Als u bij een ingeschakelde en stilstaande auto
de draairing vanuit een willekeurige andere
stand naar de stand voor de stadslichten,
branden de stadslichten in plaats van andere ver-
lichting.
WAARSCHUWING
Dit is een stroombesparingsfunctie die niet in
alle gevallen kan bepalen wanneer de omge-
vingsverlichting voldoende of onvoldoende is
bij mist en regen bijvoorbeeld.
Als bestuurder bent u verplicht om de verlich-
ting van de auto altijd af te stemmen op de
heersende omstandigheden en de geldende
verkeerswetgeving.
Gerelateerde informatie
•
Verlichtingsbediening (p. 146)
•
Dimlicht (p. 149)
•
Contactslotstanden (p. 405)
Dimlicht
Bij ritten met de draairing van de stuurhendel in
,
stand
wordt het dimlicht automatisch
geactiveerd bij een zwakke verlichting overdag
of in het donker.
De draairing van de stuurhendel in stand AUTO.
Wanneer de draairing van de stuurhendel in
stand
staat, wordt het dimlicht automatisch
geactiveerd bij een zwakke verlichting overdag of
in het donker, terwijl het elektrische systeem van
de auto in contactslotstand II staat of wanneer
de auto is ingeschakeld.
Met de draairing op de stuurhendel in stand
wordt het dimlicht ook automatisch geacti-
veerd, als u het mistachterlicht inschakelt.
Wanneer de draairing van de stuurhendel in
stand
staat terwijl het elektrische systeem
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
van de auto in contactslotstand II staat of de
auto is ingeschakeld, brandt altijd het dimlicht.
Tunneldetectie
De auto detecteert dat hij een tunnel inrijdt en
schakelt dan over van dagrijlicht op dimlicht.
Let erop dat de tunneldetectie alleen werkt, als
de linker stuurhendel in stand
Gerelateerde informatie
•
Dagrijlicht (p. 148)
•
Verlichtingsbediening (p. 146)
•
Contactslotstanden (p. 405)
gedraaid is.
149