Download Print deze pagina

Skoda KAROQ 2018 Instructieboekje pagina 121

Advertenties

Verwarming en ventilatie
Verwarming, handmatige airconditioning, Climatronic
Inleiding voor het onderwerp
De verwarming verwarmt en ventileert het interieur van de wagen. De aircon-
ditioning koelt en droogt het interieur.
Het verwarmingsvermogen is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, het
volledige verwarmingsvermogen wordt daarom pas bij bedrijfswarme motor
bereikt.
De koelfunctie werkt onder de volgende omstandigheden.
De koelfunctie is ingeschakeld.
De motor draait.
De buitentemperatuur ligt onder 2 °C.
De aanjager is ingeschakeld.
Bij ingeschakelde koelfunctie wordt het beslaan van de ruiten voorkomen.
Om de koelfunctie sneller te laten werken, kan kortstondig de circulatiefunctie
worden ingeschakeld
» pag.
122.
Gezondheidsbescherming
Om gezondheidsrisico's (bijvoorbeeld verkoudheid) te verminderen, de volgen-
de aanwijzingen voor het gebruik van de koelfunctie in acht nemen.
Het verschil tussen de temperatuur in het interieur en de buitentemperatuur
mag niet groter dan circa 5 °C zijn.
De koelfunctie moet ongeveer 10 minuten voor het einde van de rit worden
uitgeschakeld.
Een keer per jaar moet de airconditioning door een specialist worden gedes-
infecteerd.
ATTENTIE
Om het beslaan van de ruiten te voorkomen, moet de aanjager steeds in-
geschakeld zijn. Anders bestaat gevaar voor ongevallen.
Uit de luchtroosters kan bij ingeschakelde koelfunctie onder bepaalde
omstandigheden lucht met een temperatuur van circa 5 °C stromen.
Let op
De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij zijn van bv. ijs, sneeuw en bladeren,
zodat de verwarming en de koelfunctie optimaal kunnen werken.
Na het inschakelen van de koelfunctie kan condenswater van de verdamper
van de airconditioning lekken en onder de wagen een waterplas vormen. Dit
betekent niet dat er een lekkage aanwezig is!
Bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur wordt de koelfunctie uitgeschakeld
om de motorkoeling te kunnen garanderen.
Verwarming en handbediende airconditioning
Afb. 157 Bedieningselementen van de verwarming/airconditioning
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 119.
Afzonderlijke functies kunnen worden ingesteld resp. ingeschakeld door de
draaiknop te draaien of de betreffende toets in te drukken
Temperatuur instellen
A
Temperatuur verlagen /
Aanjagertoerental instellen (stand 0: aanjager uit, stand 6: hoogste toeren-
B
tal)
Luchtuitstroomrichting instellen
C
Afhankelijk van de uitrusting:
D
 Interieurvoorverwarming en - ventilatie in-/uitschakelen
 Voorruitverwarming in-/uitschakelen
Koelfunctie in-/uitschakelen

Achterruitverwarming in-/uitschakelen
Circulatiefunctie in-/uitschakelen
Bij ingeschakelde functie brandt onder de toets het controlelampje.
» afb.
157.
Temperatuur verhogen
» pag. 123
» pag. 80
» pag. 80
» pag. 122
Verwarming en ventilatie
» pag. 124
119

Advertenties

loading