Advertenties
Beschrijving van de functietoetsen
In-/uitschakelen van de sfeerverlichting
A
Activering van helderheidsinstelling voor alle gedeeltes tegelijkertijd
B
Activering van de helderheidsinstelling voor het linkerdeel van het dash-
C
board
Activering van de helderheidsinstelling voor het rechterdeel van het dash-
D
board
Activering van de helderheidsinstelling voor de voetenruimtes
E
Activering van de helderheidsinstelling voor de voorportieren
F
Keuze tussen kleuropties / helderheidsinstelling
G
Functietoetsen voor het selecteren van de verlichtingskleur / helderheids-
H
instelling
Voor de weergave van
,
,
B
C
D
Wagens met rijmodusselectie
Bij wagens met rijmodusselectie
handmatig worden ingeschakeld
matisch gewijzigd door wijziging van de rijmodus of handmatig door het kiezen
van een van de kleuropties. In de modus Individual wordt de laatst gekozen
kleur weergegeven.
Let op
De instelling van de sfeerverlichting wordt (afhankelijk van het infotainmentty-
pe) in het actieve gebruikersaccount voor de personalisering opgeslagen
58.
Zicht
Inleiding voor het onderwerp
ATTENTIE
Aan de zonnekleppen mogen geen voorwerpen worden bevestigd, die het
zicht beperken of bij plotseling remmen of bij een botsing een gevaar voor
de inzittenden kunnen vormen.
80
Bediening
» afb. 72
,
en
de functietoets aantippen.
E
F
» pag. 252
kan de verlichting automatisch of
» afb.
72. De verlichtingskleur wordt auto-
A
Voor- en achterruitverwarming
Afb. 73 Toetsen voor de achterruit- en voorruitverwarming: Climatro-
nic / handmatige airconditioning
Lees en bekijk eerst
De verwarming dient voor de ontwaseming resp. beluchting van de voor-/ach-
terruit.
De verwarming werkt alleen als de motor draait.
Toetsen voor de verwarming (afhankelijk van de wagenuitrusting)
Voorruitverwarming in-/uitschakelen
Achterruitverwarming in-/uitschakelen
Als de verwarming ingeschakeld is, brandt in resp. onder de toets een lampje.
» pag.
Na 10 minuten schakelt de verwarming automatisch uit.
Als bij ingeschakeld contact de motor wordt afgezet en binnen 10 minuten
weer wordt gestart, dan wordt de verwarming voortgezet.
Let op
Daalt de boordspanning, dan schakelt de verwarming automatisch uit
■
283, Automatische verbruikersuitschakeling - ontlaadbeveiliging van de accu.
Indien het lampje in resp. onder de toets knippert, vindt geen verwarming
■
plaats door een te lage accuspanning.
Wanneer de Climatronic herkent dat de voorruit zou kunnen beslaan, wordt
■
de voorruitverwarming automatisch ingeschakeld. Deze functie kan op het Cli-
matronic-bedieningsgedeelte in het menu
deactiveerd.
op bladzijde 80.
→ worden geactiveerd/ge-
» afb. 73
» pag.
Advertenties
