Afb. 298 Stang met kogelkop: inzwenken
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 263.
De zwenkbare stang met kogelkop is niet afneembaar. De correcte vergrende-
ling in beide standen wordt door een controlelampje aangegeven.
Stang met kogelkop uitzwenken
›
Aan de schakelaar in pijlrichting
gelkop zwenkt in pijlrichting
2
schakelaar knippert.
›
De stang met kogelkop in pijlrichting
delt. Het controlelampje
in de schakelaar brandt.
Stang met kogelkop inzwenken
Op de stang met kogelkop mag geen aanhangwagen resp. geen ander acces-
soire aangekoppeld zijn. In het 13-polige stopcontact mag geen stekker of
adapter zijn ingestoken.
›
Aan de schakelaar in pijlrichting
kop wordt ontgrendeld en het controlelampje
›
De stang met kogelkop in pijlrichting
ze hoorbaar vergrendelt. Het controlelampje
Vergrendeling controleren
Bij onjuist vergrendelde stang met kogelkop knippert het controlelampje in de
schakelaar, na het inschakelen van het contact klinkt er een akoestisch signaal
en op het display in het instrumentenpaneel verschijnt een overeenkomstige
melding.
264
Rijden
» afb. 297
trekken
»
. De stang met ko-
1
naar buiten en het controlelampje
drukken, tot deze hoorbaar vergren-
3
» afb. 298
trekken. De stang met kogel-
4
in de schakelaar knippert.
onder de bumper inzwenken, tot de-
5
in de schakelaar brandt.
ATTENTIE
De trekhaak voorzichtig behandelen - gevaar voor verwondingen.
■
Bij het uitzwenken van de kogelkop niet in het midden van de achterbum-
■
per gaan staan, gevaar voor verwondingen aan de benen.
De schakelaar niet manipuleren, zolang er een aanhangwagen of een an-
■
der accessoire op de stang met kogelkop gekoppeld is. De stang met ko-
gelkop zou los kunnen raken - gevaar voor ongevallen en verwondingen.
Indien het controlelampje in de schakelaar niet brandt of knippert of als
■
de stang met kogelkop niet kan worden vergrendeld, dan deze niet gebrui-
ken. De hulp van een specialist inroepen.
Let op
Bij niet-gebruikte trekhaak de stang met kogelkop altijd onder de bumper in-
zwenken.
Kogeldruk bij gemonteerde accessoires
Lees en bekijk eerst
in de
Bij gebruik van accessoires (bv. een fietsendrager) moet de maximale lengte
hiervan evenals het maximaal toegestaan gewicht incl. belasting in acht wor-
den genomen.
De maximale lengte van het gemonteerde accessoire (vanaf de kogelkop van
de trekhaak gemeten) mag 70 cm niet overschrijden.
Het maximaal toegestane gewicht van het gemonteerde accessoire incl. bela-
ding komt overeen met de maximale kogeldruk bij aanhangwagengebruik.
Bedraagt de maximale kogeldruk bij aanhangwagengebruik meer dan 75 kg,
dan mag het maximaal toegestane gewicht van het gemonteerde accessoire
incl. belading 75 kg niet overschrijden.
Deze waarde geldt als het zwaartepunt van de belading zich op maximaal 30
cm van de kogelkop van de trekhaak bevindt.
Is de afstand van het zwaartepunt van de belading tot de kogelkop van de
trekhaak groter dan 30 cm, dan neemt het maximaal toegestane gewicht
van het accessoire inclusief belading af (bv. op een afstand van 60 cm tot
de kogelkop met ongeveer de helft).
op bladzijde 263.