Proactieve inzittendenbescherming (Crew Protect Assist)
Inleiding voor het onderwerp
De proactieve inzittendenbescherming (hierna systeem) verhoogt de veiligheid
van de inzittenden op de voorstoelen in situaties die tot een aanrijding of tot
het over de kop slaan kunnen leiden.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen
in acht te worden genomen
» pag. 223,
werp.
Let op
De levensduur van de systeemcomponenten wordt elektronisch bewaakt.
Meer informatie
» pag.
44,
Veiligheidssystemen.
Werking
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 255.
In kritische rijsituaties (bijvoorbeeld bij een noodstop of een plotselinge veran-
dering van rijrichting) kunnen de volgende maatregelen afzonderlijk of tegelij-
kertijd plaatsvinden om het risico van ernstig letsel te verminderen.
De omgegespte veiligheidsgordels voor bijrijder en bestuurder worden auto-
▶
matisch dicht over het lichaam gespannen.
▶
Geopende elektrisch bediende ruiten worden automatisch tot een spleet van
ongeveer 5 cm vanaf de rand gesloten.
▶
Het schuif-kanteldak wordt gesloten.
Zodra de kritische rijsituatie voorbij is, worden de veiligheidsgordels weer ont-
spannen.
Het systeem heeft twee beschermingsniveaus.
Het eerste beschermingsniveau
Het systeem grijpt reeds in situaties die bij een dynamische rijstijl kunnen op-
treden. Hierbij helpt het de bestuurder en de bijrijder in de juiste zitpositie te
houden.
in alinea Inleiding voor het onder-
Het eerste beschermingsniveau kan op een van de volgende manieren worden
gedeactiveerd.
▶
Op het infotainment in het menu
systeem aantippen.
▶
Deactivering van de ASR
» pag.
▶
Door het selecteren van de rijmodus Sport
Door het selecteren van de rijmodus Offroad
▶
Na het uit- en inschakelen van het contact worden de beide beschermingsni-
veau's van het systeem geactiveerd.
Het tweede beschermingsniveau
Het systeem grijpt pas in als de situatie als zeer kritiek wordt beoordeeld (bv.
een noodstop bij hoge snelheid).
Dit beschermingsniveau kan niet worden gedeactiveerd.
Wagens met het systeem Front Assist
Bij wagens met het systeem Front Assist kan een systeemingreep ook gebeu-
ren als het gevaar voor een ongeval met een vóór de wagen staand obstakel
wordt herkend.
Rijstrookassistent (Lane Assist)
Inleiding voor het onderwerp
Lane Assist (hierna systeem) helpt om de wagen tussen de begrenzingslijnen
van een rijstrook te houden.
Het systeem herkent de begrenzingslijnen van de rijstrook met behulp van een
sensor
» afb.
291.
/ de functietoets → Bestuurdershulp-
225.
» pag.
254.
» pag.
226.
Afb. 291
Sensor voor Lane Assist
Hulpsystemen
255