De veiligheidsgordels worden bij een ongeval met een bepaalde hevigheid door
de gordelspanner gespannen, zodat een ongewenste lichaamsbeweging wordt
voorkomen.
Bij een koprol, bij lichte botsingen en bij ongevallen waarbij geen grote krach-
ten werkzaam zijn, vindt er geen activering van de gordelspanners plaats.
ATTENTIE
Alle werkzaamheden aan het gordelspannersysteem evenals het in- en
■
uitbouwen van systeemonderdelen voor andere reparatiedoeleinden mo-
gen alleen door een specialist worden uitgevoerd.
Als de gordelspanners werden geactiveerd, moet het systeem worden
■
vervangen.
Let op
De gordelspanners kunnen ook bij niet gedragen veiligheidsgordels worden
■
geactiveerd.
Bij het activeren van de gordelspanners komt rook vrij. Dat is geen teken dat
■
de wagen in brand staat.
Gordelspanners met voorspanning
Veiligheidsgordels met voorspanning, als onderdeel van de proactieve inzitten-
denbescherming, verhogen de veiligheid voor de gordeldragende bestuurder
en bijrijder.
Door de veiligheidsgordels met voorspanning wordt de veiligheidsgordel tij-
dens kritische rijomstandigheden automatisch dicht tegen het lichaam getrok-
ken en vervolgens weer ontspannen.
Meer informatie
» pag.
255, Proactieve inzittendenbescherming (Crew Protect
Assist).
26
Veiligheid
Airbagsysteem
Beschrijving van het airbagsysteem
Inleiding voor het onderwerp
Het airbagsysteem biedt als aanvulling op de veiligheidsgordels een extra inzit-
tendenbescherming bij ernstige aanrijdingen van voren en van opzij.
De optimale beschermende werking van de airbag wordt alleen in combina-
tie met de omgegespte veiligheidsgordel bereikt, de airbag is geen vervan-
ging voor de veiligheidsgordels.
De toestand van het airbagsysteem wordt door het controlelampje
strumentenpaneel weergegeven
Systeembeschrijving
Afb. 21 Inbouwplaatsen van de airbags
Inbouwplaatsen van de airbags
Voorairbags
A
Bestuurdersknie-airbag
B
Zij-airbags voorin
C
Zij-airbags achterin
D
Hoofdairbags
E
» pag.
44.
» afb. 21
in het in-