Flikkeringen reduceren N
Als u bij fel licht zoals TL-licht een opname maakt met hogere
sluitertijd, veroorzaakt het flikkeren van de lichtbron flikkeringen in de
opname en kan deze verticaal ongelijk belicht zijn. Als onder deze
omstandigheden continue opname wordt gebruikt, kan dit resulteren in
ongelijke belichtingen of kleuren op de opnamen. Met deze functie kan
de camera de flikkerfrequentie detecteren en opnames maken waarbij
belichting en kleuren minder worden beïnvloed door flikkeren.
Met [Inschakelen] ingesteld wordt de ontspanvertraging groter als u bij
o
een flikkerende lichtbron opneemt. Ook kan de snelheid bij continue
opname afnemen en kan het opname-interval onregelmatig worden.
Flikkering bij een andere frequentie dan 100 Hz of 120 Hz kan niet
o
worden gedetecteerd. Als de flikkeringsfrequentie van de lichtbron
verandert tijdens continue opname, kunnen de effecten van de flikkering
bovendien niet worden verminderd.
1
Selecteer [ z 6:
Antiknipperopname].
2
Selecteer [Inschakelen].
3
Maak de opname.
Om flikkeren handmatig te detecteren
z
nadat de instelling is veranderd in
[Inschakelen] of als de lichtbron
verandert, drukt u voor het opnemen
op de knop < Q >, selecteer
[Antiknipperopname] en druk op de
knop < B >.
De opname wordt genomen op
z
het moment dat het flikkeren een
minimaal effect heeft op de belichting
of kleurtoon.
115