[ 2 5]
Lenssturing bij AF onmogelijk
z
Als niet kan worden scherpgesteld met automatische scherpstelling,
kunt u de camera naar de juiste scherpstelling laten zoeken of laten
stoppen met zoeken.
[ON] Continu scherpstellen
Als er niet met automatische scherpstelling kan worden
scherpgesteld, blijft de lens naar de juiste scherpstelling zoeken.
[OFF] Stop scherpstellen
Als de automatische scherpstelling start, maar het resultaat
onacceptabel is of achterwege blijft, stopt de lens. Dit voorkomt
dat het beeld extreem onscherp wordt doordat de camera naar
de juiste scherpstelling blijft zoeken.
Als scherpstel zoek-drive wordt uitgevoerd terwijl u gebruikmaakt van een
telelens of een andere lens met een breed scherpsteltransportbereik, wordt
scherpstelling mogelijk onscherp en kan het scherpstellen de volgende keer
langer duren. Het instellen van [Stop scherpstellen] wordt aanbevolen.
1
Selecteer [ 2 5: Obj.sturing bij AF
onmogelijk].
2
Selecteer een item.
AF-functies aanpassen
297