AF-functies aanpassen
Automatisch schakelen tussen AF-punten
z
0
Standaardinstelling voor geleidelijke overschakeling tussen AF-
punten.
+2 / +1
Wanneer het onderwerp zich met hoge snelheid omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts en van het AF-punt vandaan verplaatst,
schakelt de camera zelfs automatisch over naar omringende AF-
punten om op het gevolgde onderwerp te blijven scherpstellen.
De camera schakelt over naar het AF-punt dat het meest
waarschijnlijk zal scherpstellen op het onderwerp, uitgaand van
de voortdurende verplaatsing van het onderwerp, het contrast,
enzovoort. Bij instelling +2 zal de camera eerder van AF-punt
wisselen dan bij instelling +1.
Als u een groothoeklens met een brede scherptediepte gebruikt
of als het onderwerp te klein in het kader is, kan de camera met
een verkeerd AF-punt scherpstellen.
290
Dit bepaalt de gevoeligheid voor het
wisselen van AF-punten bij het volgen
van een onderwerp dat zich met hoge
snelheid omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts beweegt.
Dit is van kracht als [ 2 1: AF-methode]
is ingesteld op [Face+volgen], [AF-
gebied uitbr.: Z ], [AF-geb. uitbr.:
omringen], [Zone-AF], [Grote zone-
AF: verticaal], of [Grote zone-AF:
horizont.].