Advertenties
Informatie over de koelfunctie
Na het indrukken van de toets gaat het controlelampje onder de toets
branden, ook als niet aan alle voorwaarden voor de koelfunctie is voldaan. De
koelfunctie wordt ingeschakeld, zodra aan de volgende voorwaarden is vol-
daan
» pag.
119.
Als de luchtverdeelregelaar in de stand wordt gedraaid, wordt de koelfunc-
tie ingeschakeld.
Let op
Om voldoende warmtecomfort te garanderen, kan tijdens de werking van de
handbediende airconditioning onder omstandigheden het stationair toerental
worden verhoogd.
Climatronic (automatische airconditioning)
Afb. 158 Bedieningselementen van de Climatronic
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 119.
Afzonderlijke functies kunnen worden ingesteld resp. ingeschakeld door de
draaiknop te draaien of de betreffende toets in te drukken
Weergave van de ingestelde temperatuur voor de linkerzijde
A
Weergave van de ingestelde temperatuur voor de rechterzijde
B
Luchtuitstroomrichting instellen
C
1)
Geldt voor wagens met links stuur.
2)
Geldt voor wagens met rechts stuur.
120
Bediening
» afb.
158.
» pag. 123
Aanjagertoerental instellen (de instelling wordt door het aantal brandende
D
controlelampjes in de draaiknop weergegeven)
▶
Linksom draaien: toerental verlagen tot het uitschakelen van de Clima-
tronic
▶
Rechtsom draaien: toerental verhogen
Temperatuur voor de linkerzijde (resp. voor beide zijden) instellen
E
▶
Temperatuur verlagen /
Temperatuur voor de rechterzijde (resp. voor beide zijden) instellen
F
Temperatuur verlagen /
▶
Afhankelijk van de uitrusting:
G
▶
Interieurvoorverwarming en - ventilatie in-/uitschakelen
Climatronic uitschakelen
▶
Interieurtemperatuursensor
H
Circulatiefunctie in-/uitschakelen
Intensieve luchtstroom naar de voorruit in-/uitschakelen (bij het inscha-
kelen wordt ook de luchtstroom naar de ruiten en ingeschakeld)
Achterruitverwarming in-/uitschakelen
Voorruitverwarming in-/uitschakelen
Climatronic in het infotainment instellen (bij enkele functies ook bedie-
nen)
Temperatuur in complete interieur met de temperatuurinstelling voor de
bestuurderszijde synchroniseren
Automatische regeling inschakelen
Koelfunctie in-/uitschakelen
Als de functie ingeschakeld is, brandt in resp. onder de toets een controle-
lampje.
Temperatuur instellen
De temperatuur kan op het Climatronic-bedieningselement of in het infotain-
ment worden ingesteld
» pag.
121. Tussen 16 °C en 29,5 °C wordt de tempe-
ratuur automatische geregeld.
Bij een temperatuurinstelling onder 16 °C gaat in de temperatuurmeter
branden, de Climatronic werkt met maximale koelcapaciteit.
Temperatuur verhogen
Temperatuur verhogen
» pag. 122
» pag. 80
» pag. 80
» pag. 121
1)
2)
» pag. 124
Advertenties
