C.Fn2
Sluitertijdbereik instellen
U kunt het sluitertijdbereik instellen. In de modus [ t ], [ s ] en [ a ] kunt
u de sluitertijd handmatig instellen binnen uw opgegeven bereik. In de
modus [ d ] en [ f ] of in de modus [ t ] met de sluitertijd ingesteld op
[AUTO], wordt de sluitertijd automatisch ingesteld binnen uw opgegeven
bereik (behalve bij movie-opnames). Selecteer [OK] om de instelling te
registreren.
[Langste tijd]
Instelbaar binnen het bereik 30 sec.–1/4000 sec.
[Kortste tijd]
Instelbaar binnen het bereik 1/8000 sec.–15 sec.
Diafragmabereik instellen
U kunt het diafragmabereik instellen. In de modus [ t ], [ f ], [ a ] en
[BULB] kunt u het diafragma handmatig instellen binnen uw opgegeven
bereik. In de modus [ d ] en [ s ], of in de modus [ t ] met diafragma
ingesteld op [AUTO], wordt het diafragma automatisch binnen uw
opgegeven bereik ingesteld. Selecteer [OK] om de instelling te registreren.
[Grootste diafr.(min.f/)]
Instelbaar binnen het bereik f/1.0–f/64.
[Kleinste diafr.(max.f/)]
Instelbaar binnen het bereik f/91–f/1.4.
Het beschikbaar diafragmabereik verschilt afhankelijk van het minimale en
maximale diafragma van het objectief.
Persoonlijke voorkeuze-instellingen
547