VEILIGHEID
||
WAARSCHUWING
Elke veiligheidsgordel is bedoeld voor slechts
één persoon.
WAARSCHUWING
Denk eraan geen clips te gebruiken of de
gordel vast te maken rond haken of andere
delen van het interieur, omdat de veiligheids-
gordel daardoor niet goed aansluit.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels nooit beschadigen en
geen vreemde voorwerpen aanbrengen in de
gordelsluiting. De veiligheidsgordels en de
gordelsluiting werken anders mogelijk niet
naar behoren tijdens een aanrijding. Er
bestaat gevaar voor ernstige verwondingen.
Veiligheidsgordel afdoen
1. Druk op de rode knop van de gordelsluiting
en laat het oprolmechanisme de gordel naar
binnen trekken.
2. Als de gordel niet volledig wordt opgerold,
moet u de gordel handmatig zo ver terugrol-
len dat deze niet langer slap hangt.
Zorg er bij de middelste zitplaats op de
tweede zitrij voor dat de gordel goed in de
gordelgeleider zit.
68
Gerelateerde informatie
•
Veiligheidsgordel (p. 65)
•
Gordelspanners (p. 65)
•
Portier- en gordelwaarschuwing (p. 68)
Portier- en gordelwaarschuwing
Het systeem herinnert inzittenden eraan de vei-
ligheidsgordel om te doen en waarschuwt ook
als een portier, motorkap, achterklep of tankvul-
klep niet goed dichtstaat.
Grafische voorstelling op
bestuurdersdisplay
Grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay met
verschillende soorten waarschuwingen. De waarschu-
wingskleur voor portier en achterklep is afhankelijk van
de rijsnelheid.
De grafische voorstelling op het bestuurdersdis-
play geeft de zitplaatsen weer waarvan de veilig-
heidsgordel wel of juist niet in gebruik is.
In dezelfde grafische voorstelling wordt aangege-
ven of de motorkap, de achterklep, de tankvulklep
of een portier openstaat.