De ruimte onder de variabele laadvloer kan voor het opbergen van kleinere
voorwerpen worden gebruikt. De maximaal toelaatbare belasting van de varia-
bele bagageruimtevloer in deze stand bedraagt 75 kg. Voor het transport van
zware voorwerpen moet de variabele bagageruimtevloer in de onderste stand
worden gezet.
"Inbouwstand"
Afb. 156 Inbouwstand van de variabele bagageruimtevloer
Om bv. gemakkelijker bij het reservewiel te komen, kan de variabele bagage-
ruimtevloer in de "inbouwstand" worden ingesteld.
›
De variabele bagageruimtevloer in bovenste stand instellen.
›
De variabele bagageruimtevloer aan greep
variabele bagageruimtevloer wordt bij
›
De variabele bagageruimtevloer in "geknikte" toestand in pijlrichting
zijbekleding
schuiven.
C
Vervoer op de dakdragers
De dakdwarsdragers kunnen afhankelijk van de uitrusting aan de dakreling
worden bevestigd.
Het uit- en inbouwen van de dakdwarsdragers gebeurt overeenkomstig de bij-
gevoegde handleiding.
Dakbelading
Het maximaal toegestane gewicht van de lading incl. de dragers is 75 kg.
118
Bediening
in pijlrichting
oplichten. De
A
1
"geknikt"
» afb.
156.
B
2
ATTENTIE
Ten behoeve van de verkeersveiligheid bij het vervoeren van lading op de
volgende aanwijzingen letten.
De lading op de dakdragers altijd gelijkmatig verdelen en op juiste wijze
■
met geschikte span- of sjorbanden bevestigen.
Bij het vervoeren van zware resp. grote voorwerpen op het dakdragersys-
■
teem kunnen de rijeigenschappen door de verplaatsing van het zwaarte-
punt veranderen. Uw rijstijl en snelheid daarom aan de omstandigheden
aanpassen.
De toegestane dakbelasting, de toegestane asbelastingen en het maxi-
■
maal toegestane gewicht van de wagen mogen in geen geval worden over-
schreden – gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Let erop dat het schuif-kanteldak of de achterklep bij het openen niet tegen
■
de daklading stoot.
Let erop dat de dakantenne niet door de vervoerde lading wordt geraakt.
■
Let op
Wij adviseren om dakdragers uit het ŠKODA accessoireprogramma te gebrui-
ken.
in de