Helderheid en contrast automatisch corrigeren N
Als het beeld donker is of het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het
contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto
Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is
[Standaard]. In de modus [ A ] is [Standaard] automatisch ingesteld.
Ruis kan toenemen en de scherpte kan veranderen onder bepaalde
o
opname-omstandigheden.
Als het effect van Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
o
te sterk is en de opname komt niet overeen met uw voorkeurs-
helderheid, stelt u [Zwak] of [Deactiveren] in.
Als een andere optie dan [Deactiveren] is ingesteld en u gebruikmaakt van
o
belichtingscorrectie of flitsbelichtingscorrectie om de opname donkerder
te maken, kan de opname nog steeds licht uitvallen. Als u een kortere
belichting wilt, dient u deze optie eerst op [Deactiveren] in te stellen.
De maximale opnamereeks is kleiner met [Hoog]. Opname op de kaart
o
duurt ook langer.
Als u in stap 2 op de knop < B > drukt en het vinkje [ X ] verwijdert voor
[Uitges. in modus M of B], kan de [ z 3: Auto Lighting Optimizer/ z 3:
Auto optimalisatie helderheid] eveneens worden ingesteld zelfs in de
modi [ a ] en [BULB].
104
1
Selecteer [z3: Auto Lighting
Optimizer/z3: Auto optimalisatie
helderheid].
2
Stel een correctie-optie in.
Selecteer een optie en druk
z
vervolgens op < 0 >.
3
Maak de opname.
De opname wordt indien nodig
g
vastgelegd met gecorrigeerd(e)
helderheid en contrast.