STARTEN EN RIJDEN
Rijden met aanhanger
Bij ritten met een aanhanger moet u op enkele
dingen letten zoals de trekhaak, de aanhanger
en hoe u de aanhanger laadt.
Het laadvermogen is afhankelijk van het rijklaar
gewicht van de auto. Het laadvermogen dient te
worden verminderd met de som van het gewicht
van eventuele inzittenden en dat van gemon-
teerde accessoires, zoals een trekhaak.
De auto wordt geleverd met de benodigde rand-
uitrusting voor het gebruik van een aanhanger.
•
De trekhaak van de auto moet van een goed-
gekeurd type zijn.
•
Verdeel de lading in de aanhanger dusdanig
dat de druk op de trekhaak de maximale
kogeldruk niet overschrijdt. De kogeldruk
wordt tot het laadvermogen van de auto
gerekend.
•
Verhoog de bandenspanning tot de aanbevo-
len druk bij maximale belading. Zie voor meer
informatie over bandenspanning artikel
"Goedgekeurde bandenspanningswaarden".
•
Bij het gebruik van een aanhanger wordt de
motor zwaarder belast dan normaal.
•
Rijd niet met een zware aanhanger, wanneer
de auto nog helemaal nieuw is. Wacht hier-
mee totdat de auto ten minste
1000 kilometer heeft gereden.
•
Bij het afdalen op lange en steile hellingen
worden de remmen veel zwaarder belast dan
448
normaal. Schakel dan terug naar een lagere
versnelling en pas uw snelheid aan.
•
Neem de geldende bepalingen in acht ten
aanzien van de toelaatbare snelheden en
gewichten.
•
Houd een lage snelheid aan, wanneer u met
een aanhanger achter de auto een lange en
steile helling oprijdt.
•
De aangegeven maximale aanhangergewich-
ten gelden alleen voor hoogtes tot 1000 m
boven zeeniveau. Daarboven zijn het motor-
vermogen en daarmee het klimvermogen van
de auto beperkt door de lagere luchtdicht-
heid en moet daarom het maximale aanhan-
gergewicht worden beperkt. Het gewicht
voor auto en aanhanger moet worden ver-
laagd met 10% voor iedere extra 1000 m (of
een deel daarvan).
•
Vermijd hellingen met een percentage van
meer dan 12% bij het gebruik van een aan-
hanger.
N.B.
Extreme weersomstandigheden, een aange-
koppelde aanhanger/caravan of ritten op
grote hoogte zijn, in combinatie met de
brandstofkwaliteit, factoren die het brandstof-
verbruik aanzienlijk kunnen doen toenemen.
Aanhangercontact
Als de trekhaak van de auto een 13-polige aan-
sluiting heeft en de aanhanger een 7-polige aan-
sluiting, hebt u een adapter nodig. Gebruik een
door Volvo goedgekeurde adapter. Zorg dat de
kabel niet over de grond sleept.
BELANGRIJK
Als de motor wordt afgezet, kan de constante
accuspanning voor het aanhangercontact
automatisch worden uitgeschakeld om de
startaccu niet te ontladen.
Aanhangergewichten
Informatie over de aanhangergewichten die Volvo
toelaat vindt u onder "Aanhangergewicht en
kogeldruk".
WAARSCHUWING
Volg de vermelde aanbevelingen voor het
aanhangergewicht. Anders is het mogelijk dat
de hele combinatie bij uitwijkmanoeuvres en
afremmen moeilijk onder controle is te hou-
den.