Let op
Neemt de boordspanning af, dan schakelt de stoelverwarming automatisch uit
» pag.
283, Automatische verbruikersuitschakeling - ontlaadbeveiliging van de
accu.
Stuurwielverwarming
Afb. 100 Stuurwielverwarming: Handmatige airconditioning / Climatro-
nic
Verwarming in- en uitschakelen (geldt voor de handmatige airconditioning)
›
Op het infotainment in het menu
tippen.
Verwarming in- en uitschakelen (geldt voor de Climatronic)
›
De toets op de Climatronic indrukken, aansluitend de functietoets
» afb. 100
aantippen.
Bij ingeschakelde verwarming is het symbool in de functietoets
De stuurwielverwarming werkt alleen als de motor draait.
Verwarmingsvermogen instellen (geldt voor de Climatronic)
›
De toets op de Climatronic indrukken, aansluitend de functietoets →
Stuurwielverwarming op het infotainmentbeeldscherm aantippen.
›
Het verwarmingsvermogen instellen.
Het verwarmingsvermogen wordt aangegeven door het aantal segmenten in
het controlelampje
» afb.
100.
C
94
Bediening
/ de functietoets
A
» afb. 100
oranje.
B
Stuurwielverwarming samen met de bestuurdersstoelverwarming (geldt
voor de Climatronic)
›
Voor het activeren/deactiveren van de stuurwielverwarming samen met de
bestuurdersstoelverwarming de toets op de Climatronic indrukken, aan-
sluitend de functietoets → Stoel- en stuurwielverwarming koppelen op het info-
tainmentbeeldscherm aantippen.
›
Voor het in-/uitschakelen van de stuurwielverwarming de toets voor de be-
stuurdersstoelverwarming indrukken.
Wordt de stuurwielverwarming samen met de bestuurdersstoelverwarming in-
geschakeld, dan wordt op het infotainmentbeeldscherm de functietoets
weergegeven. Hiermee kan de stuurwielverwarming worden uit-/ingescha-
keld.
aan-
B