RIJHULP
||
N.B.
De afstand tussen de auto en parkeervakken
moet 0,5–1,5 meter bedragen, wanneer PAP
de omgeving aftast op zoek naar een pas-
sende parkeerplek.
Parkeren
Het PAP-systeem parkeert de auto aan de hand
van de volgende stappen:
1. Het parkeervak wordt gezocht en gemeten.
2. De auto wordt achteruit het vak ingestuurd.
3. De auto wordt netjes in het midden van het
vak geparkeerd - het systeem kan u vragen
om te schakelen.
Parkeervakken zoeken en meten
De functie is te activeren op
het functiescherm van het mid-
dendisplay.
Deze is ook bereikbaar vanuit
de camerabeelden.
396
Principe voor fileparkeren.
Principe voor (achteruit) insteken.
1. Rijd maximaal 30 km/h (20 mph) voordat u
gaat fileparkeren of maximaal 20 km/h
(12 mph) voordat u achteruit gaat insteken.
2. Druk op de knop
Inparkeren
scherm.
> PAP zoekt een parkeervak en meet of dit
vak groot genoeg is.
3. Let op het middendisplay. Stop de auto als
de grafische voorstellingen en een melding
aangeven dat er een geschikt parkeervak is
gevonden.
> Er verschijnt een pop-upvenster.
4. Kies
Fileparkeren
of
Haaks parkeren
schakel in de achteruit.
N.B.
PAP zoekt een geschikte ruimte om te parke-
ren, geeft instructies en parkeert de auto aan
de passagierskant in. Desgewenst kunt u de
auto ook aan de bestuurderszijde van de
straat parkeren:
•
Schakel de richtingaanwijzers aan
bestuurderszijde in, waarna het systeem
een geschikte parkeerplek aan deze kant
van de straat zoekt.
op het functie-
en