Automatische rem bij stilstand
Dankzij de automatische rem bij stilstand (Auto
Hold) kunt u bij stilstand voor verkeerslichten of
een kruising het rempedaal loslaten zonder dat
dit gevolgen heeft voor de remwerking.
Functie
Zodra de auto stilstaat, worden de remmen auto-
matisch geactiveerd. Het systeem kan de auto
staande houden met de bedrijfsrem of de par-
keerrem en werkt ongeacht hellingspercentage.
Wanneer u het gaspedaal weer bedient, worden
de remmen gelost.
Bij afremmen tot stilstand op hellingen trapt u
het rempedaal iets harder in voordat u het loslaat
om zeker te weten dat de auto helemaal niet rolt.
Als u terwijl de auto stilstaat de motor afzet,
wordt de parkeerrem ingeschakeld.
Automatische uitschakeling
Er vindt automatische uitschakeling plaats:
•
wanneer het bestuurdersportier openstaat en
de bestuurder de veiligheidsgordel niet
draagt;
•
in de schakelstand N.
Schakelaar voor automatische rem
Een brandend lampje in de knop geeft aan dat de func-
tie geactiveerd is.
Schakel Auto Hold in en of uit met de schakelaar
op de tunnelconsole. Het systeem blijft uitge-
schakeld, totdat u het weer activeert.
Als het systeem actief is en de auto
staande houdt met het remsysteem
(symbool A brandt), moet u rempedaal
bedienen en tegelijkertijd op de knop
drukken om het systeem uit te schakelen.
Bij uitschakeling van het systeem blijft de helling-
rem (HSA) actief om te voorkomen dat de auto
bij het wegrijden op een oplopende helling ach-
teruitrolt.
STARTEN EN RIJDEN
Symbolen op bestuurdersdisplay
Symbool
Betekenis
Het symbool brandt als het sys-
teem het rempedaal gebruikt om
de auto stil te houden.
Het symbool brandt als het sys-
teem de parkeerrem gebruikt om
de auto stil te houden.
Gerelateerde informatie
•
Remsystemen (p. 424)
•
Hellingrem (p. 430)
431