Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Veiligheidsinterface; De Noodstop-Interface - Universal Robots UR-6-85-5-A Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UR-6-85-5-A:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het is in algemene zin van belang dat de signalen van de veiligheidsinterface
worden gescheiden van de signalen van de normale I/O-interface. De veilig-
heidsinterface mag bovendien nooit worden aangesloten op een PLC die geen
veiligheids-PLC is met het juiste veiligheidsniveau. Als deze regel niet wordt ge-
volgd, is een hoog veiligheidsniveau niet mogelijk, aangezien ´ e ´ en storing in een
normale I/O ervoor kan zorgen dat een veiligheidsstopsignaal niet tot een stop
leidt.

2.3 De veiligheidsinterface

Binnenin de regelkast zit een paneel met schroefklemmen. Het linkerdeel
(zwart hierboven) is de veiligheidsinterface. De veiligheidsinterface kan worden
gebruikt voor het aansluiten van de robot op andere machines of beveiligings-
apparatuur om de robot in bepaalde omstandigheden te laten stoppen.
De veiligheidsinterface bestaat uit twee delen: de noodstopinterface en de
beveiligde stopinterface (zie de volgende hoofdstukken). In de onderstaande
tabel worden de verschillen samengevat:
Initiaties
Programma-uitvoering
Remmen
Motorvermogen
Resetten
Gebruiksfrequentie
Vereist opnieuw opstarten
Robot stopt met bewegen
Prestatieniveau

2.3.1 De noodstop-interface

[TA]
[TB]
[EO1]
[EO2]
[EO3]
[EO4]
[EA]
[EB]
[EEA]
[EEB]
+24 V voedingsaansluiting voor veiligheidsapparatuur
[24 V]
0 V voedingsaansluiting voor veiligheidsapparatuur
[GND]
De Noodstopinterface heeft twee ingangen: de ingang voor de noodstop van
de robot en de ingang voor de externe noodstop. Elke ingang wordt verdub-
beld voor redundantie vanwege het veiligheidsprestatieniveau d.
Noodstop
Handmatig
Stoppen
Actief
Uit
Handmatig
Niet-frequent
Uitsluitend rem loslaten
Ja
ISO 13849-1 PLd
Test Uitgang A
Test Uitgang B
Uitgang noodstop Aansluiting 1
Uitgang noodstop Aansluiting 2
Uitgang noodstop Aansluiting 3
Uitgang noodstop Aansluiting 4
Noodstop robot Ingang A (Positief)
Noodstop robot Ingang B (Negatief)
Externe Noodstop Ingang A (Positief)
Externe noodstop B (Negatief)
18
2.3. De veiligheidsinterface
Beveiligde stop
Handmatig of automatisch
Pauzes
Niet actief
Beperkt
Automatisch of handmatig
Elke cyclus naar niet-frequent
Nee
Ja
ISO 13849-1 PLd
UR-6-85-5-A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave