbaar voor Live View-weergave (opname op scherm) +23°C min. +23°C Circa 2 uur en Tijd beschikbaar voor •...
  • Pagina 937: Afmetingen En Gewicht

    Afmetingen en gewicht Afmetingen (W) × (H) × (D) Circa 122,5 × 87,8 × 83,4 mm * Op basis van CIPA-richtlijnen. Gewicht Behuizing (inclusief accu en SD-kaart) Circa 429 g * Op basis van CIPA-richtlijnen. Alleen behuizing Circa 382 g * Exclusief cameradop of schoenkapje.
  • Pagina 938: Wi-Fi-Communicatie (Wireless Lan)

    De specificaties en de vormgeving van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als er zich een probleem voordoet met een niet-Canon-lens die is bevestigd op de camera, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de betreffende lens.
  • Pagina 939: Handelsmerken En Licenties

    ® Het Bluetooth -woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Canon Inc. is onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaars. USB Type-C™ en USB-C™ zijn handelsmerken van USB Implementers Forum.
  • Pagina 940: About Mpeg-4 Licensing

    About MPEG-4 Licensing “This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video.
  • Pagina 941 Het gebruik van originele Canon accessoires wordt aanbevolen Dit product is zodanig ontworpen dat het optimale prestaties levert wanneer het wordt gebruikt in combinatie met originele Canon-accessoires. Het is zeer raadzaam dit product te gebruiken met originele Canon-accessoires. Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals defecten, brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door storingen van niet-originele Canon accessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een accu).

Inhoudsopgave