RIJHULP
Beperkingen van de radarsensor
De radarsensor kent een aantal beperkingen, die
ook beperkingen met zich meebrengen voor de
functies die gebruik maken van de eenheid.
Geblokkeerde eenheid
Houd het gemarkeerde gebied vrij van stickers, voorwer-
12
pen, zonnefilm et cetera
.
Oorzaak
Het voorruitoppervlak vóór de gecombineerde camera en radarsensor is vuil
of bedekt met sneeuw of ijs.
Dichte mist en zware regen- of sneeuwval blokkeren de radarsignalen of het
zicht van de camera.
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
12
338
De radarsensor zit aan de binnenkant op het
bovenste deel van de voorruit, samen met de
camera van de auto.
BELANGRIJK
Plaats, plak of monteer niets aan de buiten-
of binnenkant van de voorruit, vóór of rond de
camera- en radareenheid - dat kan de op de
camera en radar gebaseerde functies versto-
ren.
Dit kan er tevens toe leiden dat functies wor-
den gereduceerd, volledig worden uitgescha-
keld of niet goed reageren.
Maatregel
Ontdoe het voorruitoppervlak vóór de gecombineerde camera en radarsensor
van vuil, sneeuw en ijs.
Valt niets aan te doen. Bij hevige neerslag werkt de eenheid soms niet.
Als op het bestuurdersdisplay dit sym-
bool en de melding
Voorruitsensor
Sensor afgedekt, zie handleiding
verschijnen, betekent dit dat de
gecombineerde camera en radarsensor geen
voorliggers kan ontdekken.
In de volgende tabel staan voorbeelden van
mogelijke oorzaken van het verschijnen van de
melding en passende maatregelen: