STARTEN EN RIJDEN
||
Contactslotstand kiezen
De startknop op de tunnelconsole.
•
Contactslotstand 0 - Vergrendel de auto en
bewaar de transpondersleutel binnen in de
auto.
N.B.
Om stand I of II te realiseren zonder dat de
motor wordt gestart moet u bij het selecteren
van deze contactslotstanden het rempedaal
of bij een auto met een handbak het koppe-
lingspedaal niet bedienen.
•
Contactslotstand I - Draai de startknop
naar stand START en laat de knop weer los.
De knop veert automatisch terug naar de uit-
gangspositie.
•
Contactslotstand II - Draai de startknop
naar stand START en houd de knop
406
zo'n 4 seconden in stand START. Laat ver-
volgens knop los, die automatisch terugveert
naar de uitgangspositie.
•
Terug naar contactslotstand 0 - Om terug
te gaan naar contactslotstand 0 vanuit stand
I en II moet u de startknop naar stand STOP
draaien en de knop loslaten. De knop veert
automatisch terug naar de uitgangspositie.
Gerelateerde informatie
•
Motor starten (p. 406)
•
Auto afzetten (p. 408)
•
Bestuurdersdisplay (p. 100)
Motor starten
De auto is te starten via de transpondersleutel
en met de startknop op de tunnelconsole.
De startknop op de tunnelconsole.
U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij
het starten van de auto, omdat de auto is uitge-
rust met ondersteuning voor passief starten
(Passive Start).
Om de auto te starten:
1. Controleer of de transpondersleutel in de
auto aanwezig is. Voor auto's met Passive
Start moet de sleutel zich in het voorste deel
van het interieur bevinden. Met de optie pas-
sieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive
Entry*) is het voldoende dat de sleutel zich
ergens in de auto bevindt.
* Optie/accessoire.