Verzorging en onderhoud
Inleiding voor het onderwerp
Regelmatig en deskundig onderhoud is belangrijk voor de waardevastheid van
de wagen.
Bij gebruik van onderhoudsmiddelen de gebruiksvoorschriften op de verpak-
king in acht nemen. Wij adviseren u de conserveringsmiddelen uit het originele
ŠKODA accessoireprogramma te gebruiken.
ATTENTIE
Bij verkeerde toepassing kunnen onderhoudsmiddelen schadelijk zijn voor
■
de gezondheid.
Onderhoudsmiddelen altijd veilig bewaren voor personen die niet volledig
■
zelfstandig zijn, bijvoorbeeld kinderen - er bestaat gevaar voor vergiftiging!
VOORZICHTIG
Op het lakoppervlak geen insectensponsjes, schuursponsjes en dergelijke ge-
■
bruiken - gevaar voor beschadiging van de lak.
Geen agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebrui-
■
ken - gevaar voor beschadiging van het te reinigen materiaal.
Let op
Wij adviseren u de wagen door een ŠKODA Servicepartner te laten reinigen en
onderhouden.
Wassen van de wagen
Lees en bekijk eerst
en
De beste bescherming van de wagen tegen schadelijke milieu-invloeden is de
wagen vaak te wassen.
Hoe langer insectenresten, vogelpoep, wegenzout en andere agressieve afzet-
tingen op de lak blijven zitten, des te schadelijker dit is. Hoge temperaturen,
bv. door intensieve zonnestraling, versterken de bijtende werking.
Na het einde van het koude jaargetijde moet ook de onderzijde van de wagen
grondig worden gereinigd.
270
Raadgevingen voor het gebruik
op bladzijde 270.
Met de hand wassen
De wagen van boven tot onder met een zachte spons of washandschoen en
veel water evt. met de daarvoor bedoelde schoonmaakmiddelen wassen. De
spons of de washandschoen met korte tussenpozen grondig uitspoelen.
Voor de wielen, dorpels en de onderzijde van de wagen een andere spons ge-
bruiken.
De wagen na het wassen grondig afspoelen en vervolgens drogen met een
daarvoor bedoelde doek.
Automatische wasinstallatie
Vóór het wassen van de wagen moeten de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen
(sluiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak en dergelijke) worden genomen.
Als uw wagen is voorzien van speciale aanbouwdelen (bv. spoilers, dakdragers,
autotelefoonantenne) kunt u het beste vooraf contact opnemen met de ex-
ploitant van de wasinstallatie.
Na het wassen van de wagen in een wasinstallatie met aansluitende conserve-
ring dienen de ruitenwisserbladen met speciaal hiervoor bedoelde reinigings-
middelen te worden gereinigd en ontvet.
Hogedrukreiniger
Bij het wassen van de wagen met een hogedrukreiniger moeten de instructies
voor de hogedrukreiniger worden opgevolgd. Dit geldt met name voor aanwij-
zingen met betrekking tot de druk en de spuitafstand tot het wagenopper-
vlak.
ATTENTIE
Wassen van de wagen in de winter: Vocht en ijs in het remsysteem kun-
■
nen een nadelig effect op de remwerking hebben - gevaar voor ongevallen!
Bij het reinigen van de bodem of de binnenzijde van de wielkasten voor-
■
zichtig te werk gaan - gevaar voor verwondingen aan scherpe randen van
metalen delen!
VOORZICHTIG
De wagen niet in de felle zon wassen, bij het wassen geen druk op de carros-
■
serie uitoefenen. De temperatuur van het water mag maximaal 60 °C bedra-
gen, omdat anders de lak van de wagen kan worden beschadigd.
Vóór het rijden door een wasstraat de buitenspiegels inklappen - gevaar voor
■
beschadiging.