Druk op de toetsen < Y > en < Z > om
z
een [Tijdverschil] te selecteren en
druk vervolgens op < 0 >.
Druk op de toetsen < W > en < X >
z
om uw keuze in te stellen en druk
vervolgens op < 0 >.
Druk na het invoeren van de tijdzone
z
of het tijdverschil op de toetsen < Y >
en < Z > om [OK] te selecteren en
druk vervolgens op < 0 >.
3
Stel de datum en de tijd in.
Druk op de pijltjestoetsen < Y > en
z
< Z > om een item te selecteren en
druk vervolgens op < 0 >.
Druk op de toetsen < W > en < X >
z
om uw keuze in te stellen en druk
vervolgens op < 0 >.
4
Stel de zomertijd in.
Stel dit naar wens in.
z
Druk op de pijltjestoetsen < Y > < Z > om [ Y ]
z
te selecteren en druk vervolgens op < 0 >.
Druk op de pijltjestoetsen < W > en < X > om [ Z ]
z
te selecteren en druk vervolgens op < 0 >.
Wanneer zomertijd is ingesteld op [ Z ],
z
zal de tijd die is ingesteld in stap 3 met 1
uur vooruitgaan. Als [ Y ] wordt inge-
steld, wordt de zomertijd uitgeschakeld
en wordt de tijd één uur teruggezet.
5
Verlaat de instelling.
Druk op de pijltjestoetsen < Y > en
z
< Z > om [OK] te selecteren.
De datum, tijd en tijdzone instellen
381