Vergrote weergave
U kunt beelden vergroten die worden weergegeven voor [RAW-
verwerking aanp.] door op de knop < u > te drukken. De vergroting
is afhankelijk van de instelling [Beeldkwaliteit]. Met de pijltjestoetsen
< V > kunt u het vergrote beeld verticaal en horizontaal verschuiven.
Als u de vergrote weergave wilt beëindigen, drukt u nogmaals op de
knop < u >.
Opnamen met de instelling Aspect ratio
Het gebied van de opname binnen de aspect-ratio lijnen wordt
verwerkt voor opnamen die zijn vastgelegd met [ z 1: z Bijsnijden/
beeldverhouding] (pag. 80) ingesteld op [1:1 (aspectratio)],
[4:3 (aspectratio)], of [16:9 (aspectratio)]. JPEG-foto's gegenereerd
van RAW-beelden worden opgeslagen met de door u opgegeven
aspect ratio.
Dual Pixel RAW-opnamen
U kunt weliswaar de camera gebruiken om RAW-opnamen te
verwerken die zijn opgenomen met [ z 1: Dual Pixel RAW] ingesteld
op [Inschakelen] (pag. 78), maar de camera kan geen gebruik
maken van de Dual Pixel-gegevens bij het verwerken.
Wanneer u 1 of F opnamen met meervoudige belichting verwerkt,
kunnen bepaalde instellingen niet worden gewijzigd.
RAW-opnamen met de camera verwerken
5
Selecteer het weer te geven beeld.
Selecteer [Origineel beeld] of
z
[Bewerkt beeld].
De geselecteerde opname wordt
g
weergegeven.
341