RIJHULP
Rijbaanassistent
De rijbaanassistent moet op snelwegen, hoofd-
wegen en dergelijke het risico beperken dat uw
auto onbedoeld de eigen rijbaan verlaat.
De rijbaanassistent stuurt de auto terug de rij-
baan in en/of waarschuwt u met geluid of met
stuurtrillingen.
De rijbaanassistent is actief in het snelheidsinter-
val 65–200 km/h (40–125 mph) op wegen met
goed zichtbare zijlijnen.
Op smalle wegen is de functie mogelijk niet
beschikbaar en wordt dan stand-by gezet. Als de
weg weer voldoende breed is, wordt de functie
weer beschikbaar.
Een camera tast de zijlijnen van de weg/rijbaan af.
De stuurtrillingen variëren; hoe langer de auto over de zijlijn rijdt, hoe langer de trillingen aanhouden.
21
374
De rijbaanassistent stuurt de auto terug de rijbaan in.
De rijbaanassistent waarschuwt met stuurtrillingen
Afhankelijk van de instellingen reageert de rijbaa-
nassistent als volgt:
1. Bij geactiveerde stuurhulp: Als de auto een
zijlijn nadert, zal LKA de auto met een
geringe stuurbeweging actief terug de rij-
baan in sturen.
2. Bij een geactiveerde waarschuwing: Als de
auto een zijlijn dreigt te passeren, wordt u
gewaarschuwd met geluid of stuurtrillingen.
N.B.
Als de richtingaanwijzer aan is, biedt de rij-
baanassistent geen sturing of waarschuwing.
WAARSCHUWING
De Rijbaanassistent is slechts een hulpmiddel
voor de bestuurder en werkt niet in alle rijsitu-
aties, verkeers-, weers- en wegomstandighe-
den.
U bent er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u
de auto op de juiste wijze bestuurt en dat u
zich aan de geldende wetgeving en verkeers-
regels houdt.
Stuurhulp
Een voorwaarde voor de werking van LKA is dat u
uw handen aan het stuur houdt en het systeem
controleert dat voortdurend.
21
.