Inhoudsopgave
Advertenties
Stille Live View-opnamen N
U kunt de bedieningskenmerken voor het transport en de sluiter
aanpassen aan opname-omstandigheden of het gebruikte objectief.
Modus 1
z
Maakt stiller opnemen mogelijk dan met [Uitschakelen]. Het is ook
mogelijk om continue opnamen te maken.
Modus 2
z
Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er slechts één
opname gemaakt. Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, kan de
camera verder niet worden bediend. Dit maakt stiller opnemen
mogelijk en de werking hervat zodra u de ontspanknop weer tot half
ingedrukt terugbrengt. Ook wanneer continue opname is ingesteld,
kan er slechts één opname worden gemaakt.
Uitschakelen
z
Stel dit in op [Uitschakelen] als u een TS-E objectief gebruikt om de lens te
verschuiven of te kantelen of wanneer u een tussenring gebruikt. Als [Modus
1] of [Modus 2] is ingesteld, wordt mogelijk de standaardbelichting niet bereikt of
kan een onregelmatige belichting optreden.
Onscherpe beeldgebieden kunnen onvolledig zijn bij opnemen bij
o
het maximale diafragma bij korte sluitertijden. Als de weergave van
onscherpe gebieden u niet bevalt, kunt u betere resultaten krijgen door
als volgt op te nemen:
• Opnemen met [ z 6: Stille LV-opname] ingesteld op [Uitschakelen]
• Opnemen met stille sluiter
• De sluitertijd verlengen
• De diafragmawaarde vergroten
Als [Modus 2] is ingesteld en u gebruikt een draadloze afstandsbediening (apart
o
verkrijgbaar, pag. 174), dan is de bediening gelijk aan [Modus 1].
150
1
Selecteer [ z 6: Stille LV-opname].
2
Stel een optie in.
Selecteer een optie en druk
z
vervolgens op < 0 >.
Advertenties
Inhoudsopgave
