Als u uw handen niet aan het
stuur houdt, verschijnt op het
bestuurdersdisplay het vol-
gende symbool samen met de
melding om actief te sturen:
•
Lane Keeping Aid Sturen
Als u dan niet actief gaat sturen, verschijnt het
symbool opnieuw in combinatie met een waar-
schuwingsgeluid en de volgende melding:
•
Lane Keeping Aid Stand-by tot stuur
wordt bekrachtigd
Als u dan nog geen gehoor geeft en de auto niet
actief stuurt, wordt LKA in de stand-bystand
gezet – het systeem is vervolgens pas weer
beschikbaar, wanneer u de auto actief stuurt.
Rijbaanassistent grijpt niet in
De rijbaanassistent grijpt niet in scherpe binnenbochten
in.
In bepaalde gevallen staat de rijbaanassistent u
toe om zijlijnen te passeren zonder in te grijpen
met stuurhulp of te waarschuwen – bijvoorbeeld
bij gebruik van de richtingaanwijzers of bij het
afsnijden van bochten.
Beperkingen
In bepaalde veeleisende situaties kan de rijbaa-
nassistent u moeilijk op de juiste manier helpen –
het wordt dan geadviseerd het systeem uit te
schakelen.
Voorbeelden daarvan:
•
wegwerkzaamheden
•
winterse wegomstandigheden
•
slecht wegdek
•
zeer sportief rijgedrag
•
slecht weer met beperkt zicht
•
randen of andere lijnen dan de zijlijnen van
de rijstrook
•
wegen met onduidelijke of ontbrekende belij-
ning.
N.B.
De functie maakt gebruik van de camera-een-
heid van de auto, die een aantal algemene
beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkin-
gen van de camera-eenheid'.
Gerelateerde informatie
•
Lane Keeping Aid activeren/deactiveren
(p. 376)
•
Bescherming bij bermongevallen Run-off
Mitigation (p. 379)
•
Symbolen en meldingen voor rijbaanassistent
(p. 377)
•
Beperkingen van de camera (p. 346)
RIJHULP
375