AF-functies aanpassen N
[ 2 3]
Trackinggevoeligheid
z
0
Standaardinstelling. Geschikt voor bewegende onderwerpen in
het algemeen.
Vergrendeld: -2/Vergrendeld: -1
De camera blijft proberen scherp te stellen op het onderwerp,
zelfs wanneer een obstakel voor de AF-punten komt of het
onderwerp zich van de AF-punten vandaan beweegt. De instelling
-2 zorgt ervoor dat de camera het onderwerp langer blijft volgen
dan bij de instelling -1.
Als de camera echter op het verkeerde onderwerp scherpstelt,
duurt het wellicht iets langer om over te schakelen en op het
gewenste onderwerp scherp te stellen.
Gevoelig: +2/Gevoelig: +1
De camera kan opeenvolgend scherpstellen op onderwerpen
op verschillende afstanden die binnen het bereik van de AF-
punten vallen. Dit is ook effectief als u altijd wilt scherpstellen
op het onderwerp dat zich het dichtst bij u bevindt. De instelling
+2 is gevoeliger dan de instelling +1 wanneer u op het volgende
onderwerp scherpstelt.
De kans is echter groter dat de camera op een onbedoeld
onderwerp scherpstelt.
288
U kunt de trackinggevoeligheid instellen,
wat invloed heeft op de reactie op
voorwerpen die over AF-punten
bewegen of op onderwerpen die tijdens
Servo AF uit AF-punten verdwijnen.