Een beeldstijl aanpassen N
U kunt de beeldstijlen aanpassen. U kunt beeldstijlinstellingen
aanpassen zoals [Contrast] of [Scherpte] ([Sterkte], [Details] en
[Drempel]). Maak testopnamen om het resultaat te bekijken. Zie
pagina 94 voor het aanpassen van [Monochroom].
92
1
Selecteer [ z 4: Beeldstijl].
2
Selecteer een beeldstijl.
Selecteer de beeldstijl die u wilt
z
aanpassen en druk vervolgens op de
knop < B >.
3
Selecteer een item.
Selecteer een item (zoals [Sterkte]
z
in [Scherpte]) en druk vervolgens op
< 0 >.
Zie de volgende pagina voor
z
informatie over de instellingen en
effecten.