i : De ISO-snelheid instellen voor foto's N
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op
de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de modus [ A ]
wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 608).
Raadpleeg pagina 614 voor meer informatie over de ISO-snelheid
tijdens movie-opnamen.
Om het beschikbare ISO-snelheidsbereik uit te breiden van L
(equivalent met ISO 50) tot H1 (equivalent met ISO 51200) of H2
(equivalent met ISO 102400), moet u [ISO-snelh.bereik] aanpassen
onder [ z 3: z ISO snelheidsinst.] (pag. 85).
1
Druk op de knop < B >
Druk op de knop <
z
op het scherm wordt weergegeven.
2
Selecteer de optie ISO-snelheid.
Draai aan het instelwiel < 5 > om de
z
optie ISO-snelheid te selecteren.
3
Stel de ISO-snelheid in.
Draai aan het hoofdinstelwiel < 6 >
z
om de instelling te kiezen.
De ISO-snelheid kan worden ingesteld
z
op een waarde van ISO 100 tot en
met ISO 40000, met tussenstappen
van 1/3 stops.
Selecteer [AUTO] om de ISO-
z
snelheid automatisch in te stellen.
Zie pagina 608 voor informatie over
z
het Bereik ISO auto.
.
( 9 )
> als een beeld
B
83