o
o
Verschillen tussen de modi [ d ] en [ A ]
In de modus [ A ] worden veel functies, zoals de AF-bediening en
o
de meetmethode, automatisch ingesteld om mislukte opnamen te
voorkomen. U kunt slechts een beperkt aantal functies instellen. In de
modus [ d ] worden daarentegen alleen de sluitertijd en het diafragma
automatisch ingesteld. U kunt de AF-bediening, de meetmethode en
andere functies naar wens instellen.
Programmakeuze
In de modus [ d ] kunt u naar wens de door de camera automatisch
o
ingestelde combinatie van sluitertijd en diafragma (het programma)
wijzigen en toch dezelfde belichting handhaven. Dit heet
programmakeuze.
Voor programmakeuze drukt u de ontspanknop half in en draait
o
u vervolgens aan het instelwiel < 6 > tot de gewenste sluitertijd of
diafragmawaarde wordt weergegeven.
Programmakeuze wordt automatisch geannuleerd als de meettimer
o
afloopt (de weergave van de belichtingsinstelling wordt uitgeschakeld).
Programmakeuze kan niet worden gebruikt met de flitser.
o
Als de sluitertijd "30"" en het laagste f-getal knipperen,
is sprake van onderbelichting.
Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser.
Als de sluitertijd "1/8000" en het hoogste f-getal
knipperen, is sprake van overbelichting.
Verlaag de ISO-snelheid of gebruik een ND-filter
(afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die
op de lens valt te verminderen.
AE-programma
133