Afdrukinstellingen
De schermweergave en instellingsopties verschillen per printer.
Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Scherm met printinstellingen
(1)
Hiermee schakelt u het afdrukken van datum of bestandsnummer in of uit
(pag. 477).
(2)
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 477).
(3)
Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in (pag. 478).
(4)
Hiermee stelt u het printgebied in (pag. 479).
(5)
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in (pag. 476).
(6)
Hiermee gaat u terug naar het beeldselectiescherm.
(7)
Hiermee start u het printen.
(8)
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld,
worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld het
printen van de datum en het bestandsnummer of het bijsnijden, mogelijk
niet worden geselecteerd.
Papierinstellingen
(8)
Selecteer [Papier inst.].
z
Verbinden met een printer via Wi-Fi
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
475